Hoogstraten

Zitting van maandag 14 december 2020

Om 20.00uur.

 

aanwezig

voorzitter: Jef Vissers

burgemeester: Marc Van Aperen

schepenen: Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Katrien Brosens, Faye Van Impe en Piet Van Bavel

raadsleden: Jos Martens, Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Joël Adams, Maarten Leemans, Ann Tilburgs, Ans Lochten, Ilse Verachtert en Koen Van Leuven

 

verontschuldigd

raadslid: Gert Van den Bogaert

 

schepen Katrien Brosens verlaat de vergadering vanaf punt 19.

raadslid Herman Snoeys verlaat de vergadering vanaf punt 30.

 

 

Door middel van loting wordt raadslid Marcel Verschueren aangeduid om de stemming aan te vangen.

Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 14 december 2020.

 

Goedkeuren van de notulen van de gemeenteraad van 23 november 2020.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

Het ontwerp van het verslag van de gemeenteraad van 23 november 2020 werd opgemaakt.

 

Juridische grond

 

          Artikelen 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Argumentatie

 

Het ontwerp van de notulen van de gemeenteraad van 23 november 2020 dient goedgekeurd te worden.

 

BESPREKING

 

Burgemeester Marc Van Aperen stelde bij het doornemen van het verslag een fout vast. Op pagina 30 wordt er verwezen naar schepen Arnold Van Aperen, dat moet waarschijnlijk schepen Arnold Wittenberg zijn. Deze fout wordt rechtgezet.

 

Ook raadslid Marc Haseldonckx  heeft een bedenking bij het verslag van november. Op pagina 22 waar het gaat over de jaarrekening van de kerkfabriek van Minderhout wil het raadslid graag de duidelijke vermelding mee opgenomen naar het decreet  betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten. Daarbij heeft het raadslid ook de vraag gesteld of de stad moet tussenkomen in de negatieve exploitatie, dit is immers uitdrukkelijk bepaald in het decreet. Is er al een antwoord op deze vraag, wil het raadslid weten?

Een tweede vraag heeft het raadslid over de bespreking van de jaarrekening van de brandweer, daarbij heeft raadslid Marc Haseldonckx toen  opgemerkt dat de hulpverleningszone afsluit met een negatief saldo van 575.000 EUR. Wat is hiervan de reden en waarom wordt het gemeentelijk aandeel niet opgetrokken? Waar zit het mogelijks overschot van jaarrekening 2019? Deze vragen zouden nagevraagd worden bij de hulpverleningszone, het raadslid wil graag weten of hier al een antwoord op is.

 

Ook gemeenteraadslid Ward Baets informeert naar nog openstaande vragen die hij stelde tijdens de gemeenteraad van november, met name over de systematische stijging van een aantal kosten bij IOK. Die antwoorden heeft hij nog niet gekregen, maar zullen mogelijk na de algemene vergadering wel volgen.

Schepen Roger van Aperen legt uit dat hij de vragen over Welzijnszorg Kempen en over IOK ook heeft gesteld en dat er hem een antwoord beloofd is.

Ook de openstaande vragen over de kerkfabriek Minderhout en de jaarrekening van de hulpverleningszone zijn in onderzoek.

 

Gemeenteraadslid Fons Jacobs wil hier graag bij aansluiten. Hij leidt uit dit antwoord af dat het lang duurt voordat vragen beantwoord worden bij de hulpverleningszone Taxandria. Dat heeft het raadslid ook zelf ondervonden, zo heeft hij eerder al gevraagd naar de verslagen van de zoneraad, maar dat gaat blijkbaar erg moeilijk en hij moet die vraag ook telkens opnieuw stellen. Gemeenteraadslid Fons Jacobs herhaalt zijn vraag aan de burgemeester om op de zoneraad deze vraag voor te leggen, ook vanuit de oppositie heeft men recht op de verslagen van de zoneraad. Deze zouden vlot moeten kunnen bezorgd worden. Burgemeester Marc Van Aperen belooft om dit voor te leggen aan de zoneraad.

 

Gemeenteraadslid Maarten Leemans informeert naar zijn openstaande vraag. Kan er door de sluiting van Sportoase beroep gedaan worden op de gemeentelijke waarborg van 2 miljoen EUR?

Schepen Arnold Wittenberg heeft hier een antwoord op. Er is overleg gepleegd met Sportoase om dit te bekijken en daarbij is duidelijk geworden dat de sponsors alle verliezen zullen dekken, dit zal dus niet verhaald worden op de stad.

 

Gemeenteraadslid An Tilburgs wil nog even terugkomen op de vraag over het negatief resultaat van CIPAL, dit heeft zij vorige week op de algemene vergadering aangekaart. Daarbij werd duidelijk dat CIPAL geen gebruik kan maken van de Vlaamse tussenkomst van 50% voor de responsabiliseringsbijdragen, dat is de reden waarom er de laatste jaren met een negatief resultaat wordt afgesloten. Twee provincies gaan uit CIPAL stappen. Daarbij roept CIPAL ook op om zo veel mogelijk te blijven gebruik maken van de producten van CIPAL zodat ze voldoende reserve kunnen opbouwen.

Raadslid Marc Haseldonckx bedankt raadslid An Tilburgs maar herhaalt zijn bezorgdheid dat dit een recurrent gegeven is en vraagt zich daarom af of we gaan aangesloten blijven bij CIPAL en of er een werkingsbijdrage aan de gemeenten zal gevraagd worden.

Gemeenteraadslid An Tilburgs weet dat er voor 2021 geen bijpassing aan de gemeenten zal gevraagd worden.

Schepen Arnold Wittenberg kondigt aan dat dit op de agenda staat van de commissie ICT  die later deze week samenkomt, hierover is zoals aangekondigd het nodige onderzoek gedaan waarover zal worden teruggekoppeld.

 

 

BESLUIT

 

Bij 26 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Katrien Brosens, Faye Van Impe, Piet Van Bavel, Jos Martens, Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Joël Adams, Maarten Leemans, Ann Tilburgs, Ans Lochten, Ilse Verachtert en Koen Van Leuven)

Enig artikel:

De notulen van de gemeenteraad van 23 november 2020 worden goedgekeurd mits de aanpassingen op bladzijde 22 en 30, zoals aangegeven in de bespreking.

 

Publicatiedatum: 03/02/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 14 december 2020.

 

Goedkeuring van het protocolakkoord bestuurlijke handhaving inzake criminaliteit en onveiligheid.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

In het politiecollege van 14 september 2020 werd het protocolakkoord inzake bestuurlijke handhaving criminaliteit en onveiligheid goedgekeurd.

 

Zie bijlagen.

 

Juridische grond

 

          Artikel 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Argumentatie

 

Dit protocolakkoord wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt niet onder een actie van het meerjarenplan en heeft geen financiële impact.

 

BESPREKING

 

Burgemeester Marc Van Aperen licht kort toe dat het hier gaat over een protocol bestuurlijke handhaving die besproken is op de zonale veiligheidsraad. Er zijn prioriteiten bepaald in overleg met de 3 burgemeesters, de waarnemend korpschef, het parket, de arbeidsauditeur en de coördinerend directeur. Bedoeling is om over deze prioriteiten informatie te kunnen delen met andere diensten en de partners om criminaliteit tegen te gaan. We moeten vermijden dat drugsorganisaties zich kunnen nestelen in de regio door informatie op een vlotte manier met elkaar te delen.

 

Voor raadslid Tinne Rombouts is het duidelijk dat het hier vooral gaat over een afsprakenkader om gerechtelijke gegevens te kunnen delen. Op die manier kan er worden tegengegaan dat bepaalde organisaties zich kunnen ontplooien op ons grondgebied. Raadslid Tinne Rombouts vindt het goed dat er een protocol wordt gemaakt, waarbij ook prioriteiten zijn bepaald en bepaalde groepen zijn afgebakend. Een aantal daarvan zijn voor het raadslid logisch maar ze vraagt zich af wat de aanleiding is om seizoensarbeiders en de transportsector hierin op te nemen. Raadslid Tinne Rombouts verwijst ook naar thema's waarover in het verleden ook informatie werd uitgewisseld, met name bendevorming, motorbendes en ondermijnende activiteiten. Ze vraagt zich af waarom deze twee groepen er niet in opgenomen zijn.

 

Burgemeester Marc Van Aperen weet dat er aan deze twee thema’s al heel veel aandacht wordt besteed. Dit is in goed overleg met de betrokkenen beslist. Het wil niet zeggen omdat deze doelgroepen zijn bepaald dat de andere geen aandacht zouden krijgen. Bedoeling is vooral om het beroepsgeheim dat we allemaal hebben via dit protocol open te breken.

 

Gemeenteraadslid Tinne Rombouts is blij dat er inderdaad aandacht voor is, maar ze beklemtoont dat deze twee thema's in het verleden al gespeeld hebben en dreigend zijn op ons grondgebied. Het is goed dat er meer ruimte wordt gecreëerd in het beroepsgeheim en dat er informatie kan gedeeld worden. Het raadslid stelt voor dat de burgemeester deze bedenkingen meeneemt in de bespreking en bekijkt of dit in een volgende aanpassing van het protocol kan meegenomen worden.

 

Burgemeester Marc Van Aperen  zal dit meenemen maar herhaalt dat het niet is omdat dit niet in dit protocolakkoord staat dat er niets aan gedaan wordt.

 

 

BESLUIT

 

Bij 26 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Katrien Brosens, Faye Van Impe, Piet Van Bavel, Jos Martens, Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Joël Adams, Maarten Leemans, Ann Tilburgs, Ans Lochten, Ilse Verachtert en Koen Van Leuven)

Enig artikel:

De gemeenteraad keurt het protocolakkoord bestuurlijke handhaving inzake criminaliteit en onveiligheid dat werd goedgekeurd in het politiecollege van 14 september 2020 goed.

 

Publicatiedatum: 03/02/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 14 december 2020.

 

Kennisname van het overzicht van de genomen maatregelen naar aanleiding van de coronacrisis.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

Om de corona-crisis onder controle te houden, werden er op verschillende vlakken ingrepen gedaan of ondersteuning geboden vanuit stad en OCMW. De oplijsting van deze acties werden in het eerste deel van bijgevoegd document gebundeld en in functie van rapportering aan de gemeenteraad bijgewerkt. Het rapport geeft een stand van zaken van de acties tot 15 november 2020, de aanpassingen werden in de roze kleur weergegeven.

 

Sinds de presentatie van het relanceplan aan de gemeenteraad van 22 juni 2020 is het stadsbestuur op 3 werven in actie geschoten:

          ondernemers en toerisme

          verenigingen

          inwoners.

 

Het tweede deel van het bijgevoegd document geeft de stand van zaken van de uitvoering van elk van de werven van Hoogstraten Herstart weer op 15 november 2020.

 

De diverse acties van Hoogstraten Herstart zijn in de rapportering ingedeeld in drie categorieën:

- in opstart (oranje). Hier is de uitvoering van de acties nog niet begonnen, ofwel omdat dit als gevolg van de coronabeperkingen nog niet mogelijk was (bv. het verbod op evenementen) ofwel omdat de onmiddellijke uitvoering van deze actie niet als opportuun wordt beschouwd (omdat er bv. nog onderzoek moet plaatsgrijpen , ...)

- in uitvoering (blauw). De uitrol van de actie is volop aan de gang, er dienen nog beslissingen te worden genomen .

- uitgevoerd (groen). De actie is volledig uitgevoerd ofwel zijn alle maatregelen genomen om de volledige uitvoering te verzekeren.

 

Juridische grond

 

          Artikel 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt niet onder een actie van het meerjarenplan en heeft geen financiële impact.

 

BESPREKING

 

Gemeenteraadslid Fons Jacobs wil graag terugkomen op werf 3: hoe versterken we onze inwoners? Naast wat er in dit overzicht opgesomd staat, blijft de fractie Anders aandringen op een ernstige tussenkomst voor de minder bedeelde inwoners en voor de zorgverstrekkers. Wat betreft de energie zijn er niet alleen de genieters van een minimale aardgaslevering, maar is er ongetwijfeld nog heel veel mogelijk op het vlak van energietussenkomst in deze wintermaanden. Mogelijk kan er ook voor Kerstmis en nieuwjaar iets extra toegekend worden aan onze leefloonbegunstigden, aan de mensen in budgetbeheer, aan personen met een invaliditeitsvergoeding, enz. In deze periode is elke extra tussenkomst een reden tot vreugde in deze gezinnen. Raadslid Fons Jacobs blijft de indruk behouden dat er voor concreet individueel armoedebeleid nog steeds erg weinig initiatieven genomen werden vanuit de Hoogstraatse eigen middelen.

 

 

Gemeenteraadslid Tinne Rombouts verwijst naar de toelichting bij de resultaten van de bevraging die voorafgaand aan deze gemeenteraad werd voorgesteld. Daarbij stelt ze vast dat de resultaten weinig andere zaken zeggen dan wat er op federaal niveau speelt. Het raadslid wil weten waarom het zo lang heeft geduurd voordat deze gegevens zijn voorgelegd, die waren toch al langer geweten. Maar ze heeft uit de toelichting van daarnet begrepen dat er in januari een voorstel van actieplan zal worden voorgelegd en daar is ze blij mee. Voor gemeenteraadslid Tinne Rombouts is het mentaal welzijn erg belangrijk, ze vraagt zich dan ook af hoe Hoogstraten hiermee wil omgaan en hoe hierop kan worden ingespeeld? Hoogstraten is een kindvriendelijke stad, het is dus belangrijk dat kinderen en jongeren worden betrokken en dat doe je best op een aangepaste manier. Het raadslid vraagt zich af hoe dit is aangepakt, is er een specifieke bevraging op maat van kinderen gebeurd? Tot slot heeft gemeenteraadslid Tinne Rombouts ook nog wat vragen over de cijfers. In de bijgevoegde financiële tabel wordt met twee kolommen gewerkt, zo staat er ergens dat er een bedrag van 60.000 EUR wordt voorzien maar dat daarvan slechts 18.000 EUR werd verbruikt. Het raadslid vraagt zich af hoe dat dan precies moet geïnterpreteerd worden? Ook het genoemde bedrag van 20.000 EUR is onduidelijk, is dit al besteed of is het enkel gepland? Het is voor haar niet duidelijk of dit effectief al is uitgegeven of dat het enkel gaat over het bedrag dat voorzien is.

 

 

Volgens burgemeester Marc Van Aperen bevestigen de resultaten van deze bevraging dat we niet halsoverkop te werk moeten gaan. De resultaten tonen ook aan dat de inwoners tevreden zijn over hoe het bestuur de crisis tot nu toe heeft aangepakt, daarbij wordt duidelijk dat het thema 'kwaliteit van leven' voor de meeste burgers het belangrijkste is.  De burgemeester maakt duidelijk dat raadslid Fons Jacobs zich geen zorgen moet maken, er wordt heel wat gedaan maar het bestuur is niet van plan om in het wilde weg premies uit te delen. Ook op Vlaams en federaal vlak is er ondertussen al heel wat initiatief gekomen, zo is de burgemeester tevreden dat ook Vlaanderen over de brug is gekomen met ingrepen op langere termijn voor de zorgsector.

 

Gemeenteraadslid Fons Jacobs meent dat naast de initiatieven van de hogere overheden, stad Hoogstraten ook vernieuwende ideeën kan aanbrengen en daar blijft hij wat op zijn honger zitten. De fractie Anders blijft zeer ongerust over families waar het financieel momenteel niet goed gaat. Ze hebben nood aan bijkomende ondersteuning, op die nagel zal raadslid Fons Jacobs blijven kloppen.

 

Schepen Faye Van Impe vindt dit een aanfluiting ten aanzien van de stedelijke diensten, ze hebben al heel wat energie gestopt om de budgetten die onze richting zijn uitgekomen op een zinvolle manier te besteden. Met daarbij de uitdrukkelijke nadruk op zinvolheid. Er wordt niet ingezet op ad-hoc keuzes die geen impact hebben op de gestructureerde werking. Daar is volgens de schepen ook de doelgroep niet mee gebaat. Schepen Faye Van Impe somt verschillende zaken op die nu al gebeuren of opgezet worden en die een antwoord bieden op de commentaren vanuit de gemeenteraadsleden: psychologische ondersteuning van volwassenen, outreachende psychologische ondersteuning aan kinderen,  samenwerking met ’t Verzetje voor onder andere voedselbedeling, financiering van laptops voor studenten wat later nog op de agenda van de raad voor maatschappelijk welzijn staat, ... Hoogstraten is inderdaad een kindvriendelijke stad, de bevraging was echter gericht op een doelgroep van 16 jaar en ouder. Er is geen aparte bevraging voor kinderen gebeurd, daar was de tijd te kort voor. Er wordt volgens de schepen wel voeling gehouden met een jonge doelgroep via de jeugdraad.

 

Schepen Arnold Wittenberg vult aan en geeft een woordje uitleg bij de cijfers. Het gaat hier wel degelijk over de effectief bestede bedragen, met name 18.000 EUR voor de compensatie van evenementen, bijna 13.000 EUR voor de ondersteuning van jeugdkampen en een budget van 20.000 EUR extra voor projectsubsidies.

 

Gemeenteraadslid Fons Jacobs vindt het lastig om op deze manier te discussiëren. Vanuit het college wordt er nogal defensief gereageerd als er vragen gesteld worden of suggesties gedaan. Uit de toelichting van schepen Fay Van Impe leidt raadslid Fons Jacobs af dat er wel degelijk nood is aan structurele ingrepen, denk maar aan het stijgend aantal gebruikers van de voedselbedeling.

 

Gemeenteraadslid Tinne Rombouts begrijpt uit deze toelichting dat het bedrag van 20.000 EUR voor projectsubsidies dus mee doorschuift naar 2021 en daar kan besteed worden. Het is niet de bedoeling om het geld over de balk te zwieren, van niemand die in deze gemeenteraad zetelt. Voor raadslid Tinne Rombouts zijn heel wat van de gegevens uit deze bevraging gewoon een bevestiging van algemene vaststellingen, ze meent dus dat er beter niet gewacht wordt met het uitrollen van acties. Ze roept op om snel tot een aanbod voor psychologische ondersteuning te komen, het is zeker nodig. Uit de resultaten blijkt namelijk ook dat de relatie met de partner en met de kinderen verslechtert is door de lockdown, het raadslid maakt zich daarom ook zorgen over partnergeweld.

 

Volgens Faye Van Impe heeft de stad nog niets anders gedaan dan acties ondernomen. Zo zijn er heksentoeren uitgehaald om de opvang aan te passen of om aan de vragen van het onderwijs tegemoet te komen. Ook dat zijn acties geweest binnen de werf inwoners. Alles staat of valt niet bij het opmaken van een actieplan, zo meent de schepen. Ze weet dat er ook op partnergeweld wordt ingezet.

Burgemeester Marc Van Aperen weet dat volgens de cijfers van de politie er nu minder partnergeweld is dan voor de coronacrisis. Er is het afgelopen jaar al hard gewerkt, vooral ook door de stedelijke diensten. De burgemeester deelt de bezorgdheid voor heel wat gezinnen, maar hij is nog meer bezorgd voor mensen die zich niet aan de regels houden en wangedrag vertonen zoals een lunchvergadering met eten en drinken organiseren. Hij maakt dat duidelijk dat dit niet OK is.

 

Volgens raadslid Dimitri Van Pelt had hier dan toch beter op kunnen gehandhaafd worden door de politie.

 

Burgemeester Marc Van Aperen licht toe dat er geen strafbare feiten waren op het moment dat de politie is binnen gevallen, ook niet bij een tweede controle. Ook voor de burgemeester is het een teleurstelling dat de politie hier niet duidelijker op kan handhaven. 

 

Gemeenteraadslid Tinne Rombouts maakt duidelijk dat er enkel vragen zijn gesteld naar aanleiding van het dossier dat hier ter kennisname voorligt en de toelichting over de bevraging die er voorafgaand aan deze gemeenteraad is gegeven. Er is niet gezegd dat er niets is gedaan, maar bezorgdheden mogen volgens haar wel gedeeld worden zodat er bij de acties rekening mee kan gehouden worden.

 

Schepen Faye Van Impe vindt het vreemd dat er bij de toelichting voor de gemeenteraad geen vragen waren, en dat dit nu plots wel politiek wordt gespeeld.

 

Volgens raadslid Tinne Rombouts ligt er een dossier voor waarbij de oppositie het recht heeft om op te reageren.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel:

De gemeenteraad neemt kennis van het document over de maatregelen in functie van corona en Hoogstraten Herstart waarin een stand van zaken op datum van 15 november 2020 wordt weergegeven.

 

Publicatiedatum: 03/02/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 14 december 2020.

 

Toekennen van de uitgangspunten voor de toelage financiële compensatie voor de reguliere werking verenigingen n.a.v. de coronacrisis.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

In de nasleep van de eerste corona-uitbraak werd binnen de werkgroep Hoogstraten Herstart de werf verenigingen opgericht. Doel van deze werkgroep was om de gevolgen en impact van de coronacrisis voor verenigingen te verzachten en een heropstart te verzekeren en garanderen.

 

In juni werd er een eerste pakket maatregelen afgesproken en uitgevoerd.

 

In augustus deed de werf verenigingen een tweede bevraging van de verenigingen. Uit deze bevraging bleek eens te meer de financiële impact van de coronacrisis op de financiële gezondheid van veel van onze verenigingen.

 

Het stadsbestuur wilde in de tweede fase vooral inzetten op:

          De compensatie van kosten in de reguliere werking nav coronamaatregelen.

          Compenseren van inkomstenverlies door oprichting Hoogstraats fonds voor financiële ondersteuning.

 

Om een duidelijk zicht te krijgen op de nettoverliezen werd alle verenigingen die aanspraak wilden maken op enige financiële compensatie gevraagd om een invulformulier financiële compensatie te bezorgen.

 

In een aanvraagformulier wordt de rekening van 2020 afgezet tegen de rekening van 2018 en 2019. Met een duidelijk detail van de inkomsten en uitgaven.

 

78 verenigingen dienden een formulier voor financiële compensatie in.

 

Het college legt een verdeling van het budget en bijhorende betaallijst voor aan de gemeenteraad.

 

Juridische grond

 

          Artikel 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Argumentatie

 

Uitgangspunten en doel van de financiële compensatie

 

Hoe kunnen we het budget van Vlaanderen zodanig verdelen dat het wordt ingezet om ervoor zorgen dat waardevolle initiatieven in de jeugd, cultuur of sportsector overleven na de tijdelijke stilstand door de coronacrisis?

 

Beschikbaar budget

 

Vanuit de Vlaamse overheid werd er 295.000 EUR ter beschikking gesteld van het lokaal bestuur ter ondersteuning van het verenigingsleven. Het college besliste om deze 295.000 EUR integraal te investeren in onze verenigingen.

(overzicht van budget in bijlage.)

 

Voor de financiële compensatie binnen de reguliere werking is er nog  244.193,55 EUR ter beschikking (voorlopige raming obv andere maatregelen)

 

We willen voor zowel het kalenderjaar 2020 en voor het kalenderjaar 2021 voorzien in een financiële compensatie.

 

Te meer omdat veel verenigingen werken volgens werkjaren en dus momenteel enkel nog maar het resultaat voor het werkjaar 2019-2020 opgaven.

 

We weten dus nu al dat er in 2021, bij de nieuwe ronde, meer verenigingen aanspraak zullen kunnen maken op een financiële compensatie dan dat dat nu gebeurde.

 

Uitgangspunten toekennen van compensatie-toelage

 

Op basis van de aanvraagformulieren deed de dienst vrijetijd in overleg met de financieel directeur een voorstel tot uitgangspunten voor verdeling en uitbetaling van de toelagen.

cfr. voorstel verdeling toelage: in bijlage globaal overzicht kolom C

 

(i) Het stadsbestuur kent een compensatie toelage toe aan verenigingen die een invulformulier invulden op basis van een afsprakenkader.

 

Het college voorzag in een kader voor het invullen, verwerken en controleren van aanvragen van verenigingen. (in bijlage)

 

Concreet: In totaal dienden 78 verenigingen een invulformulier in.

 

(ii) Het stadsbestuur compenseert enkele de negatieve resultaten

 

Het stadsbestuur zal enkel de verliezen van verenigingen compenseren tot aan 0. Dat wil zeggen dat de maximale toelage per vereniging wordt bepaald op basis van het negatieve resultaat in 2020.

 

Door de mogelijke negatieve resultaten binnen de reguliere werking zorgen we er voor dat de spaargelden niet dienen gebruikt voor het aanvullen van een mogelijk negatief resultaat binnen de reguliere werking.

 

Concreet: Van de 78 verenigingen dienden 45 verenigingen een invulformulier in met een negatief resultaat voor het jaar 2020. In totaal bedroeg het negatieve resultaat  -230.587,30 EUR.

 

(iii) Het stadsbestuur komt enkel tussen in de resultaten obv aangetoonde inkomsten en uitgaven binnen reguliere werking. Investeringen worden niet meegenomen in de berekening van de toelage.

 

De compensatie-toelage is er in de eerste plaats om er voor te zorgen dat verenigingen hun reguliere werking kunnen blijven ronddraaien.

cfr. uitgangspunt: financiële compensatie reguliere werking

 

Investeringen en afbetalingen van leningen worden niet meegenomen in de berekening van het resultaat van een vereniging. Dat wil zeggen dat verenigingen niet gecompenseerd zullen worden voor investeringen die toevallig in 2020 gebeurden.

 

NB. Afbetalingen van renteloze leningen aan de stad worden voor twee jaar bevroren en opgenomen in een aangepaste aflossingstabel.

 

Concreet: Van de 45 verenigingen waren er 11 verenigingen die investeringen en/of de afbetaling van leningen opgaven in hun kosten voor 2020. Deze investeringen en afbetaling van leningen ten bedrage van 128.833,49 EUR werden geschrapt uit de kosten.

 

(iv) Het stadsbestuur compenseert de negatieve resultaten in 2020 en 2021 binnen de daarvoor voorzien kredieten

 

Uit de aanvragen van de verenigingen blijkt dat een groot deel van de verliezen pas in volgende boekjaar duidelijk zullen worden. De stad engageert zich dus om ook in 2021 opnieuw een invulformulier ter beschikking te stellen van verenigingen.

 

Concreet: 38 verenigingen ontvangen een toelage financiële compensatie. In totaal zullen er voor 111.105,00 EUR aan toelagen toegekend worden.

Voor 2021 blijft er nog  134.914,31 EUR ter beschikking.

 

(iv) Het stadsbestuur doet in 2021 een controle van de definitieve resultaten en verrekend die in de toelage.

 

Voor de laatste maanden van 2020 moest er een prognose worden gemaakt. Het zou dus kunnen dat de uiteindelijke resultaten beter uitvallen.

 

Het stadsbestuur betaalt 70% van de toelage uit in het jaar waarin de aanvraag gebeurd. Het saldo van 30% wordt betaald na controle van de definitieve resultaten.

 

In 2021 kunnen verenigingen aanspraak maken op de overige 30% op basis van hun effectieve resultatenrekening.

 

Concreet: De invulformulieren werd bekeken en onderzocht door de dienst vrijetijd en de financieel directeur. In het overzicht is bepaald welke extra controle er nog zal gebeuren.

 

Resultaat: overzicht betaallijst toelage financiële compensatie

 

(i) In totaal dienden 78 verenigingen een aanvraag in.

 

(ii) 45 verenigingen dienden een aanvraagformulier in met een negatief resultaat. In totaal bedroeg het negatieve resultaat  -230.587,30 EUR.

 

(iii)  Van de 45 verenigingen waren er 11 verenigingen die investeringen en/of de afbetaling van leningen opgaven in hun kosten voor 2020. Deze investeringen en afbetaling van leningen ten bedrage van 128.833,49 EUR werden geschrapt uit de kosten.

 

(iv) 38 verenigingen ontvangen een toelage financiële compensatie. In totaal zullen er voor 111.105,00 EUR aan toelagen toegekend worden. Voor 2021 blijft er nog  134.914,31 EUR ter beschikking.

 

(v) De invulformulieren werd bekeken en onderzocht door de dienst vrijetijd en de financieel directeur. In het overzicht is bepaald welke extra controle er nog zal gebeuren.

 

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt onder een actie van het meerjarenplan en heeft financiële impact. 

 

111.105 EUR dient ten laste gelegd te worden van het voorziene budget: 295.000 EUR vanuit de Vlaamse overheid waarvan er momenteel nog  244.193,55 EUR ter beschikking is.

 

De financieel directeur heeft op 16 november 2020 visum verleend.

 

BESPREKING

 

Gemeenteraadslid Fons Jacobs leest op bladzijde 3 van het verslag van de klankbordgroep dat er wordt vooropgesteld om geen tussenkomsten te geven in mogelijke spelerskosten, maar het bestuur motiveert hier dat spelerskosten een inherent onderdeel zijn van de reguliere werkingskosten, en dat er dus mogelijk wel in tussen gekomen wordt door het stadsbestuur. De melding dat de “meeste“ voetbalclubs hun spelerslonen hebben opgeschort geeft aan dat er her en der dus nog lonen betaald worden waar de stad in tussenkomt. Dit vindt de fractie Anders onaanvaardbaar.

Uit het verslag blijkt volgens raadslid Fons Jacobs ook dat sommige vertegenwoordigers zich te weinig betrokken hebben gevoeld bij de uitwerking van de principes van de verdeling. Dit vindt het raadslid toch een belangrijke kritiek, hoewel die dan weer gedeeltelijk weerlegd wordt. Het feit dat er in het besluit wordt meegenomen dat men zeker gaat bekijken hoe de klankbordgroep beter kan betrokken worden, bevestigt echter deze kritiek.

 

 

Gemeenteraadslid Hilde Vermeiren stelt vast dat 38 van de 75 verenigingen nu een tussenkomst krijgen ingevolge de coronacrisis. Daar staat ze ook helemaal achter, maar er zijn wel wat bedenkingen bij de gang van zaken. De fractie CD&V had graag voorafgaand een reglement goedgekeurd, maar men koos er voor om hier omgekeerd te werk te gaan. Er is nogal wat werk gestoken door de verenigingen in het invullen van de documenten, voor een aantal is dit toch verloren werk geweest. Sommige verenigingen hebben geen tussenkomst gekregen, terwijl ook zij met inkomstenverlies te maken hebben gekregen. Gemeenteraadslid Hilde Vermeieren stelt voor om het resterende bedrag van het ter beschikking gestelde geld van het noodfonds uit te keren aan de resterende verenigingen zodat ook zij meer ademruimte krijgen.

 

Schepen Arnold Wittenberg schetst duidelijk de historiek van dit voorstel. In het voorjaar is er een bevraging geweest over de impact van corona op de verenigingen, daarbij bleek dat ook de financiële nood duidelijk was. Na de zomer is er een invulformulier rondgestuurd waarover ook verschillende infovergaderingen zijn georganiseerd. In dit formulier moesten verenigingen duidelijk maken wat hun financiële tekorten waren, daarbij werd er gestreefd naar uitbetaling voor het jaareinde. Bedoeling is om de meest noodlijdende verenigingen te ondersteunen, met name diegenen die hun facturen niet meer kunnen betalen. Diegenen die nog een positief resultaat kunnen voorleggen, daar wordt nu niet op ingezet. Deze beslissing wil de noden vervullen die het allergrootste zijn. Wat betreft de vraag omtrent de spelerslonen wil de schepen heel duidelijk maken dat er met dit besluit geen spelerslonen betaald worden. Er werd bij de verenigingen wel opgevraagd of er vergoedingen betaald worden, bijvoorbeeld aan dirigenten, sprekers, artiesten maar ook trainers bij de voetbal. Vanaf het moment dat er niet meer gespeeld werd, zijn de spelerslonen ook niet meer uitbetaald. Er zijn verenigingen voor wie het uitkeren van vergoedingen een integraal onderdeel uitmaakt van hun vaste werking. Schepen Arnold Wittenberg legt uit dat er flinke inspanningen zijn gebeurd om op korte termijn een bevraging uit te sturen en met de resultaten aan de slag te gaan. De vrije tijdsdienst heeft alle dossiers doorgenomen en dit heeft geleid tot de verdeelsleutel die hier voorligt. In 2021 zal deze oefening herhaald worden.

 

Raadslid Fons Jacobs is toch nog niet helemaal overtuigd, hij leest wel degelijk in het verslag van de klankbordgroep dat er discussie was over de spelerslonen. Daarnaast vindt het raadslid ook de opmerking belangrijk dat de klankbordgroep onvoldoende betrokken werd bij de opmaak van de uitgangspunten van dit systeem. Volgens raadslid Fons Jacobs wordt er een beetje met de natte vinger geoordeeld welke kosten er worden meegenomen en welke niet. Hij roept de schepen op om toch een reglement op te maken. 

 

Schepen Arnold Wittenberg verduidelijkt de keuze om eerst via een bevraging de noden in beeld te krijgen. Het was de bedoeling om dit jaar nog een eerste deel uit te betalen. Dat was niet gelukt als er eerst een reglement had moeten worden opgemaakt.

 

Gemeenteraadslid Hilde Vermeiren deelt de bezorgdheid van raadslid Fons Jacobs over de spelerslonen want ook zij leest dit in het verslag. De fractie CD&V kan akkoord gaan met de uitbetaling van deze toelagen maar gaat zich in de stemming onthouden. Volgens raadslid Hilde Vermeiren waren de richtlijnen niet duidelijk, bovendien hebben andere verenigingen ook verliezen geleden en hadden zij deze steun ook kunnen gebruiken. 

 

Ook de fractie Anders onthoudt zich omdat er geen reglement is en deze verdeling op basis van een bevraging is gebeurd.

 

 

BESLUIT

 

Bij 15 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Katrien Brosens, Faye Van Impe, Piet Van Bavel, Jos Martens, Herman Snoeys, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Jef Vissers, Ann Tilburgs, Ans Lochten en Koen Van Leuven) en 11 onthoudingen (Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Dimitri Van Pelt, Joël Adams, Maarten Leemans en Ilse Verachtert)

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt kennisvan de financiële resultaten van de verenigingen die een invulformulier bezorgden op basis van het afsprakenkader dat door het college van burgemeester en schepenen werd goedgekeurd.

Artikel 2:

De gemeenteraad keurt de volgende principes goed voor de toekenning van een toelage financiële compensatie nav de coronacrisis aan Hoogstraatse verenigingen in 2020 en 2021:

          Het stadsbestuur kent een compensatie toelage toe aan verenigingen die een invulformulier invulden op basis van het afsprakenkader in bijlage;

          Het stadsbestuur compenseert enkel aangetoonde negatieve resultaten.

          Het stadsbestuur komt enkel tussen in de resultaten obv aangetoonde inkomsten en uitgaven binnen reguliere werking. Kosten van investeringen en/afbetaling van leningen worden niet meegenomen in de berekening van de toelage;

          Het stadsbestuur compenseert de negatieve resultaten in 2020 en 2021 binnen de daarvoor voorzien kredieten;

          Het stadsbestuur doet in 2021 en 2022 een controle van de definitieve resultaten. Verenigingen krijgen 70% van het toegekende bedrag uitbetaald. Na controle wordt het saldo uitbetaald.

Artikel 3:

De gemeenteraad kent de volgende verenigingen in 2020 een toelage financiële compensatie nav de coronacrisis toe:

Brassband Borderbrass: 1.217,99 EUR

Brassband Sint Rosalia: 3.161,88 EUR

Cahier: 15.840,94 EUR

Chirojongens Meer: 6.932,11 EUR

Chiroketen Meerle: 6.862,55 EUR

De snelvlucht: 4.651,41 EUR

Fanfare de Eendracht: 1.655,72 EUR

Fanfare Sint Cecilia Meerle: 692,00 EUR

Gebuurt 't dorp: 519,20 EUR

Gezinsbond Meer: 2.597,58 EUR

Handboog KVV Meerle: 331,14 EUR

Hoogstraatse aerobicclub Fun 2 move: 1.002,27 EUR

HTC: 3.181,86 EUR

Kamerkoor Vialta: 1.756,45 EUR

Kerststalcomité Meerle: 79,11 EUR

KFC Meer: 6.313,00 EUR

KLJ Hoogstraten: 757,00 EUR

KVNA Wortel: 7.021,85 EUR

Markenhof: 3.791,79 EUR

NEOS: 5.332,00 EUR

Nieuw Vermaak Hoogstraten: 4.014,30 EUR

OKRA Meerle: 1.105,10 EUR

OKRA Wortel: 2.951,60 EUR

Ouderraad GBS Hoogstraten: 146,43 EUR

Ouderraad Scharrel: 2.735,98 EUR

PC Markdal: 1.825,76 EUR

Piuskoor: 1.534,98 EUR

Samana Meerle: 834,36 EUR

Sint Ambrosiusgilde Meer: 290,00 EUR

Sint Jorisgilde Hoogstraten: 2.483,40 EUR

Sint Jorisgilde Meer: 7.900,00 EUR

Sint Jorisgilde Meerle: 2.618,89 EUR

Sint Jorisgilde Minderhout: 2.964,00 EUR

Sport- en Vriendenkring Personeel S.I. Wortel vzw: 2.550,98 EUR

The horse dancers: 148,79 EUR

Tinello: 1.066,00 EUR

VZW Vriendenkring Brandweer Hoogstraten: 2.058,62 EUR

WC Noorderkempen: 177,96 EUR

 

Publicatiedatum: 03/02/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 14 december 2020.

 

Goedkeuring van het bestek en de procedure voor de aanleg van een kunstgrasveld voor Sportpark Wereldakker.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

Het college besliste op 19 december 2019 om de studie en opvolging van de werken van de realisatie van een sportpark met gymhal, atletiekpiste, kunstgrasveld, parking en aanhorigheden toe te wijzen aan THV OSQB - Antea.

 

De realisatie van Sportpark Wereldakker zal gefaseerd gebeuren. Een eerste fase omvat de realisatie van een gymhal met pleinzone. Deze opdracht werd ondertussen toegewezen.

 

Het college keurde op 27 augustus 2020 het voorontwerp, de raming en de inplanting van fase 2 goed. Het voorontwerp is verder uitgewerkt naar een uitvoeringsdossier in overleg met de betrokken verenigingen.

 

De tweede fase bevat de uitwerking van een kunstgrasveld, een atletiekpiste, natuurgrasvelden en een parking met aanhorigheden. Het is de opdracht voor de aanleg van het kunstgrasveld die nu apart ter goedkeuring voorligt.

 

Het college besliste op 26 november 2020 om het bestek en de procedure ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 14 december 2020.

 

Juridische grond

 

          Artikelen 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Artikel 35 van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016.

          Artikel 71 van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016.

          Artikel 81 van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016.

 

Argumentatie

 

Er wordt voorgesteld om de opdracht te plaatsen bij openbare procedure.

 

Er wordt voorgesteld om selectiecriteria op te nemen die peilen naar de technische- en beroepsbekwaamheid van de inschrijvers.

 

Er wordt voorgesteld om de opdracht te gunnen op basis van het gunningscriterium prijs.

 

De gemeenteraad wordt gevraagd om haar goedkeuring te verlenen aan het bestek en de procedure.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt onder actie "Sportsite Wereldakker" van het meerjarenplan 2020-2025, met actienummer: 2/5/2/3, beleidsitem: "Sportsector- en verenigingsondersteuning" met nummer 740-00 en algemeen rekeningnummer: 22800000 "Andere onroerende infrastructuur".

Voorziene budget in het meerjarenplan voor 2021: 1.500.000,00 EUR.

Voorziene budget in het meerjarenplan voor 2022: 2.796.090,00 EUR.

Reeds gebruikt budget: 0,00 EUR.

Beschikbaar budget op vandaag voor 2021: 1.500.000,00 EUR.

Budget nodig voor dit besluit: 639.655,00 EUR (geraamd bedrag incl. btw).

 

De uitvoering van de opdracht zal plaatsvinden in 2021.

 

De financieel directeur heeft op 20 november 2020 visum verleend.

 

BESPREKING

 

Gemeenteraadslid Marc Haseldonckx stelt vast dat er ondertussen al 3 agendapunten op de gemeenteraad ter sprake zijn gekomen die aansluiten bij de ontwikkeling van sportpark Wereldakker. Met name het dossier van de gymhal, de erfpachtovereenkomst en dan nu de aanbesteding van de aanleg van een kunstgrasveld. Het raadslid vraagt zich af waarom niet het volledige plan van fase 2 aan de gemeenteraad kan worden voorgelegd zodat er vragen kunnen gesteld wordt en erover kan gediscussieerd worden. Dat dreigt nu verloren te gaan doordat alles in aparte dossiers wordt voorgebracht.

 

Raadslid Dimitri Van Pelt sluit zich aan bij deze bedenking. Dit is het zoveelste onderdeeltje van een groot geheel waar een goedkeuring voor wordt gevraagd. Wat volgt er nog allemaal? Zou het niet raadzaam zijn om eerst het geheel te bespreken en eventueel goed te keuren zodat we een volledig gedragen project hebben en zodat we weten waar we uiteindelijk aan toe zijn? We kunnen dit dan nog altijd gefaseerd uitvoeren. We weten bijvoorbeeld dat er sowieso op een volgende raad een goedkeuring zal gevraagd worden voor de looppiste, voor de WADI of voor nog andere onderdelen.

 

 

Schepen Arnold Wittenberg legt uit dat het plan werd toegelicht op de sportraad van 9 november waar ook alle politieke partijen onderdeel van zijn. Op vraag van raadslid Hilde Vermeiren werden op 16 en 17 november ook alle plannen doorgestuurd aan de gemeenteraad. Maar indien gewenst wil de schepen hier zeker dieper op ingaan, bijvoorbeeld op een commissie openbare werken. De reden waarom dit dossier opgesplitst wordt voorgelegd is omdat dit de timing volgt van dit ganse project.

 

Gemeenteraadslid Dimitri Van Pelt heeft er begrip voor dat dit besproken is in de sportraad, maar volgens hem moet de bespreking toch ook op een gemeenteraad gebeuren.

 

Gemeenteraadslid Marc Haseldonckx vult aan dat hij geen terugkoppeling krijgt vanuit de sportraad. Dit dossier gaat over een stevige investering die volgens raadslid Marc Haseldonckx niet alleen op een sportraad of op een commissie openbare werken moet besproken worden, maar wel degelijk op de gemeenteraad.

 

 

BESLUIT

 

Bij 26 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Katrien Brosens, Faye Van Impe, Piet Van Bavel, Jos Martens, Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Joël Adams, Maarten Leemans, Ann Tilburgs, Ans Lochten, Ilse Verachtert en Koen Van Leuven)

Artikel 1:

Het bestek voor de opdracht "Aanleg kunstgrasveld Sportpark Wereldakker" wordt goedgekeurd.

Artikel 2:

De bovenvermelde opdracht wordt geplaatst bij openbare procedure.

 

Publicatiedatum: 03/02/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 14 december 2020.

 

Goedkeuring van de selectieleidraad en de procedure voor de opdracht "Cultuurhuis door middel van een DBFM-opdracht".

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

De realisatie van een nieuw cultuurhuis met bijhorende omgevingsaanleg kadert in het streven van het bestuur om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk aspecten van het gemeenschapsleven op de best mogelijke manier én best mogelijke plaats gerealiseerd of gefaciliteerd worden. 

 

Het cultuurhuis wordt gerealiseerd als een open huis waarin onder andere plaats is voor het Gemeenschapscentrum, de Academie voor Muziek en Woord Noorderkempen, de Bibliotheek en de dienst Toerisme. Het Cultuurhuis en de heraanleg van het openbaar domein vormen samen een volwaardige nieuwe cultuursite.

 

Het college besliste op 30 april 2020 om het multidisciplinaire team van Sweco Belgium nv aan te stellen voor de begeleiding bij een DBFM-opdracht voor het realiseren van een cultuurhuis in Hoogstraten.

 

De stad Hoogstraten gaat nu op zoek naar een partner om dit nieuwe cultuurhuis met omgevingsaanleg vorm te geven (‘Design’), te realiseren (‘Build’), te financieren ('Finance') en de technische installaties te onderhouden (“Maintain”).

 

Het college besliste op 26 november 2020 om de selectieleidraad en de procedure ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 14 december 2020.

 

Juridische grond

 

          Artikelen 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Artikel 38 § 1, 1°, b) en c) van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016.

          Artikel 71 van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016.

 

Argumentatie

 

Er werd een selectieleidraad “Cultuurhuis door middel van een DBFM-opdracht” opgesteld.

 

Er wordt voorgesteld om de opdracht te plaatsen middels een mededingingsprocedure met onderhandeling op grond van artikel 38, § 1, 1°, b) en c) van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016. De opdracht bevat immers ontwerp- of innovatieve oplossingen en kan niet worden gegund zonder voorafgaande onderhandelingen wegens specifieke omstandigheden die verband houden met de aard, de complexiteit of de juridische en financiële voorwaarden of wegens de daaraan verbonden risico's.

 

Deze procedure verloopt in twee fasen, namelijk een selectiefase en een gunningsfase.

 

Op basis van de selectieleidraad zullen een aantal kandidaten, die geschikt en bekwaam zijn om de opdracht uit te voeren, worden geselecteerd. De selectiecriteria werden vastgesteld overeenkomstig en binnen de grenzen van artikel 71 van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016.

 

De gemeenteraad wordt gevraagd om haar goedkeuring te verlenen aan de selectieleidraad en de procedure.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Het publiceren van de selectieleidraad op zich heeft geen financiële impact.

 

Gezien de realisatie van het cultuurhuis gepland staat tegen 2024 zijn er pas vanaf dan voorlopige ramingen in het MJP ingeschreven. De verdere procedure zal ons concretere ramingen opleveren op basis waarvan we al dan niet deze voorlopige ramingen dienen bij te stellen.

 

BESPREKING

 

Gemeenteraadslid Ward Baets kan in het programma van eisen een hele tekst terug vinden die de nadruk legt op de historiek en een schets die duidelijk maakt wat er in het cultuurhuis allemaal moeten worden ondergebracht. Het aspect mobiliteit wordt echter onderbelicht, er wordt verwezen naar een studie die in een latere fase naar voor zal worden gebracht maar dat is voor het raadslid te summier. Hij roept op om voldoende aandacht te besteden aan dit aspect in deze leidraad.

 

Gemeenteraadslid Maarten Leemans maakt duidelijk dat de fractie Anders graag gezien had dat in dit dossier het luik financiën in eigen beheer zou worden gehouden. Een DBFM-formule heeft een serieuze impact op de gemeentefinanciën. Dat het mooi staat in de boekhouding en het meerjarenplan, weegt niet op tegen de meerkost en de afhankelijkheid van een investeerder in dit dossier. De kost wordt in exploitatie doorgeschoven naar de volgende 27 jaar. Raadslid Maarten Leemans leest immers letterlijk in de extra motivatie: “In een DBFM-overeenkomst worden veel projectrisico’s verschoven van de opdrachtgevende overheid naar de private opdrachtnemer, zodat de prijs voor de overheid meer vast en voorspelbaar is. De hogere (financierings)kosten zijn het gevolg van de grotere risico’s die de private opdrachtnemer op zich neemt en waarvoor financiers en investeerders een compensatie verwachten.”

Voor het raadslid is dit eerder een opsmukken van het jaarlijks financieel overzicht waarvoor we uiteindelijk gewoon een hogere prijs betalen. En dat is uiteindelijk het enige wat meer vast en voorspelbaar is … ‘t is duurder! Daarnaast heeft het raadslid ook vragen over de parkeermogelijkheden in de buurt van dit cultuurhuis. Worden deze ook opgenomen in deze opdracht? We zien ergens een kleine vermelding naar “parkeerplaats voor personeel, mindervaliden en leveringen”, maar nergens parkeergelegenheden voor de gebruikers, alhoewel toch het merendeel van de huidige parkeerplaatsen zal verdwijnen. In het eindrapport ruimtelijk onderzoek van mei 2018 dat besproken werd tijdens de gemeenteraad van 27/01/2020 lezen we hierover op blz 18 dat het aangewezen is om bij de ontwikkeling van het nieuwe gemeenschapscentrum een voldoende groot parkeeraanbod te voorzien. Er wordt van uitgegaan dat er 80 extra parkeerplaatsen nodig zijn en er wordt gekozen voor een ondergrondse parking om het parkeergebeuren niet te dominant aanwezig te laten zijn in het straatbeeld. Is dit een definitieve beslissing over het parkeren aan het nieuwe gemeenschapscentrum? En wat kost dat extra?

Tijdens de commissie openbare werken werd er duidelijk gevraagd om de raad hier voor deze gemeenteraad duidelijkheid over te verschaffen, maar dat is niet gebeurd.

Raadslid Maarten Leemans begrijpt dus dat de parking in dit gegeven niet is opgenomen, hij vraagt zich af of het de bedoeling is dat er een parkeeroplossing is tegen de realisatie van het cultuurhuis?

Daarnaast meent raadslid Maarten Leemans nog een fout te hebben gezien in de leidraad, want bouwen we een nieuw administratief centrum of een cultuurhuis? (p.14 van de draft onder punt 3.2 Scope)

 

 

Schepen Michel Jansen begrijpt de bezorgdheid over de parking, maar hij verzekert dat er wordt gewerkt aan een globaal mobiliteitsplan. De mobiliteitstafels zijn deze weken aan de gang en wanneer dit allemaal gebundeld wordt dan komen we tot een algemene beleidslijn rond mobiliteit. We gaan een grote ondergrondse parking voorzien aan de Gravin Elisabethlaan die ook gebruikt kan worden voor de gebruikers van het cultuurhuis. De Lindendreef en de Buizelstraat zijn geen straten die uitgerust zijn om veel verkeer te kunnen slikken daarom is er ook voor geopteerd om geen grote parking te voorzien in de Dr. Versmissenstraat. Uit de resultaten van de studies blijkt dat dit een vergissing zou zijn.

 

Gemeenteraadslid Ward Baets maakt duidelijk dat hij akkoord kan gaan met dit dossier, maar hij herhaalt dat er op pagina 19 wel een heel summiere toelichting is opgenomen over wat er onder het aspect mobiliteit verstaan wordt. Het gaat om een serieuze ingreep die daar gaat gebeuren, het raadslid wil dan ook dat er voldoende info aan het bureau wordt meegegeven.

 

Raadslid Maarten Leemans geeft schepen Michel Jansen gelijk dat dit moet passen in de volledige mobiliteitsvisie. Hij vraagt zich af of het de bedoeling is dat de parking ook zal gerealiseerd zijn als het cultuurhuis klaar is.

 

Gemeenteraadslid Marc Haseldonckx wil toch waarschuwen, hij vindt het wel van belang dat het handelscentrum attractief moet blijven. Ook de parkeerplaatsen aan de Jan van Cuyckparking zouden mee opgevangen worden in de parking van het cultuurhuis. Het is een heel gevoelige materie, mensen willen toch nog graag vlakbij parken. Er moet dus goed nagedacht worden, want als er nu geen parking onder het cultuurhuis wordt voorzien dan kunnen we dat later nooit meer goedmaken.

 

Schepen Michel Jansen wil en zal zeker verder werken aan de ondergrondse parking, maar hij vindt het geen goed idee om twee parkings vlakbij elkaar te voorzien. Het is volgens de schepen ook belangrijk dat we werken aan een mentaliteitsverandering waarbij mensen moeten leren om niet altijd vlakbij te moeten parkeren. Er zullen een aantal parkeerplaatsen vlakbij het cultuurhuis voorzien worden maar dit zal vooral een groene zone worden waar het leuk is om te vertoeven.

 

Gemeenteraadslid Fons Jacobs stelt zich toch vragen bij de parking onder de Gravin Elisabethlaan, dan moet het verkeer volgens hem nog altijd over de Vrijheid. Zou het niet beter zijn om te investeren in randparkings?

 

Schepen Michel Jansen besluit dat alles afhangt van de invalshoek waarmee er naar gekeken wordt. Het is alleszins toch beter om het verkeer over de Vrijheid te laten rijden dan door de wijken. Hij geeft ook nog mee dat hier over deze zaken nauw overlegd wordt met experten en studiebureaus die deze vraagstukken veel beter kunnen inschatten dan dat het college dit kan.

 

De fractie Anders zal zich onthouden omwille van de financiële constructie in dit dossier. 

 

 

BESLUIT

 

Bij 23 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Katrien Brosens, Faye Van Impe, Piet Van Bavel, Jos Martens, Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Jef Vissers, Joël Adams, Ann Tilburgs, Ans Lochten, Ilse Verachtert en Koen Van Leuven) en 3 onthoudingen (Fons Jacobs, Dimitri Van Pelt en Maarten Leemans)

Artikel 1:

De selectieleidraad voor de opdracht "Cultuurhuis door middel van een DBFM-opdracht" wordt goedgekeurd.

Artikel 2:

De bovenvermelde opdracht wordt geplaatst bij mededingingsprocedure met onderhandeling.

 

Publicatiedatum: 03/02/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 14 december 2020.

 

Goedkeuren van de samenwerkingsafspraken tussen het centrum voor leerlingenbegeleiding en de gemeentelijke basisscholen in Hoogstraten.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

De 4 gemeentelijke basisscholen hebben samenwerkingsafspraken gemaakt met het centrum voor leerlingenbegeleiding. De gemeentelijke basisscholen werken voor de leerlingenbegeleiding samen met Vrij CLB Kempen.

De samenwerkingsafspraken werden per school opgenomen als koppeling. Bij het maken van deze afspraken neemt de school de regierol op zich. Hierdoor kan schooleigen gewerkt worden. De school is immers de eerste actor in de leerlingenbegeleiding. Deze samenwerkingsafspraken vormen dan ook een instrument om aan een zorgbeleid met een zeer sterk geïntegreerde leerlingenbegeleiding te werken.

Het centrum voor leerlingenbegeleiding blijft de voornaamste partner. Tegelijkertijd kan de school andere externe partners betrekken. Voor de Hoogstraatse basisscholen werd hierbij ondersteuningsnetwerk NOA (https://www.noahelpt.be) opgenomen.

De nieuwe samenwerkingsafspraken vervangen de vroegere afsprakennota's. De samenwerkingsafspraken worden twee keer per jaar geëvalueerd.

 

Juridische grond

 

          Artikel 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Het decreet lokaal bestuur, artikel 40;

          Nieuwe gemeentewet, artikel 117;

          Het decreet van 27 april 2018 betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding, inzonderheid hoofdstuk 2, afdeling 3, artikel 14;

          Het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, art. 62, par. 1, 10°

          Het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 2018 tot operationalisering van de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding inzonderheid hoofdstuk 3, artikel 15;

 

Argumentatie

 

Overwegende dat een schoolbestuur voor elk van zijn scholen die behoren tot het gesubsidieerd gewoon en buitengewoon basisonderwijs, het voltijds gewoon secundair onderwijs, buitengewoon secundair onderwijs en deeltijds beroepssecundair onderwijs én op de leertijd samenwerkingsafspraken moet maken om erkend te worden of te blijven (de centra voor leerlingenbegeleiding die bij de inwerkingtreding van dit decreet erkend zijn, moeten geen nieuwe aanvraag tot erkenning indienen).

 

Overwegende dat de school de eerste actor is binnen de leerlingenbegeleiding en dan ook de schoolinterne leerlingenbegeleiding op zich moet nemen.

 

Overwegende dat de school hiervoor een geïntegreerd beleid op leerlingenbegeleiding uitwerkt, dat een invulling en uitwerking in alle fasen van het zorgcontinuüm per begeleidingsdomein omvat.

 

Overwegende dat de school de eindverantwoordelijke is van het beleid op leerlingenbegeleiding voor iedere fase van het zorgcontinuüm en dat zij voor de uitvoering van haar taken ondersteund wordt door schoolexterne instanties.

 

Overwegende dat de school moet samenwerken met een centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) en daarom het initiatief moet nemen tot het maken van samenwerkingsafspraken met een centrum.

 

Overwegende dat het overleg tussen de directies van de school en van het centrum voor leerlingenbegeleiding geleid heeft tot samenwerkingsafspraken.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt niet onder een actie van het meerjarenplan en heeft geen financiële impact.

 

BESPREKING

 

Gemeenteraadslid Ilse Verachtert legt uit dat de fractie CD&V achter deze afsprakennota staat, maar formuleert daarbij wel nog een aantal bedenkingen of suggesties. Het raadslid vindt het jammer dat deze afsprakennota niet op de commissie onderwijs is behandeld, het had beter geweest om daar de inhoudelijke discussie te voeren. Samenwerking tussen scholen en CLB’s is zeker belangrijk en het is ook goed dat er afspraken over worden gemaakt. Dit resulteerde in aparte afspraken per school om zo veel mogelijk aan te sluiten bij het individuele zorgbeleid van de scholen. Dit vindt raadslid Ilse Verachtert een goede zaak, omdat het een erkenning is van de professionaliteit van de scholen. Daarbij is het goed om te streven naar verbetering waar dit mogelijk is. Zo zou er bijvoorbeeld een uitwisseling van 'good practices' tussen scholen kunnen georganiseerd worden om zo kwaliteitsverhoging in de hand te werken. Gemeenteraadslid Ilse Verachtert vraagt zich af of de stad hier een regierol in kan opnemen om deze kwaliteit aan te zwengelen. Het raadslid stelt vast dat in sommige afsprakennota's nog een aantal vragen staan van de scholen in verband met privacy. In augustus 2020 keurde de gemeenteraad een protocolakkoord goed over de uitwisseling van persoonsgegevens tussen scholen en CLB’s. Ze vraagt zich af hoe de vragen die hier nog naar boven zijn gekomen moeten bekeken worden ten aanzien van het eerder goedgekeurde protocolakkoord. Levert dit protocolakkoord een antwoord op deze vragen?

 

Schepen Faye Van Impe laat het uitzoeken hoe deze samenwerkingsafspraken en het protocolakkoord juridisch op elkaar aansluit en zal een antwoord laten bezorgen. De schepen vindt het fijn dat er positief gekeken worden naar deze samenwerkingsafspraken. Ze licht toe dat er nu al op regelmatige basis een directie-overleg is waar de directeurs onderling overleggen, daarnaast is er ook een overleg met de directeurs en de schepen en vier keer per jaar wordt er ook een DIBAH georganiseerd waar alle basisscholen op het grondgebied aan deelnemen. Dit thema zou daarop kunnen geagendeerd worden om dit over de netten heen te bekijken. De stad wil en kan zeker een regierol opnemen, zoals we dat trouwens ook voor andere thema's doen.

 

 

BESLUIT

 

Bij 26 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Katrien Brosens, Faye Van Impe, Piet Van Bavel, Jos Martens, Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Joël Adams, Maarten Leemans, Ann Tilburgs, Ans Lochten, Ilse Verachtert en Koen Van Leuven)

Enig artikel:

De gemeenteraad keurt de samenwerkingsafspraken tussen het CLB (centrum voor leerlingenbegeleiding) en de gemeentelijke basisscholen goed.

 

Publicatiedatum: 03/02/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 14 december 2020.

 

Goedkeuren van de gemeentelijke dotatie 2021 aan de politiezone Noorderkempen.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

Het budget 2021 voor de politiezone Noorderkempen werd goedgekeurd in de politieraad van 9 november 2020.

De gemeente financiert zowel de reguliere werking als de investeringen van de politiezone. Dat betekent dat de gemeentelijke dotatie in principe opgesplitst moet worden in een werkingssubsidie (subsidie als tussenkomst in de werking van de zone) en een investeringssubsidie (subsidie om vaste activa te verwerven of te behouden).

 

Juridische grond

 

          Artikelen 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Artikel 71 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

De dotaties aan politiezone Noorderkempen werden voorzien in het budget 2021 van het MJP 2020-2025.

          Werkingsdotatie: 1.961.492 EUR

          Investeringsdotatie: 34.996 EUR

 

BESPREKING

 

Gemeenteraadslid Marc Haseldonckx vraagt zich af waarom deze dotatie nu pas op de gemeenteraad staat geagendeerd, terwijl de aanpassing van het meerjarenplan al in de gemeenteraad van november werd goedgekeurd.

 

Schepen Roger Van Aperen geeft het raadslid gelijk, dit had inderdaad beter ook mee opgenomen geweest op de agenda van de gemeenteraad van november.

 

 

BESLUIT

 

Bij 26 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Katrien Brosens, Faye Van Impe, Piet Van Bavel, Jos Martens, Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Joël Adams, Maarten Leemans, Ann Tilburgs, Ans Lochten, Ilse Verachtert en Koen Van Leuven)

Enig artikel:

De gemeenteraad gaat akkoord dat de stad in 2021 de politiezone Noorderkempen voor volgende bedragen ondersteunt:

          Werkingsdotatie: 1.961.492 EUR

          Investeringsdotatie: 34.996 EUR.

 

Publicatiedatum: 03/02/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 14 december 2020.

 

Vaststellen van de gemeentelijke aanvullende belasting op de personenbelasting - aanslagjaar 2021.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanduiding

 

De gemeentelijke aanvullende belasting op de personenbelasting - aanslagjaar 2021 - dient door de gemeenteraad te worden vastgesteld.

In het budget 2021 werd rekening gehouden met een aanvullende personenbelasting van 6%.

 

Juridische grond

 

          Artikelen 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Artikelen 465 tot en met 470bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.

          De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt onder  actie "Doorlopend en recurrent beleid" met nr. 6/15/59/1, Algemene rekening "Aanvullende belasting op personenbelasting" met nr. 73010000 en beleidsitem "Fiscale aangelegenheden" met nummer 020-00.

Voorziene budget 2021: 5.055.190,52 EUR.

 

BESPREKING

 

Schepen Roger Van Aperen verduidelijkt dat met de vaststelling van de personenbelasting en de opcentiemen er wordt uitgevoerd wat in het begin van de legislatuur werd beloofd, met name dat de aanslagvoet en de opcentiemen dezelfde zou blijven.

 

BESLUIT

 

Bij 26 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Katrien Brosens, Faye Van Impe, Piet Van Bavel, Jos Martens, Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Joël Adams, Maarten Leemans, Ann Tilburgs, Ans Lochten, Ilse Verachtert en Koen Van Leuven)

Artikel 1:

De gemeenteraad stelt, voor het aanslagjaar 2021, de gemeentelijke aanvullende belasting op de personenbelasting vast op 6%.

 

Publicatiedatum: 03/02/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 14 december 2020.

 

Vaststellen gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing aanslagjaar 2021.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

Brief van de Vlaamse Belastingdienst i.v.m. gebudgetteerde opbrengsten opcentiemen onroerende voorheffing aanslagjaar 2021.

Raming onroerende voorheffing voor 2021: 10.327.800,54 EUR.

 

Juridische grond

 

                      Artikel 170, §4, van de Grondwet.

                      Artikel 464, 1°, van het Wetboek Inkomstenbelastingen van 10 april 1992.

                      Decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.

            Artikelen 42, §3, 186, 187 en 253, §1, 3°, van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005.

                      Decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit.

            Decreet van 18 november 2016 houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt onder  actie "Doorlopend en recurrent beleid" met nr. 6/15/59/1, Algemene rekening "Opcentiemen op onroerende voorheffing" met nr. 73000000 en beleidsitem "Fiscale aangelegenheden" met nummer 020-00.

Voorziene budget 2021: 10.327.800,54 EUR.

 

BESLUIT

 

Bij 26 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Katrien Brosens, Faye Van Impe, Piet Van Bavel, Jos Martens, Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Joël Adams, Maarten Leemans, Ann Tilburgs, Ans Lochten, Ilse Verachtert en Koen Van Leuven)

Enig artikel :

De gemeenteraad stelt voor het aanslagjaar 2021, de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing vast op 881,61.

 

Publicatiedatum: 03/02/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 14 december 2020.

 

Kennisname van het budget 2021 van de kerkfabriek Allerheiligste Verlosser Meerle.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

De exploitatie vertoont in het budget 2021 een overschot van 56 660,05 EUR en in de investeringen wordt een een overschot genoteerd van 0,00 EUR.

Er is geen bijdrage nodig van de gemeente.

 

Juridische grond

 

                      Artikel 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

                      Artikelen 45 t/m 50 van het Eredienstendecreet d.d. 7 mei 2004.

 

Argumentatie

 

Het budget 2021 van de kerkfabriek Allerheiligste Verlosser dient ter kennisname te worden voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt niet onder een actie van het meerjarenplan en heeft geen financiële impact.

 

BESLUIT

 

Enig artikel :

De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2021 van de kerkfabriek Allerheiligste Verlosser te Meerle.

 

Publicatiedatum: 03/02/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 14 december 2020.

 

Kennisname van het budget 2021 van de Kerkfabriek O.L.V. Bezoeking Meer.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

De exploitatie vertoont een overschot van 253,99 EUR en in de investeringen wordt een overschot genoteerd van 0,00 EUR.

Er is geen bijdrage nodig van de gemeente.

 

Juridische grond

 

                      Artikel 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

                      Artikelen 45 t/m 50 van het Eredienstendecreet d.d. 7 mei 2004.

 

Argumentatie

 

Het budget 2021 van de kerkfabriek O.L.V. Bezoeking wordt ter kennisname voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt niet onder een actie van het meerjarenplan en heeft geen financiële impact.

 

BESLUIT

 

Enig artikel :

De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2021 van de kerkfabriek OLV Bezoeking Meer.

 

Publicatiedatum: 03/02/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 14 december 2020.

 

Kennisname van het budget 2021 van de Kerkfabriek Sint Jan Evangelist Begijnhof Hoogstraten.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

De exploitatie vertoont in het budget 2021 een overschot van 44 999,78 EUR en in de investeringen wordt een 0-resultaat genoteerd.

Er is geen bijdrage nodig van de gemeente.

 

Juridische grond

 

                      Artikel 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

                      Artikelen 45 t/m 50 van het Eredienstendecreet d.d. 7 mei 2004.

 

Argumentatie

 

Het budget 2021 van de kerkfabriek St. Jan Evangelist wordt ter kennisname voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt niet onder een actie van het meerjarenplan en heeft geen financiële impact.

 

BESLUIT

 

Enig artikel :

De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2021 van de kerkfabriek St. Jan Evangelist Begijnhof.

 

Publicatiedatum: 03/02/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 14 december 2020.

 

Kennisname van het budget 2021 van de Kerkfabriek Sint-Katharina Hoogstraten.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

De exploitatie vertoont een overschot van 125.346,56 EUR en in de investeringen wordt een tekort genoteerd van 600 EUR.

Er is geen bijdrage nodig van de gemeente.

 

Juridische grond

 

                      Artikel 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

                      Artikelen 45 t/m 50 van het Eredienstendecreet d.d. 7 mei 2004.

 

Argumentatie

 

Het budget 2021 van de kerkfabriek St. Katharina wordt voor kennisname voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt niet onder een actie van het meerjarenplan en heeft geen financiële impact.

 

BESLUIT

 

Enig artikel :

De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2021 van de kerkfabriek Sint-Katharina Hoogstraten.

 

Publicatiedatum: 03/02/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 14 december 2020.

 

Kennisname van het budget 2021 van de Kerkfabriek Sint Clemens Minderhout.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

De exploitatie vertoont een overschot van 111,59 EUR en in de investeringen wordt een resultaat genoteerd van 0 EUR.

Er is geen bijdrage van de gemeente nodig.

 

Juridische grond

 

                      Artikel 40 en 41 van het decreet van lokaal bestuur van 22 december 2017.

                      Artikelen 45 t/m 50 van het Eredienstendecreet d.d. 7 mei 2004.

 

Argumentatie

 

Het budget 2021 van de kerkfabriek Sint Clemens Minderhout wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt niet onder een actie van het meerjarenplan en heeft geen financiële impact.

 

BESPREKING

 

Gemeenteraadslid Marc Haseldonckx stelt in het budget 2021 vast dat er een bedrag van 390.000 EUR werd ingeschreven als inkomst. Wat wordt er hier verkocht, wil het raadslid weten, er staan immers geen toelichtingen bij.

 

Schepen Roger Van Aperen weet dat de noodkerk verkocht zal worden, waarmee hij niet gezegd wil hebben dat de stad dit gaat aankopen.

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1 :

De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2021 van de kerkfabriek Sint Clemens Minderhout.

 

Publicatiedatum: 03/02/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 14 december 2020.

 

Kennisname van het budget 2021 van de Kerkfabriek Sint Jan Baptist Wortel.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

De exploitatie vertoont een overschot van 40.073,87 EUR en de investeringen een overschot van 226.491,38 EUR.

Er is geen bijdrage nodig van de gemeente.

 

Juridische grond

 

                      Artikel 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

                      Artikelen 45 t/m 50 van het Eredienstendecreet d.d. 7 mei 2004.

 

Argumentatie

 

Het budget 2021 van de kerkfabriek St. Jan Baptist wordt voor kennisname voorgelegd.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt niet onder een actie van het meerjarenplan en heeft geen financiële impact.

 

BESLUIT

 

Enig artikel :

De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2021 van de kerkfabriek St. Jan Baptist Wortel.

 

Publicatiedatum: 03/02/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 14 december 2020.

 

Goedkeuren van de samenwerkingsovereenkomst met Beleef Hoogstraten.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

Binnen het project Straat in 't Vizier zijn een aantal inspraakmomenten ingericht. Een aantal initiatieven zijn hieruit voortgevloeid. Ook binnen Unizo Hoogstraten en de Hoogstraatse Horeca zocht men al een tijdje naar een vernieuwde samenwerking met elkaar en met de stad.

 

Juridische grond

 

          Artikel 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          De afsprakennota tussen stadsbestuur Hoogstraten en Beleefhoogstraten.be m.b.t de website die Hoogstraten en het ondernemerschap promoot, zoals deze is goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 11 juni 2018.

 

Argumentatie

 

Initiatieven om de lokale economie vanuit het bestuur goed te kunnen ondersteunen, zijn productiever en effectiever wanneer de neuzen in dezelfde richting staan bij zowel bestuur als ondernemers en hun belangenorganisaties. Daartoe is het ook aangewezen dat we onderling bepaalde afspraken op papier zetten. Naast het kernwinkelgebied is er ook aandacht gegaan naar vertegenwoordiging vanwege de deeldorpen.

 

Ook periodes van de corona-golven tonen aan dat een goede samenwerking op lokaal vlak onontbeerlijk is.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt onder actie "we ondersteunen lokale ondernemers door de oprichting van een ondernemersloket" van het meerjarenplan, met actienummer: 4/2/4/1, beleidsitem: Handel en middenstand met nummer 0500 en algemeen rekeningnummer: 61599999.

Voorziene budget in het meerjarenplan:  76.816,00 EUR.

Reeds gebruikt budget: 24.685,33 EUR.

Beschikbaar budget op vandaag: 52.130,67 EUR.

Budget nodig voor dit besluit: 1.000 EUR voor 2020 en 10.000 EUR voor 2021 en volgende.

 

De financieel directeur heeft visum verleend op 6/11/2020.

 

BESPREKING

 

Voorzitter Jef Vissers merkte een dt-fout op in de samenwerkingsovereenkomst en vraagt om dit recht te zetten.

 

BESLUIT

 

Bij 26 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Katrien Brosens, Faye Van Impe, Piet Van Bavel, Jos Martens, Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Joël Adams, Maarten Leemans, Ann Tilburgs, Ans Lochten, Ilse Verachtert en Koen Van Leuven)

Artikel 1:

De overeenkomst voor een betere samenwerking tussen de stadsdiensten en Unizo Hoogstraten m.b.t. Beleef Hoogstraten als volgt goed te keuren:

 

Art. 1 Doel van de samenwerking

Het doel van deze samenwerking is het ondersteunen van alle Hoogstraatse ondernemers, met bijzondere aandacht voor de Hoogstraatse horeca en middenstand.

 

Art. 2 Verplichtingen

1. Unizo Hoogstraten maakt minstens jaarlijks een actieplan op waarin beschreven staat welke activiteiten ze gaan oppakken in functie van het doel van deze overeenkomst. Dit plan wordt besproken met en goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen.

 

2. Unizo Hoogstraten zal voor het opstellen van dit actieplan een werkgroep ‘Beleef Hoogstraten’ oprichten. De werkgroep bestaat minstens uit twee vertegenwoordigers van de winkeliers, twee vertegenwoordigers van de horeca (inclusief verblijfstoerisme) en twee vertegenwoordigers van de dienstensector. Per sector is er telkens minstens 1 vertegenwoordiger van het kernwinkelgebied en 1 vertegenwoordiger van de deeldorpen. De verhouding tussen vertegenwoordigers van het kernwinkelgebied en van de deeldorpen bedraagt 50%.

 

3. Unizo Hoogstraten rapporteert minstens jaarlijks aan het college van burgemeester en schepenen over de uitgevoerde acties en de afrekening van de hieraan verbonden kosten.

 

4. Het college van burgemeester en schepenen evalueert jaarlijks de uitgevoerde acties en hun kostprijs aan de hand van de jaarafrekening en een verantwoordingsnota.  

 

5. Unizo werkt voor de uitvoering van het actieplan zoveel mogelijk samen met Hoogstraatse ondernemers en gebruikt zoveel mogelijk Hoogstraatse producten.

 

6. Stad Hoogstraten zal voor de evenementen georganiseerd in het kader van deze overeenkomst een vergunning afleveren volgens de geldende voorwaarden. Ook het gebruik van de materialen van de uitleendienst van de stad Hoogstraten voor deze activiteiten, is mogelijk volgens het geldende gemeentelijk reglement. Een andere tussenkomst vanwege de stadsdiensten is niet voorzien.

 

7. Unizo Hoogstraten zet een proactieve werking op voor het verwelkomen van starters uit middenstand en horeca met minstens een welkomst- en kennismakingspakket en een plaatsbezoek.

 

Art. 3 Actieplan

Behoren tot het werkveld en de actieradius van de werkgroep ‘Beleef Hoogstraten’ en kunnen derhalve onderdeel vormen van het actieplan:

 

1. Het organiseren van evenementen die de naamsbekendheid van Hoogstraten ten goede komen en extra klanten aantrekken, bijvoorbeeld organisatie opendeurdagen.

 

2. Hoogstraatse ondernemers en bedrijven en hun producten en diensten in de kijker zetten, bijvoorbeeld door middel van testimonials.

 

3. Samenwerking tussen Hoogstraatse ondernemers verbeteren. Bijvoorbeeld door het organiseren van een gezamenlijke inkoop van diensten of producten of door de organisatie van netwerkmomenten.

 

4. Koop lokaal acties organiseren en promoten.

 

5. Een overzicht maken van Hoogstraatse bedrijven en hun producten en dit regelmatig actualiseren. 

 

Art. 4 Betalingen

Stad Hoogstraten betaalt Unizo Hoogstraten een bedrag van 1.000 EUR in 2020 als opstartpremie en 10.000 EUR per jaar in de volgende jaren door middel van het toekennen van een nominale toelage zolang de overeenkomst loopt.

 

Art. 5 Duur en beëindiging

De samenwerkingsovereenkomst gaat van start op 15 december 2020 en loopt tot 31 december 2021. Indien het college van burgemeester en schepenen de samenwerking positief evalueert zoals voorzien is in artikel 2 punt 4, zal deze overeenkomst stilzwijgend verlengd worden met telkens één jaar.

Ten laatste op 31 december 2025 eindigt deze samenwerkingsovereenkomst. Stilzwijgende verlenging is dan meer niet mogelijk. 

 

Art. 6 Slotbepalingen

De afsprakennota over de werking van de website beleefhoogstraten.be vormt een integraal onderdeel van deze samenwerkingsovereenkomst en wordt als addendum aan de overeenkomst toegevoegd.

 

Artikel 2:

De nominale toelage voor 2020 van 1.000 EUR, zoals voorzien in bovenstaand reglement, goed te keuren en over te schrijven op het rekeningnummer van Unizo Hoogstraten vzw.

Artikel 3:

Dit besluit ter kennis te geven aan Unizo Hoogstraten, de diensten communicatie en financiën van de stad Hoogstraten.

 

Publicatiedatum: 03/02/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 14 december 2020.

 

Kennisname en goedkeuring van de subsidieverdeling van gemeentelijke activiteiten.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

Overzicht:

 

          93 verenigingen hebben tijdig een subsidiedossier ingediend voor deelname gemeentelijke activiteiten (voor 1 oktober 2020).

 

Berekening:

 

          Nazicht en berekening van de ingediende aanvraagdossiers gebeurde door de dienst evenementen en dit volgens het reglement.

          deelname aan officiële plechtigheid met vaandel: 15 EUR

          deelname aan een info-avond: 10 EUR

          sensibilisering en fondsenwerving: 20 EUR

          actieve participatie in gemeentelijk project: 50 EUR

In totaal worden er voor 6.555,00 EUR subsidies uitbetaald aan 93 verenigingen.

 

Juridische grond

 

          Artikel 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Het globaal reglement op de ondersteuning van verenigingen dat op 27 juni  2011 door de gemeenteraad werd goedgekeurd.

 

Argumentatie

 

Het erkenningscomité werd in kennis gesteld  over de berekening en verdeling van de subsidie gemeentelijke activiteiten werkjaar 2019-2020.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt onder actie "Het lokaal bestuur ondersteunt erkende Hoogstraatse verenigingen, die een belangrijk deel van het vrijetijdsaanbod in Hoogstraten realiseren." van het meerjarenplan, met actienummer: 5/11/42/1, beleidsitem: Overige culturele instellingen  met nummer 709-00 en algemeen rekeningnummer: 64930000 Algemene werkingssubsidies aan verenigingen.

Voorziene budget in het meerjarenplan: 42.433,00 EUR.

Reeds gebruikt budget: 32.333,00 EUR.

Beschikbaar budget op vandaag:10.100,00 EUR.

Budget nodig voor dit besluit: 6.555,00 EUR.

 

De financieel directeur heeft op 16 november 2020 een visum verleend.

 

BESLUIT

 

Enig artikel:

De gemeenteraad neemt kennis van de subsidieverdeling subsidies gemeentelijke activiteiten.

 

Publicatiedatum: 03/02/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 14 december 2020.

 

Goedkeuren van de verordening beperkte geldigheidsduur van een conformiteitsattest.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

Kempens Woonplatform Noord diende een subsidiedossier in, zoals goedgekeurd door de bevoegde minister d.d. 12 december 2019, waarbij ‘het beperken van de geldigheidsduur van conformiteitsattesten’ als aanvullende activiteit werd opgenomen voor de stad Hoogstraten.

De stuurgroep Kempens Woonplatform Noord besprak dit thema op 27 oktober 2020.

Het lokaal bestuur wenst in te zetten op het bevorderen van de woningkwaliteit met het oog op het realiseren van het recht op menswaardig wonen.

De conformiteit van de woning of kamer kan vastgesteld worden door de bevoegde personen, zoals opgenomen in oud artikel 3 van het optimalisatiebesluit woningkwaliteit; nieuw art. 3.4 besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen.

De voormelde optimalisatieregelgeving zal de systematiek i.v.m. de vaststelling van de conformiteit van woningen wijzigen vanaf 1 januari 2021;

De relevante Vlaamse woonregelgeving, waaronder ook de optimalisatieregelgeving, wordt vanaf 1 januari 2021 daarnaast ook gecoördineerd in een ‘Vlaamse Codex Wonen’ en een globaal ‘besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen’:

 

Oude regelgeving

Wijziging/vervanging vanaf 1/1/2021

Coördinatie  vanaf 1/01/2021

Vlaamse Wooncode 15 juli 1997

=> Wordt gewijzigd door optimalisatiedecreet woningkwaliteit 29 maart 2019

=> Wordt gecodificeerd in Vlaamse Codex Wonen 2021

Woonkwaliteitsbesluit 12 juli 2013

=> Wordt vervangen door optimalisatiebesluit woningkwaliteit 24 mei 2019

=> Wordt gecodificeerd in Besluit uitvoering Vlaamse Codex Wonen 2021

 

In het kader van het conformiteitsonderzoek worden de mogelijke gebreken aan een woning voortaan onderverdeeld in 3 categorieën (oud art. 5, §1, derde lid Vlaamse Wooncode; nieuw art. 3.1, §1, derde lid Vlaamse Codex Wonen):

 

1)      gebreken van categorie I: kleine gebreken die de levensomstandigheden van de bewoners negatief beïnvloeden of die potentieel kunnen uitgroeien tot ernstige gebreken;

2)      gebreken van categorie II: ernstige gebreken die de levensomstandigheden van de bewoners negatief beïnvloeden maar die geen direct gevaar vormen voor hun veiligheid of gezondheid, waardoor de woning niet in aanmerking zou komen voor bewoning;

3)      gebreken van categorie III: ernstige gebreken die mensonwaardige levensomstandigheden veroorzaken of die een direct gevaar vormen voor de veiligheid of de gezondheid van de bewoners, waardoor de woning niet in aanmerking komt voor bewoning.”;

 

De burgemeester of de gewestelijk ambtenaar van het Agentschap Wonen-Vlaanderen kan een conformiteitsattest weigeren en een woning of kamer ongeschikt verklaren, indien o.m. uit het technisch verslag van een conformiteitsonderzoek blijkt dat een woning of een kamer minstens één gebrek vertoont uit categorie II of categorie III (geen ‘conforme woning’ cf. oud art. 2, §1, eerste lid, 4bis Vlaamse Wooncode; nieuw art. 1.3, §1, eerste lid, 7° Vlaamse Codex Wonen); 7 of meer gebreken uit categorie I worden gelijkgesteld met 1 gebrek uit categorie II (cf. nieuw technisch verslag).

 

Juridische grond

 

          Artikelen 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          De Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, zoals gewijzigd;

          Het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

          Het decreet van 29 maart 2019 tot wijziging van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, hierna optimalisatiedecreet woningkwaliteit, inzonderheid artikel 4;

          Het Besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 2019 betreffende de kwaliteitsbewaking, hierna het optimalisatiebesluit woningkwaliteit;

          De Vlaamse Codex Wonen van 2021;

          Het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

          Het subsidiedossier van Kempens Woonplatform Noord, zoals goedgekeurd door de bevoegde minister d.d. 12 december 2019, waarbij ‘het beperken van de geldigheidsduur van conformiteitsattesten’ als aanvullende activiteit werd opgenomen voor de stad Hoogstraten;

 

Argumentatie

 

Het conformiteitsattest vervalt van rechtswege, o.m. vanaf het ogenblik dat er een termijn van 10 jaar of een termijn die vastgesteld wordt door de gemeenteraad, met een maximum van 10 jaar, is verstreken na de afgifte van het conformiteitsattest (oud art. 10 Vlaamse Wooncode; nieuw art. 3.9 Vlaamse Codex Wonen).

Een verhuurder die beschikt over een conformiteitsattest kan aantonen dat de woning of kamer op het moment van het conformiteitsonderzoek conform is aan de geldende veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten.

In de voormelde gemeentelijke verordening werd de geldigheidsduur van het conformiteitsattest nog beperkt tot 5 jaar indien de woning of kamer 12 of meer strafpunten scoorde. Door de wijzigingen aan de regelgeving wordt er vanaf 1 januari 2021 niet langer met strafpunten gewerkt in het technisch verslag en kan er bijgevolg niet langer uitvoering gegeven worden aan de betreffende bepaling in de gemeentelijke verordening, waardoor deze gewijzigd dient te worden.

De algemene aanwezigheid van enkel glas in minstens 1 woonlokaal of badkamer bij een woning of kamer geldt vanaf 1 januari 2023 bij een conformiteitsonderzoek als een gebrek van categorie II (nieuw technisch verslag), waardoor het conformiteitsattest geweigerd kan worden en ze ongeschikt verklaard kan worden.

De kwaliteit van woningen en kamers kan ten allen tijde verslechteren:  één enkel gebrek van categorie I is onvoldoende ernstig voor een weigering van het conformiteitsattest en ongeschiktverklaring. Een woning of kamer met 5 of meer gebreken uit categorie I kan snel evolueren tot meerdere kleinere gebreken of tot een ernstig gebrek en bijgevolg ook naar niet-conforme woningen en kamers;

De vooropgestelde datum van inwerkingtreding van het optimalisatiedecreet woningkwaliteit en het optimalisatiebesluit woningkwaliteit wordt op 1 januari 2021 gelegd. De inwerkingtreding van voorliggend reglement wordt afgestemd op de datum van inwerkingtreding van het optimalisatiedecreet woningkwaliteit en optimalisatiebesluit woningkwaliteit;

De kostprijs van een conformiteitsattest kan vastgelegd worden in een gemeentelijk retributiereglement. Bij afwezigheid van een gemeentelijk retributiereglement wordt het conformiteitsattest gratis afgeleverd.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt niet onder een actie van het meerjarenplan en heeft geen financiële impact.

 

BESPREKING

 

Gemeenteraadslid Maarten Leemans vraagt zich af of alle lopende huurovereenkomsten vanaf 01/01/2021 over zo’n attest moeten beschikken? Daarnaast heeft het raadslid ook de vraag wie voor het stadsbestuur de controle gaat doen op de te verhuren woningen om na te gaan of zij wel aan de kwaliteitseisen voldoen.  Gaat dit over gemeentelijke personeelsleden of wordt dit uitbesteed?  

 

Raadslid Jos Matthé weet dat mensen met een beperkt inkomen die op de privé-markt een huis huren een Vlaamse huursubsidie kunnen aanvragen. Hiervoor hebben ze een conformiteitsattest nodig. Het raadslid vraagt zich af of deze mensen zelf een attest moeten aanvragen en betalen, of kunnen ze hiervoor het conformiteitsattest van de verhuurder gebruiken?

 

Gemeenteraadslid Marc Haseldonckx vraagt zich af of dit conformiteitsattest een verplichting wordt.

 

Schepen Roger Van Aperen maakt duidelijk dat dit attest nu geen verplichting is, als we dit willen doen dan moet er een verordening voor worden opgemaakt en zal er ook moeten gehandhaafd worden. Maar hiermee wordt de huurder wel in de mogelijkheid gesteld om dit attest aan te vragen en dit volgens de norm van de wet. De controles zullen vanuit IOK gebeuren want ze passen in de samenwerking met Kempisch Woonplatform.

 

Voor raadslid Marc Haseldonckx is dit toch niet zo duidelijk. "Elke verhuurder moet een document aanvragen om een woning te verhuren.", zo staat er in dit reglement. Hoe moet dit dan gelezen worden, vraagt hij zich af?

 

Schepen Roger Van Aperen vult aan dat er op dit moment gestreefd wordt om zo veel mogelijk van het conformiteitsattest gebruik te maken, maar het is dus geen verplichting. We willen vooral zo veel mogelijk sensibiliseren. De schepen legt uit dat degene die het attest aanvraagt het ook zal moeten betalen, dat kan de verhuurder zijn maar evengoed de huurder.

 

Raadslid Maarten Leemans wil weten of een verhuurder, als hij weet dat zijn woning niet conform is, dit nog altijd kan blijven verhuren?

Volgens schepen Roger Van Aperen kan dat in theorie inderdaad. De schepen maakt duidelijk dat hij in 2021 wil bekijken of dit reglement kan worden bijgestuurd en mogelijk verplicht gemaakt worden, hij wil dit laten afhangen van de aanvragen die er volgend jaar binnen komen.

 

Raadslid Fons Jacobs concludeert dat diegenen die dergelijk attest nodig hebben, degenen zijn die het zullen moeten voorleggen aan een of andere instantie. De zwakste partij zal dus voor de kosten moeten opdraaien. Hij deelt dan ook de bekommernis van collega raadslid Jos Matthé.

 

 

BESLUIT

 

Bij 25 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Faye Van Impe, Piet Van Bavel, Jos Martens, Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Joël Adams, Maarten Leemans, Ann Tilburgs, Ans Lochten, Ilse Verachtert en Koen Van Leuven)

Artikel 1:

De geldigheidsduur van het conformiteitsattest dat wordt afgeleverd vanaf  de inwerkingtreding van dit reglement, wordt beperkt tot minder dan 10 jaar in volgende specifieke situaties:

          Indien uit het technisch verslag van het conformiteitsonderzoek blijkt dat bij een woning of kamer in minstens 1 woonlokaal of badkamer algemeen nog enkel glas aanwezig is, dan wordt de geldigheidsduur beperkt tot 31 december 2022;

          Indien uit het technisch verslag van het conformiteitsonderzoek blijkt dat een woning of kamer 5 of meer gebreken vertoont uit categorie I, dan wordt de geldigheidsduur beperkt tot 5 jaar;

Artikel 2:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2021.

Artikel 3:

De kostprijs van het conformiteitsattest is vastgelegd in het gemeentelijk retributiereglement op het afleveren van conformiteitsattesten voor huurwoningen en kamerwoningen.

 

Publicatiedatum: 03/02/2021
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Openbare zitting van GR van maandag 14 december 2020.

 

Goedkeuring van het reglement retributie op de behandeling van een aanvraag van een conformiteitsattest.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

De wetgeving bepaalt dat elke woning die verhuurd wordt in het Vlaams Gewest moet voldoen aan een aantal minimale eisen op het vlak van veiligheid, gezondheid en woningkwaliteit. De eigenaar-verhuurder kan dit aantonen op basis van een conformiteitsattest.

 

Met het conformiteitsattest kan een eigenaar-verhuurder aantonen dat de woning voldoet aan de gestelde veiligheids- en kwaliteitseisen van de Vlaamse Wooncode. Bovendien wordt op het conformiteitsattest het maximum aantal toegelaten bewoners vermeld.

 

Juridische grond

 

          Artikelen 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit;

          Het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, zoals gewijzigd;

          Het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

          Het decreet van 29 maart 2019 tot wijziging van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, hierna  optimalisatiedecreet woningkwaliteit;

          Het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 2019 betreffende de woningkwaliteitsbewaking, hierna optimalisatiebesluit woningkwaliteit;

          De Vlaamse Codex Wonen van 2021;

          Het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

          Het gemeentelijk retributiereglement op conformiteitsattesten d.d. 16 december 2019;

 

Argumentatie

 

De voormelde optimalisatieregelgeving zal de bepalingen rond de retributie m.b.t. de conformiteit van woningen wijzigen vanaf 1 januari 2021.

De relevante Vlaamse woonregelgeving, waaronder ook de optimalisatieregelgeving, wordt vanaf 1/01/2021 daarnaast ook gecoördineerd in een ‘Vlaamse Codex Wonen’ en een globaal ‘besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen’:

 

Oude regelgeving

Wijziging/vervanging vanaf 1/01/2021

Coördinatie vanaf 1/01/2021

Vlaamse Wooncode 15 juli 1997

=> Wordt gewijzigd door optimalisatiedecreet woningkwaliteit 29 maart 2019

=> Wordt gecodificeerd in Vlaamse Codex Wonen 2021

Woonkwaliteitsbesluit 12 juli 2013

=> Wordt vervangen door optimalitsatiebesluit woningkwaliteit 24 mei 2019

=> Wordt gecodificeerd in Besluit uitvoering Vlaamse Codex Wonen 2021

 

Oud artikel 8 van het optimalisatiebesluit woningkwaliteit; nieuw art. 3.9 Besluit Vlaamse Codex Wonen 2021 bepaalt dat voortaan de vergoeding voor de behandeling van een aanvraag van een conformiteitsattest wordt vastgesteld door de gemeenteraad, rekening houdend met de daarin opgenomen maximumbedragen.

Gezien aan de afgifte van een conformiteitsattest steeds een conformiteitsonderzoek voorafgaat dat uitgevoerd wordt door een woningcontroleur die door de burgemeester wordt aangewezen, met een bijhorende administratieve verwerking, is het aangewezen om voor de behandeling van een aanvraag van een conformiteitsattest een vergoeding vast te stellen.

Indien er geen aanvraag is, en de behandeling van het dossier op initiatief van de gemeente zelf gebeurt, lijkt er ook geen vergoeding te kunnen worden gevraagd. Evenmin lijkt een vergoeding gevraagd te kunnen worden i.h.k.v. de nieuwe zgn. ‘waarschuwingsprocedure’ (oud art. 14bis Vlaamse Wooncode; nieuw art. 3.10 Vlaamse Codex Wonen 2021).

 

Overeenkomstig oud art. 3 van het besluit van 20 juli 2012 houdende bepaling van de erkennings- en subsidievoorwaarden van sociale verhuurkantoren; nieuw art. 4.167 Besluit Vlaamse Codex Wonen 2021, komen alleen woningen die voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, in aanmerking om verhuurd te worden door een sociaal verhuurkantoor, en dat een sociaal verhuurkantoor een conformiteitsonderzoek kan aanvragen voor het een hoofdhuurovereenkomst sluit met het oog op de onderverhuring van een woning of een kamer;

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt onder actie 6/15/59/1 van het meerjarenplan 2020-2025 op AR 7000099 BI 119-00 met een budget van ca. 175.000 EUR/jaar.

 

BESLUIT

 

Bij 25 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Faye Van Impe, Piet Van Bavel, Jos Martens, Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Joël Adams, Maarten Leemans, Ann Tilburgs, Ans Lochten, Ilse Verachtert en Koen Van Leuven)

Artikel 1

Met ingang van 1 januari 2021 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie gevestigd op de behandeling van een aanvraag van een conformiteitsattest voor zelfstandige woningen en kamerwoningen, zoals gedefinieerd in het Besluit uitvoering Vlaamse Codex Wonen 2021.

Artikel 2

De retributie is niet verschuldigd indien er geen aanvraag is, m.n. indien de behandeling van het conformiteitsdossier op eigen initiatief van de burgemeester gebeurt, al dan niet na ontvangst van een melding over de mogelijk gebrekkige kwaliteit van een woning (in de zgn. ‘waarschuwingsprocedure’).

Artikel 3

De retributie is niet verschuldigd indien het conformiteitsattest wordt aangevraagd voor een woning of kamer die ingehuurd wordt door het sociaal verhuurkantoor of een erkende sociale huisvestingsmaatschappij.

Artikel 4

De retributie wordt vastgesteld als volgt:

– 62,5 EUR op de behandeling van een aanvraag van een conformiteitsattest voor een zelfstandige woning;

– 62,5 EUR op de behandeling van een aanvraag  van een conformiteitsattest voor een kamerwoning, verhoogd met 12,5 EUR per kamer, met een maximum van 1.250 EUR.

Artikel 5

De retributie is verschuldigd door de persoon die een conformiteitsattest aanvraagt.

Artikel 6

De retributie wordt betaald door middel van storting op het rekeningnummer en binnen de termijn vermeld in het schrijven van het gemeentebestuur.

Artikel 7

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2021.

Het gemeentelijk retributiereglement op conformiteitsattesten d.d. 16 december 2019 wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2021.

Artikel 8

De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur.

 

Publicatiedatum: 03/02/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 14 december 2020.

 

Goedkeuren van het gemeentereglement inzake het register van leegstaande gebouwen en woningen.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

De relevante Vlaamse woonregelgeving wordt vanaf 1 januari 2021 gecoördineerd in een ‘Vlaamse Codex Wonen’ en een globaal ‘besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen’. Voor de regelgeving inzake leegstand gaat het enkel om een tekstuele coördinatie en niet om een inhoudelijke wijziging. Het bestaande reglement van 27 april 2020 inzake het leegstandsregister van gebouwen en woningen wordt aangepast aan de gecoördineerde tekst.

De stad kan een register van leegstaande gebouwen en woningen bijhouden op grond van artikel 2.9. Vlaamse Codex Wonen.

De stad heeft op grond van boek 2, deel 2 besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen ook de verplichting om een leegstandsregister bij te houden, aangezien zij aangesloten is bij een intergemeentelijk samenwerkingsverband ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid (Kempens Woonplatform).

Het leegstandregister is een nuttig monitoringsinstrument ten einde de langdurige leegstand van gebouwen en woningen in kaart te brengen.

Boek 2, deel 2, titel 3 Vlaamse Codex Wonen bepaalt het decretale kader voor het leegstandregister; Een gemeentelijke verordening kan daarnaast nadere materiële en procedurele regelen bepalen.

Een gemeentelijke verordening kan de functies omschrijven die een effectief en niet- occasioneel gebruik van de woning met zich meebrengen. De stad heeft deze niet omschreven in onderhavig reglement. Dit heeft tot gevolg dat om de kwalificatie als ‘leegstaand’ te verhinderen,  een woning in principe dient aangewend te worden in overeenstemming met de woonfunctie.

De stad kan de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister toevertrouwen aan een intergemeentelijke administratieve eenheid. De stad heeft deze bevoegdheid overgedragen aan IOK bij besluit van de gemeenteraad van 18 oktober 2010. De door het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid met de opsporing van leegstaande gebouwen en woningen belaste personeelsleden bezitten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

De intergemeentelijke administratie beoordeelt de leegstand van een gebouw of een woning aan de hand van de indicaties die in dit reglement vastgelegd zijn.

 

Juridische grond

 

          Artikel 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, zoals gewijzigd.

          Het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, zoals gewijzigd

          Het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2018 over het lokaal woonbeleid, inzonderheid artikel 5, 7 en 14.

          De Vlaamse Codex Wonen van 2021.

          Het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Argumentatie

 

De stad wil een overzicht krijgen van de omvang van de problematiek van leegstaande gebouwen en woningen op haar grondgebied .

De relevante Vlaamse woonregelgeving wordt vanaf 1 januari 2021 gecoördineerd in een ‘Vlaamse Codex Wonen’ en een globaal ‘besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen’. Voor de regelgeving inzake leegstand gaat het enkel om een tekstuele coördinatie en niet om een inhoudelijke wijziging. Het bestaande reglement van 27 april 2020 inzake het leegstandsregister van gebouwen en woningen wordt aangepast aan de gecoördineerde tekst.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

De financieel directeur heeft op 30/03/2020 visum verleend, op basis van beslissing gemeenteraad op 29/04/2019 betreffende reglement leegstand.

 

BESPREKING

 

Gemeenteraadslid Maarten Leemans wil weten wat de actuele status is van de leegstaande gebouwen en woningen. Hoeveel panden zijn er opgenomen, hoe verloopt de inventarisatie, gaan er eigenaars in beroep en zijn er al panden geschrapt?

 

Raadslid Hilde Vermeiren maakt duidelijk dat de opmerkingen die CD&V had bij de vorige behandeling van dit dossier nu zijn weggewerkt, voor haar is er dus geen probleem om dit mee goed te keuren.

 

Schepen Roger Van Aperen antwoordt dat er momenteel 50 panden op de leegstandslijst en 0 panden op de lijst van verwaarloosde panden staat. Hij maakt duidelijk dat dit nieuwe reglement niets verandert aan de werkwijze van de huidige inventarisatie. Concreet betekent dit dat de stad een lijst van woningen waar geen bewoning is, bezorgt aan IOK. IOK bezoekt dan de panden om na te gaan of het effectief over een leegstaande woning gaat. De eigenaars van deze vermoedelijke leegstaande panden krijgen hierover een schrijven en kunnen hiertegen in beroep gaan. Zo werden er beroepen ingediend met onder andere een aangifte van 2de verblijven als gevolg of een functiewijziging van het pand. Het afgelopen jaar zijn er 3 panden geschrapt van de leegstandslijst.

 

BESLUIT

 

Bij 25 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Faye Van Impe, Piet Van Bavel, Jos Martens, Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Joël Adams, Maarten Leemans, Ann Tilburgs, Ans Lochten, Ilse Verachtert en Koen Van Leuven)

Enig artikel:

De gemeenteraad keurt het reglement inzake het register van leegstaande gebouwen en woningen dat ingaat op 1 januari 2021 goed.

De gemeenteraadsbeslissing van 27 april 2020 houdende goedkeuring van het gemeentereglement inzake het register leegstand wordt met ingang van 1 januari 2021 opgeheven en vervangen door onderhavig reglement. Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2021 en wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 285 t.e.m. 287 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

Het reglement wordt zoals onderstaand bepaald.

 

1.Definities

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

1.  Administratie: de personeelsleden van de intergemeentelijke administratieve eenheid die door het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid belast worden met de opmaak, opbouw, beheer en actualisering van het leegstandsregister en de opsporing van leegstaande panden.

2.  Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a.een aangetekend schrijven.

b.een afgifte tegen ontvangstbewijs.

3.Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.

4.Leegstaand gebouw: een gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning of -melding milieuvergunning of -melding , of uitgereikte omgevingsvergunning of meldingsakte als vermeld in artikel 6 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden. Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 april 1995 houdende               maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten. In afwijking van het 1ste lid wordt een nieuw gebouw als leegstaand beschouwd indien dat gebouw binnen 7 jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig het 1ste lid.

5.Leegstaande woning: een woning die gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie: In afwijking van het 1ste lid wordt een nieuwe woning als leegstaand beschouwd indien de woning binnen 7 jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig het 1ste lid.

6.Leegstandsregister: het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen en woningen, vermeld in art 2.9. Vlaamse Codex Wonen ;

7.Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande.

8. Houder van het zakelijk recht: de persoon of de personen met een recht van volle eigendom, opstal, erfpacht of vruchtgebruik met betrekking tot een gebouw of een woning.

 

2.Wijze van inventarisatie

De administratie maakt een leegstandsregister van leegstaande woningen en gebouwen. De administratie beoordeelt de leegstand van een gebouw of een woning op basis van volgende indicaties:

1.het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning.

2.Het ontbreken van een aangifte als 2de verblijf.

3.Het ontbreken van aansluitingen op nutsvoorzieningen.

4.De aanwezigheid van een attest dat de waterleiding reeds meer dan 1 jaar afgesloten is.

5.De aanwezigheid van een attest dat de elektriciteit reeds meer dan 1 jaar afgesloten is.

6.De vermindering van het kadastraal inkomen overeenkomstig artikel 15 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992.

7.Een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik overeenkomstig de woonfunctie of de functie van het gebouw kan worden uitgesloten.

8.De onmogelijkheid om de woning of het gebouw te betreden, bv. door een geblokkeerde toegang.

9.Verzegelde toegang(en) tot de woning of het gebouw.

10.Geblindeerde (bv. dichtgeplakt, dicht geschilderd), dichtgemaakte (bv. dichtgetimmerd, gemetseld) of gesupprimeerde raamopeningen en/of               deuropeningen.

11.De winddichtheid van de woning of het gebouw is niet gewaarborgd (bv. belangrijke glasbreuk, buitenschrijnwerk kan niet meer gesloten worden).

12.De waterdichtheid van de woning of het gebouw is niet gegarandeerd: zeer zware infiltraties via dak/gevel(s); onafgewerkte ruwbouw.

13.Onafgewerkte ruwbouw.

14.Ernstige inpandige vernielingen: de woning of het gebouw is deels vernield of gesloopt.

15.Het langdurig aanbieden van de woning of het gebouw als ‘te huur’ of ‘te koop’.

16.Rolluiken in slechte staat (ernstig vervuild, mosgroei).

17.Glas- en/of buitenschrijnwerk in slechte staat (ernstig vervuild, slecht onderhouden).

18.Dakgoot en/of waterafvoerpijp in slechte staat (ernstig vervuild, slecht onderhouden, afhangend).

19.Afwezigheid van brievenbus.

20.Uitpuilende of dichtgeplakte brievenbus.

21.Storende omgevingsaanleg: slecht onderhouden omgeving/tuin.

22.De woning of het gebouw is gedeeltelijk niet bemeubeld.

23.Getuigenissen (bv. van omwonende(n), postbode, wijkagent)

24.Het ontbreken van een actief vestigings- /ondernemingsnummer in de Kruispuntbank voor ondernemingen op het adres van het gebouw.

25.Het ontbreken van handelswaar in de etalage/handelsruimte van het gebouw.

 

Een leegstaand gebouw of een leegstaande woning wordt opgenomen in het leegstandsregister, aan de hand van een genummerde administratieve akte, waarbij een fotodossier en een beschrijvend verslag, met vermelding van de elementen die de leegstand staven, gevoegd worden.

De administratieve akte, bevat als besluit de beslissing tot opname in het leegstandsregister. De datum van de administratieve akte geldt als de datum van de vaststelling van de leegstand. De administratie stelt de houders van het zakelijk recht per beveiligde zending in kennis van de beslissing tot opname van leegstaande gebouwen en woningen in het leegstandsregister. Deze kennisgeving omvat zowel de administratieve akte als het beschrijvende verslag.

 

3.Verhouding tot andere inventarissen

Een gebouw dat of een woning die in aanmerking komt voor inventarisatie in de zin van hoofdstuk II van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt nooit als een leegstaand gebouw of als een leegstaande woning beschouwd.

De bedrijfsruimten die op grond van artikel 2, 1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten worden uitgesloten van de toepassing van voormeld decreet, worden onder de aldaar vermelde voorwaarden evenmin als leegstaande gebouwen of woningen in de zin van dit reglement beschouwd.

Een gebouw dat of een woning die door de gemeente geïnventariseerd is als verwaarloosd, kan eveneens opgenomen worden in het leegstandsregister, en omgekeerd.

Woningen die door het Vlaamse Gewest geïnventariseerd zijn als ongeschikt en/of onbewoonbaar, worden niet opgenomen in het leegstandsregister.

 

4.Beroep tegen het besluit tot opname in het leegstandsregister

Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand op de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de administratieve akte, of ingaand op de datum van kennisgeving van de administratieve akte, kan een houder van het zakelijk recht bij het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid beroep aantekenen tegen de administratieve akte met de beslissing tot opname in het leegstandsregister. Het beroep wordt per beveiligde zending ingediend.

Het beroepschrift wordt gedagtekend en bevat minimaal de volgende gegevens:

1.De identiteit en het adres van de indiener.

2.De aanwijzing van de administratieve akte en van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft.

3.Een of meer bewijsstukken die aantonen dat het gebouw of de woning niet leegstaand is, met dien verstande dat de vaststelling van de leegstand betwist kan worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed.

Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de houder van het zakelijk recht, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair. De indiener voegt bij het beroepschrift de overtuigingsstukken die hij nodig acht. De overtuigingsstukken worden door de indiener gebundeld en op een bijgevoegde inventaris opgenomen.

 

Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid toetst de

ontvankelijkheid van het beroepschrift. Het beroepschrift is alleen onontvankelijk in één van de volgende gevallen:

1.Het beroepschrift is te laat ingediend of niet ingediend overeenkomstig de bepalingen van punt 4.

2.Het beroepschrift gaat niet uit van een houder van het zakelijk recht.

3.Het beroepschrift is niet ondertekend.

Als het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid vaststelt dat het beroepschrift onontvankelijk is, deelt ze dat aan de indiener mee met de vermelding dat de procedure als afgehandeld beschouwd wordt.

 

Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling, of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door een personeelslid als vermeld in artikel 2.14. Vlaamse Codex Wonen. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.

Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid doet uitspraak over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na ontvangst van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending ter kennis gebracht.

 

Als het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid het beroep gegrond acht, wordt het gebouw of de woning niet opgenomen in het leegstandsregister.

Indien de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de houder van het zakelijk recht onontvankelijk of ongegrond is, wordt het gebouw of de woning in het leegstandsregister opgenomen vanaf de datum van de vaststelling van de leegstand in de administratieve akte.

 

5.Schrapping uit het leegstandsregister

§1. Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een houder van het zakelijk recht bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 1, 4°, aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden. Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een houder van het zakelijk recht bewijst dat de woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt in overeenstemming met de functie, vermeld in artikel 1, 5°. De administratie vermeldt als datum van schrapping de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de voormelde functie.

§2. Een gebouw of woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een houder van het zakelijk bewijst dat het gebouw of de woning gesloopt werd of dat de hoofdfunctie van een gebouw of woning gewijzigd werd op grond van een niet-vervallen stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning of omgevingsvergunning. De administratie vermeldt als datum van schrapping de eerste dag waarop het gebouw of de woning werd gesloopt of de functiewijziging werd uitgevoerd, of de eerste dag waarop door de administratie kan worden vastgesteld dat het gebouw of de woning werd gesloopt of de functiewijziging werd uitgevoerd.

§3. Voor de schrapping uit het leegstandsregister richt de houder van het zakelijk recht een gemotiveerd verzoek aan de administratie via beveiligde zending. De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het leegstandsregister. Zij onderzoekt het verzoek tot schrapping op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling, of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door een personeelslid

als vermeld in artikel  2.14. Vlaamse Codex Wonen. Het verzoek wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek. De administratie neemt een beslissing over het verzoek tot schrapping binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na de ontvangst van het verzoek. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending.

§4. De administratie kan het gebouw of de woning ambtshalve uit het leegstandsregister

schrappen, indien zij vaststelt dat aan de voorwaarden voor de schrapping, vermeld in artikel 5, §1 of §2, voldaan is.

 

6.Beroep tegen het besluit tot weigering van een schrapping

§1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand op de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de weigering van het verzoek tot schrapping, of ingaand op de datum van kennisgeving van de weigering van het verzoek tot schrapping, kan een houder van het zakelijk recht bij het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid beroep aantekenen tegen deze weigering. Het beroep wordt per beveiligde zending ingediend.

§2. Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het leegstandsregister. Zij onderzoekt het verzoek tot schrapping op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling, of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door een personeelslid als vermeld in artikel 2.14. Vlaamse Codex Wonen. Het verzoek wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek. Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid doet uitspraak over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na ontvangst van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending ter kennis gebracht.

§3. Als het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid het beroep

gegrond acht, wordt het gebouw of de woning geschrapt uit het leegstandsregister met als datum van schrapping het initiële verzoek tot schrapping.

Indien de beslissing tot weigering van het verzoek tot schrapping niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de houder van het zakelijk recht ongegrond is, blijft het gebouw of de woning in het leegstandsregister opgenomen.

 

7.Slotbepaling

De gemeenteraadsbeslissing van 27 april 2020 houdende goedkeuring van het gemeentereglement inzake het leegstandsregister van gebouwen en woningen wordt met ingang van 1 januari 2021 opgeheven en vervangen door onderhavig reglement.

De panden die op heden reeds zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister, blijven opgenomen in het leegstandsregister.

Onderhavig reglement treedt in voege 1 januari 2021 en wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 285 en 287 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

 

Publicatiedatum: 03/02/2021
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Openbare zitting van GR van maandag 14 december 2020.

 

Goedkeuren gemeentereglement inzake de heffing op leegstaande gebouwen en woningen.

 

MOTIVERING

 

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

Stadbestuur Hoogstraten geeft aan dat het wenselijk is om beschikbare woningen optimaal te benutten. Hoogstraten wil langdurige leegstand van woningen en gebouwen voorkomen en bestrijden en daarom het heffingsreglement doorvoeren.

De relevante Vlaamse woonregelgeving wordt vanaf 1 januari 2021 gecoördineerd in een ‘Vlaamse Codex Wonen’ en een globaal ‘besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen’. Voor de regelgeving inzake leegstand gaat het enkel om een tekstuele coördinatie en niet om een inhoudelijke wijziging. O.a. naar aanleiding van deze coördinatie wordt het bestaande reglement van 27 april 2020 inzake de heffing op leegstand aangepast aan de gecoördineerde tekst;

 

Juridische grond

 

          Artikel 40 en 41  van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          De Grondwet, zoals gewijzigd, inzonderheid artikel 170, §4.

          Het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, zoals gewijzigd.

          Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd.

          Het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, zoals gewijzigd.

          De Vlaamse Codex Wonen van 2021.

          Het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

          Gelet op het door de Gemeenteraad van 27 april 2020 vastgesteld  reglement inzake het register van leegstaande gebouwen en woningen.

          Gelet op de financiële toestand van de stad.

 

Argumentatie

 

Stadsbestuur Hoogstraten geeft aan dat het wenselijk is om de beschikbare woningen optimaal te benutten. Hoogstraten wil langdurige leegstand van woningen en gebouwen voorkomen en bestrijden en daarom het heffingsreglement doorvoeren.

De stad kan een heffing op leegstaande gebouwen en woningen innen op grond van de gemeentelijke fiscale autonomie. De vrijstellingen in het reglement sluiten aan bij de noden en het beleid van de stad;

De relevante Vlaamse woonregelgeving wordt vanaf 1 januari 2021 gecoördineerd in een ‘Vlaamse Codex Wonen’ en een globaal ‘besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen’. Voor de regelgeving inzake leegstand gaat het enkel om een tekstuele coördinatie en niet om een inhoudelijke wijziging. O.a. naar aanleiding van deze coördinatie wordt het bestaande reglement van 27 april 2020 inzake de heffing op leegstand aangepast aan de gecoördineerde tekst;

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt onder actie "We verbreden het ruimtelijk instrumentarium" van het meerjarenplan, met actienummer: 1/1/1/3, beleidsitem: overig woonbeleid met nummer 629-00 en algemeen rekeningnummer: 73699999 "Andere belastingen op patrimonium".

Voorziene budget in het meerjarenplan: 0 EUR.

Te voorzien budget in eerstvolgende aanpassing MJP.

 

De financieel directeur heeft op 20/11/2020 visum verleend.

 

BESLUIT

 

Bij 25 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Faye Van Impe, Piet Van Bavel, Jos Martens, Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Joël Adams, Maarten Leemans, Ann Tilburgs, Ans Lochten, Ilse Verachtert en Koen Van Leuven)

 

Enig artikel:

De gemeenteraad keurt het heffingsreglement voor leegstand van gebouwen en woningen goed.

 

De gemeenteraadsbeslissing van 27 april 2019 houdende goedkeuring van het gemeentereglement inzake de leegstandsheffing wordt met ingang van 1 januari 2021 opgeheven en vervangen door onderhavig reglement. Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2021 en wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 285 t.e.m. 287 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

De heffingen worden doorgevoerd vanaf 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025.

 

Heffingsreglement zoals onderstaand bepaald.

1. ALGEMENE BEPALINGEN

Definities

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

1)      Eengezinswoning: elk bebouwd onroerend goed dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van één gezin of één alleenstaande, waarin zich geen andere woningen bevinden.

2)      Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a) een aangetekend schrijven

b) een afgifte tegen ontvangstbewijs;

3)      Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.

4)      Kamer:  een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt.

5)      Leegstaand gebouw: een gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning of -melding, milieuvergunning of -melding , of uitgereikte omgevingsvergunning of meldingsakte als vermeld in artikel 6 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.

Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is.  Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

In afwijking hiervan wordt een nieuw gebouw als leegstaand beschouwd indien dat gebouw binnen 7 jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig het 1ste lid.

6)      Leegstaande woning: een woning die gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie. In afwijking hiervan wordt een nieuwe woning als leegstaand beschouwd indien de woning binnen 7 jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig het 1ste lid.

7)      Leegstandsregister: het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen en woningen, vermeld in art 2.9. Vlaamse Codex Wonen;

8)      Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande.

9)      Houder van het zakelijk recht: de persoon of de personen met een recht van volle eigendom, opstal, erfpacht of vruchtgebruik met betrekking tot een gebouw of een woning .

 

2. LEEGSTANDSHEFFING

Belastbare grondslag

1) Er wordt voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting, zijnde de leegstandsheffing, gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

2) Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de leegstandsheffing verschuldigd op het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van 12 maanden vanaf de datum van de               1ste verjaardag van de opnamedatum.

3) Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.

 

Belastingsplichtige

 

1. Belastingplichtig is diegene die op het ogenblik van het verschuldigd worden van de leegstandsheffing zakelijk gerechtigde houder van het zakelijk recht is van het leegstaande gebouw of de leegstaande woning.

2. Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de zakelijk gerechtigde houder van het zakelijk recht, vermeld in § punt 1, op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt, de belastingplichtige voor de nieuwe belasting.

3. Zo er meerdere belastingplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde belasting.

4. In het geval van overdracht van het zakelijk recht moet de overdrager van het zakelijk recht de verkrijger, voorafgaand aan de overdracht, in kennis stellen dat de woning of het gebouw is opgenomen in het leegstandsregister.

Tevens moet hij per beveiligde zending een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen 2 maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:

Naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel.

Datum van de akte, naam en standplaats van de notaris.

Nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw.

De overdrager van het zakelijk recht kan de instrumenterende ambtenaar vragen om dit in zijn plaats te doen.

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

 

Berekening van de leegstandsheffing

 

Het bedrag van de belasting wordt forfaitair vastgesteld op:

• 1.250,00 EUR voor een leegstaand gebouw;

• Voor een leegstaande woning:

a) 1.250,00 EUR voor een eengezinswoning;

b) 250,00  EUR voor een kamer;

c) 1.250,00 EUR voor elke andere woning dan deze vermeld onder a) en b ).

 

Voor elke bijkomende nieuwe termijn van 12 maanden dat het gebouw of de woning in het leegstandsregister staat, wordt de belasting vermeerderd met:

• 750,00 EUR voor een leegstaand gebouw;

• Voor een leegstaande woning:

a) 750,00 EUR voor een eengezinswoning ;

b) 150,00 EUR voor een kamer ;

c) 750,00 EUR voor elke andere woning dan deze vermeld onder a) en b).

 

De belasting, zoals vastgesteld, kan maximaal 4 maal vermeerderd worden met bovenvermeld bedrag.

Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.

 

Vrijstellingen

 

Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld:

 

De belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling; Deze vrijstelling dient jaarlijks opnieuw aangevraagd te worden en kan voor maximaal 2 opeenvolgende jaren toegekend worden.

De belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing; Deze vrijstelling dient jaarlijks opnieuw aangevraagd te worden en kan voor maximaal 2 opeenvolgende jaren na het opheffen van de gerechtelijke beslissing tot beperking van de handelsbekwaamheid toegekend worden.

De belastingplichtige die maximaal 1 jaar houder van het zakelijk recht is van het gebouw of de woning

 

Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:

 

Gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan.

Geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld.

Vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 3 jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging.

Onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 2 jaar volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik.

Gerenoveerd wordt met of zonder stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen:

o Met stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen:

Blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor stabiliteitswerken, renovatiewerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van 3 jaar volgende op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning of de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.

 

oZonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen :

Met dien verstande dat de belastingplichtige zelf een renovatiedossier samenstelt met foto’s, aankoopfacturen en documenten waaruit voldoende blijkt dat het gebouw of de woning in staat van renovatie is. Deze vrijstelling kan maximaal 3 opeenvolgende jaren toegekend worden.

 

Voorafgaand aan de toekenning van deze vrijstelling kan de gemeente een plaatsbezoek uitvoeren. Indien een plaatbezoek tot vaststelling van de voortgang van de werken wordt geweigerd of indien aan de administratie geen toegang wordt verleend tot het gebouw en/of de woning, dan wordt de toekenning van de vrijstelling automatisch geweigerd.

 

Bovenstaande vrijstellingen voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen kunnen gecombineerd worden, met dien verstande dat deze vrijstellingen, indien gecombineerd, ook maar maximaal 3 opeenvolgende jaren toegekend kunnen worden.

 

Bij overdracht van het zakelijk recht heeft de nieuwe belastingplichtige ook recht op een vrijstelling voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen, met dien verstande dat deze vrijstellingen, indien gecombineerd, ook maar maximaal 3 opeenvolgende jaren toegekend kunnen worden.

Het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 3.30., §2 Vlaamse Codex Wonen.

Het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig boek 5, deel 7 Vlaamse Codex Wonen;

 

Indien  de belastingplichtige de leegstand laat aanhouden omwille van een vreemde oorzaak die de belastingplichtige niet kan worden toegerekend, wordt eveneens een vrijstelling verleend.

 

Inkohiering

 

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Betaling van de belasting

 

De belasting moet betaald worden binnen 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Bezwaar tegen de aanslag

 

De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. 

 

Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de 3de werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt binnen 15 dagen na de indiening ervan een ontvangstmelding afgegeven.

 

Het bezwaarschrift wordt behandeld in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Slotbepalingen

 

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6  tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

De gemeenteraadsbeslissing van 27 april 2020 houdende goedkeuring van het

gemeentereglement inzake de heffing op leegstaande gebouwen en woningen wordt met ingang van 1 januari 2021 opgeheven en vervangen door onderhavig reglement.

Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2021 en wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 285 en 287 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

 

Publicatiedatum: 03/02/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 14 december 2020.

 

Goedkeuren van het gemeentereglement inzake het register van verwaarloosde gebouwen en woningen.

 

MOTIVERING

 

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

De relevante Vlaamse woonregelgeving wordt vanaf 1 januari 2021 gecoördineerd in een ‘Vlaamse Codex Wonen’ en een globaal ‘besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen’.  Voor de regelgeving inzake verwaarlozing gaat het enkel om een tekstuele coördinatie en niet om een inhoudelijke wijziging. Het bestaande reglement van 27 april 2019 inzake het register van verwaarloosde gebouwen en woningen wordt aangepast aan de gecoördineerde tekst.

 

De stad kan een register van verwaarloosde gebouwen en woningen bijhouden op grond van artikel 2.15. Vlaamse Codex Wonen.

 

De stad heeft op grond van  boek 2, deel 2 besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen  ook de taak te werken aan de kwaliteit van het woningpatrimonium, aangezien zij aangesloten is bij een intergemeentelijk samenwerkingsverband ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid (met name Kempens Woonplatform).

 

Het register van verwaarlozing is een nuttig monitoringsinstrument is ten einde de verwaarlozing van gebouwen en woningen in kaart te brengen.

 

Boek 2, deel 2, titel 4 Vlaamse Codex Wonen bepaalt het decretale kader voor het register van verwaarloosde gebouwen en woningen bepaalt. Een gemeentelijke verordening kan daarnaast nadere materiele en procedurele regelen kan bepalen.

 

De stad kan de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het register van verwaarloosde gebouwen en woningen toevertrouwen aan een intergemeentelijke administratieve eenheid. De stad heeft deze bevoegdheid heeft overgedragen aan IOK bij besluit van 26 juni 2017. De door het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid met de opsporing van verwaarloosde gebouwen en woningen belaste personeelsleden bezitten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

De intergemeentelijke administratie beoordeelt de verwaarloosde toestand van een gebouw of een woning aan de hand van de indicaties in een technisch verslag;

 

Het is nuttig om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstaande en verwaarloosde gebouwen en woningen.

.

 

Juridische grond

 

          Artikel 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 (‘Heffingsdecreet’), zoals gewijzigd.

          Het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, zoals gewijzigd.

          Het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, zoals gewijzigd.

          Het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2018 over het lokaal woonbeleid, inzonderheid artikel 5, 7 en 14.

          De Vlaamse Codex Wonen van 2021.

          Het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Argumentatie

 

De relevante Vlaamse woonregelgeving wordt vanaf 1 januari 2021 gecoördineerd in een ‘Vlaamse Codex Wonen’ en een globaal ‘besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen’.  Voor de regelgeving inzake verwaarlozing gaat het enkel om een tekstuele coördinatie en niet om een inhoudelijke wijziging. Het bestaande reglement van 27 april 2020 inzake het register van verwaarloosde gebouwen en woningen wordt aangepast aan de gecoördineerde tekst.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt onder actie "We verbreden het ruimtelijk instrumentarium" van het meerjarenplan, met actienummer: 1/1/1/3, beleidsitem: overig woonbeleid met nummer 629-00 en algemeen rekeningnummer: 73699999 "Andere belastingen op patrimonium".

Voorziene budget in het meerjarenplan: 0 EUR.

Te voorzien budget in eerstvolgende aanpassing MJP.

 

De financieel directeur heeft op 20/11/2020 visum verleend.

 

BESPREKING

 

Raadslid Hilde Vermeiren maakt duidelijk dat de opmerkingen die CD&V had bij de vorige behandeling van dit dossier nu zijn weggewerkt, voor haar is er dus geen probleem om dit mee goed te keuren.

 

Gemeenteraadslid Maarten Leemans wil weten of de oorspronkelijke referentiedata van toepassing blijven bij het toepassen van deze belasting? Of begint de referentieperiode opnieuw te lopen vanaf 1 januari 2021?

 

Schepen Roger Van Aperen legt uit dat de vaststelling van verwaarlozing gebeurde in augustus van dit jaar. Volgend jaar zullen deze eigenaars worden aangeschreven en wordt de procedure in gang gezet. In mei van volgend jaar zal de heffing dan verstuurd worden. Op dit moment zijn er geen panden opgenomen op de lijst van verwaarlozing, wat de schepen ook heel vreemd vindt. Hij kan immers al onmiddellijk een aantal panden voor de geest halen die wel degelijk verwaarloosd zijn. Hij zal hierover overleg plegen met IOK.

 

 

BESLUIT

 

Bij 25 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Faye Van Impe, Piet Van Bavel, Jos Martens, Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Joël Adams, Maarten Leemans, Ann Tilburgs, Ans Lochten, Ilse Verachtert en Koen Van Leuven)

Enig artikel:

 

De gemeenteraad keurt het reglement inzake het register van verwaarloosde gebouwen en woningen goed.

 

De gemeenteraadsbeslissing van 27 april 2020 houdende goedkeuring van het gemeentereglement inzake het register verwaarlozing wordt met ingang van 1 januari 2021 opgeheven en vervangen door onderhavig reglement. Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2021 en wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 285 t.e.m. 287 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

 

Het reglement wordt zoals onderstaand bepaald.

 

Artikel 1: Definities

 

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

1.Administratie: de personeelsleden van de intergemeentelijke administratieve eenheid die door het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid belast worden met de opmaak, opbouw, beheer en actualisering van het register van verwaarloosde gebouwen en woningen en met de opsporing van verwaarloosde panden.

2.Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a)een aangetekend schrijven;

b)een afgifte tegen ontvangstbewijs.

3.Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitzondering van de bebouwde onroerende goederen die vallen onder de toepassing van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.

4.Onafgewerkt gebouw of woning: een gebouw of woning waarvan de werken werden aangevat, maar dat niet binnen 3 jaar na de aanvang van de werken winddicht is.

5.Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande.

6.  Houder van het zakelijk recht: de persoon of de personen met een recht van volle eigendom, opstal, erfpacht of vruchtgebruik met betrekking tot een gebouw of een woning .

 

Artikel 2: Wijze van inventarisatie

 

1.De administratie maakt een register van verwaarloosde gebouwen en woningen.

2.Een gebouw, ongeacht of het dienst doet als woning, wordt beschouwd als verwaarloosd, wanneer het ernstige zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval vertoont aan buitenmuren, voegwerk, schoorstenen, dakbedekking, dakgebinte, buitenschrijnwerk, kroonlijst of dakgoten.

Een onafgewerkt gebouw of woning wordt beschouwd als verwaarloosd.

De administratie beoordeelt de verwaarlozing van een gebouw of een woning op basis van de indicaties in het technisch verslag, dat als bijlage bij dit reglement gevoegd is.

Bij de beoordeling geldt een indicatie van categorie I voor drie punten, van categorie II voor negen punten en van categorie III voor achttien punten.

Het gegeven dat het gebouw of de woning onafgewerkt is, leidt tot een score van 18 Er is sprake van verwaarlozing als de indicaties in het technisch verslag een eindscore opleveren van minimaal 18 punten.

3.Een verwaarloosd gebouw of een verwaarloosde woning wordt opgenomen in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, aan de hand van een administratieve akte waarbij een fotodossier en het technisch verslag, met vermelding van de elementen die de verwaarlozing staven, gevoegd worden.

De administratieve akte bevat als besluit de beslissing tot opname in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen. De datum van de administratieve akte geldt als de datum van de vaststelling van de verwaarlozing.

De administratie stelt de houders van het zakelijk recht per beveiligde zending in kennis van de beslissing tot opname van verwaarloosde gebouwen en woningen in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen. Deze kennisgeving omvat de administratieve akte met fotodossier en het technisch verslag.

 

Artikel 3: Verhouding tot andere inventarissen

 

Een gebouw dat of een woning die in aanmerking komt voor inventarisatie in de zin van hoofdstuk II van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt nooit als een verwaarloosd gebouw of als een verwaarloosde woning beschouwd.

De bedrijfsruimten die op grond van artikel 2, 1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten worden uitgesloten van de toepassing van voormeld decreet, worden onder de aldaar vermelde voorwaarden evenmin als verwaarloosde gebouwen of woningen in de zin van dit reglement beschouwd.

Een gebouw dat of een woning die door de gemeente geïnventariseerd is als leegstaand, kan eveneens opgenomen worden in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, en omgekeerd.

Woningen die door het Vlaamse Gewest geïnventariseerd zijn als ongeschikt of onbewoonbaar, kunnen eveneens worden opgenomen in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, en omgekeerd.

 

Artikel 4: Beroep tegen het besluit tot opname in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen

 

§1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand op de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de administratieve akte, of ingaand op de datum van kennisgeving van de administratieve akte, kan een houder van het zakelijk recht bij het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid beroep aantekenen tegen de administratieve akte met de beslissing tot opname in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen. Het beroep wordt per beveiligde zending ingediend.

 

Het beroepschrift wordt gedagtekend en bevat minimaal de volgende gegevens:

1.de identiteit en het adres van de indiener;

2.de aanwijzing van de administratieve akte en van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft;

3.een of meer bewijsstukken die aantonen dat het gebouw of de woning niet verwaarloosd is, met dien verstande dat de vaststelling van de verwaarlozing betwist kan worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed.

 

Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de houder van het zakelijk recht, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair. De indiener voegt bij het beroepschrift de overtuigingsstukken die hij nodig acht. De overtuigingsstukken worden door de indiener gebundeld en op een bijgevoegde inventaris opgenomen.

 

§2. Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid toetst de ontvankelijkheid van het beroepschrift. Het beroepschrift is alleen onontvankelijk in één van de volgende gevallen:

1.het beroepschrift is te laat ingediend of niet ingediend overeenkomstig de bepalingen van artikel 4, §1;

2.het beroepschrift gaat niet uit van een houder van het zakelijk recht;

3.het beroepschrift is niet ondertekend.

 

Als het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid vaststelt dat het beroepschrift onontvankelijk is, deelt ze dat aan de indiener mee met de vermelding dat de procedure als afgehandeld beschouwd wordt.

 

§3.Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling, of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door een personeelslid als vermeld in artikel 2.20. Vlaamse Codex Wonen . Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.

Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid doet uitspraak over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na ontvangst van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending ter kennis gebracht.

 

§4. Als het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid het beroep gegrond acht, wordt het gebouw of de woning niet opgenomen in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen.

Indien de beslissing tot opname in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de houder van het zakelijk recht onontvankelijk of ongegrond is, wordt het gebouw of de woning in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen opgenomen vanaf de datum van de vaststelling van de verwaarlozing in de administratieve akte.

 

Artikel 5: Schrapping uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen

 

§1. Een gebouw of een woning wordt geschrapt uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen als de houder van het zakelijk recht bewijst dat de zichtbare en storende gebreken en de tekenen van verval, vermeld in artikel 2, §2, werden hersteld of verwijderd. Hiertoe dient de houder van het zakelijk recht te bewijzen dat het gebouw of de woning geen indicaties van verwaarlozing meer vertoont die op basis van het technisch verslag, vermeld in artikel 2, 18 punten of meer zouden opleveren.

De zichtbare en storende gebreken en de tekenen van verval, vermeld in het eerste lid, zijn in geval van sloop pas verwijderd als alle puin geruimd is.

Een onafgewerkt gebouw of woning wordt geschrapt uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen als de houder van het zakelijk recht bewijst dat het gebouw of de woning winddicht is gemaakt.

De administratie vermeldt als datum van schrapping de datum van aangetekende verzending of afgifte tegen ontvangstbewijs van het gegronde verzoek tot schrapping. De administratie kan hier gemotiveerd van afwijken.

 

§2. Voor de schrapping uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen richt de houder van het zakelijk recht een gemotiveerd verzoek aan de administratie via beveiligde zending.

De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen. Zij onderzoekt het verzoek tot schrapping op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling, of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door een personeelslid als vermeld in artikel 2.20 Vlaamse Codex Wonen. Het verzoek wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.

De administratie neemt een beslissing over het verzoek tot schrapping binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na de ontvangst van het verzoek. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending.

 

§3.De administratie kan het gebouw of de woning ambtshalve uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen schrappen, indien zij vaststelt dat aan de voorwaarden voor de schrapping, vermeld in artikel 5, §1 voldaan is.

 

Artikel 6: Beroep tegen het besluit tot weigering van een schrapping

 

§1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand op de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de weigering van het verzoek tot schrapping, of ingaand op de datum van kennisgeving van de weigering van het verzoek tot schrapping, kan een houder van het zakelijk recht bij het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid beroep aantekenen tegen deze weigering. Het beroep wordt per beveiligde zending ingediend.

 

§2. Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen. Zij onderzoekt het verzoek tot schrapping op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling, of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door een personeelslid als vermeld in artikel 2.20 Vlaamse Codex Wonen. Het verzoek wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.

Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid doet uitspraak over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na ontvangst van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending ter kennis gebracht.

 

§3. Als het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid het beroep gegrond acht, wordt het gebouw of de woning geschrapt uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen met als datum van schrapping de datum van aangetekende verzending of afgifte tegen ontvangstbewijs van het initiële verzoek tot schrapping. Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid kan hier gemotiveerd van afwijken.

Indien de beslissing tot weigering van het verzoek tot schrapping niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de houder van het zakelijk recht ongegrond is, blijft het gebouw of de woning in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen opgenomen.

 

Artikel 7: Slotbepaling

 

De gemeenteraadsbeslissing van 27 april 2020 houdende goedkeuring van het gemeentereglement inzake het register van verwaarloosde gebouwen en woningen wordt met ingang van 1 mei 2020 opgeheven en vervangen door onderhavig reglement.

Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2021 en wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 285 en 287 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

 

Publicatiedatum: 03/02/2021
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Openbare zitting van GR van maandag 14 december 2020.

 

Goedkeuren van het gemeentereglement inzake de heffing op verwaarloosde gebouwen en woningen.

 

MOTIVERING

 

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

Naar aanleiding van het reglement voor verwaarlozing dat staat voor de inventarisering van verwaarloosde panden in Hoogstraten en de wil om verwaarloosde panden en verloedering tegen te gaan binnen stad Hoogstraten is het doorvoeren van heffingen een volgende stap.

De relevante Vlaamse woonregelgeving wordt vanaf 1 januari 2021 gecoördineerd in een ‘Vlaamse Codex Wonen’ en een globaal ‘besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen’. Voor de regelgeving inzake verwaarlozing gaat het enkel om een tekstuele coördinatie en niet om een inhoudelijke wijziging. Het bestaande reglement van 27 april 2020 inzake de heffing op verwaarloosde gebouwen en woningen wordt aangepast aan de gecoördineerde tekst.

 

Juridische grond

 

          Artikel 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          De Grondwet, zoals gewijzigd, inzonderheid artikel 170, §4.

          Het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, zoals gewijzigd.

          Het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, zoals gewijzigd

          Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd.

          Het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, zoals gewijzigd.

          De Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, zoals gewijzigd.

          De Vlaamse Codex Wonen van 2021.

          Het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

          Gelet op het door de gemeenteraad van 27 april 2020 vastgesteld  reglement inzake het register van verwaarloosde gebouwen en woningen;

          Gelet op de financiële toestand van de stad;

 

Argumentatie

 

De stad wenst verwaarlozing van woningen en gebouwen te voorkomen en bestrijden om de verloedering van de leef- en woonomgeving tegen te gaan;

 

De stad kan een heffing op verwaarloosde gebouwen en woningen innen op grond van de gemeentelijke fiscale autonomie. De vrijstellingen in het reglement sluiten aan bij de noden en het beleid van de stad;

 

Het is nuttig om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van woningen en gebouwen;

 

De relevante Vlaamse woonregelgeving wordt vanaf 1 januari 2021 gecoördineerd in een ‘Vlaamse Codex Wonen’ en een globaal ‘besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen’. Voor de regelgeving inzake verwaarlozing gaat het enkel om een tekstuele coördinatie en niet om een inhoudelijke wijziging. Het bestaande reglement van 27 april 2020 inzake de heffing op verwaarloosde gebouwen en woningen wordt aangepast aan de gecoördineerde tekst.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt onder actie "We verbreden het ruimtelijk instrumentarium" van het meerjarenplan, met actienummer: 1/1/1/3, beleidsitem: overig woonbeleid met nummer 629-00 en algemeen rekeningnummer: 73699999 "Andere belastingen op patrimonium".

Voorziene budget in het meerjarenplan: 0 EUR.

Te voorzien budget in eerstvolgende aanpassing MJP.

 

De financieel directeur heeft op 20/11/2020 visum verleend.

 

BESLUIT

 

Bij 25 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Faye Van Impe, Piet Van Bavel, Jos Martens, Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Joël Adams, Maarten Leemans, Ann Tilburgs, Ans Lochten, Ilse Verachtert en Koen Van Leuven)

Enig artikel:

De gemeenteraad keurt het heffingsreglement voor verwaarlozing van gebouwen en woningen goed.

De gemeenteraadsbeslissing van 27 april 2020 houdende goedkeuring van het gemeentereglement inzake het heffingsreglement verwaarlozing wordt met ingang van 1 januari 2021 opgeheven en vervangen door onderhavig reglement.  Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2021 en wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 285 t.e.m. 287 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

 

De heffingen worden doorgevoerd vanaf 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025.

 

Het heffingsreglement voor verwaarloosde gebouwen en woningen zoals onderstaand beschreven.

 

1. Algemene bepalingen

 

Definities

 

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

 

1.Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a.een aangetekend schrijven.

b.een afgifte tegen ontvangstbewijs.

2.Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitzondering van de bebouwde onroerende goederen die vallen onder de toepassing van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.

3. Register van verwaarloosde gebouwen en woningen: het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen, als vermeld in artikel 2.15. Vlaamse Codex Wonen

4.Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande.

5.Houder van het zakelijk recht: de persoon of de personen met een recht van volle eigendom, opstal, erfpacht of vruchtgebruik met betrekking tot een gebouw of een woning.

 

2. Heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen

 

Belastbare grondslag

 

§1. Er wordt voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting, zijnde de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen, gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen.

 

§2. Zolang het verwaarloosde gebouw of de verwaarloosde woning niet uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen is geschrapt, blijft de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen verschuldigd op het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van 12 maanden vanaf de datum van de 1ste verjaardag van de opnamedatum.

 

§3. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.

 

Belastingplichtige

 

§1. Belastingplichtig is diegene die op het ogenblik van het verschuldigd worden van de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen houder van het zakelijk recht is van het verwaarloosde gebouw of de verwaarloosde woning.

 

§2. Zolang het gebouw of de woning niet uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen is geschrapt, is de houder van het zakelijk recht, vermeld in §1, op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt, de belastingplichtige voor de nieuwe belasting.

 

§3. Zo er meerdere belastingplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde belasting.

 

§4. In het geval van overdracht van het zakelijk recht moet de overdrager van het zakelijk recht de verkrijger, voorafgaand aan de overdracht, in kennis stellen dat de woning of het gebouw is opgenomen in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen.

 

Tevens moet hij per beveiligde zending een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen 2 maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:

 

Naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel.

Datum van de akte, naam en standplaats van de notaris.

Nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw.

 

De overdrager van het zakelijk recht kan de instrumenterende ambtenaar vragen om dit in zijn plaats te doen.

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

 

Berekening van de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen

 

§1. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op:

 

1.500,00 EUR voor een verwaarloosd gebouw.

1.500,00 EUR voor een verwaarloosde woning.

 

§2. De belasting wordt vermeerderd met 1.000,00 EUR per termijn van twaalf maanden dat het gebouw of de woning zonder onderbreking is opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen.

 

§3. De belasting wordt ten hoogste vier maal vermeerderd met 1.000,00 EUR.

§4. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.

 

Vrijstellingen

 

§1. Van de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen zijn vrijgesteld:

De belastingplichtige die maximaal 1 jaar zakelijk gerechtigde  houder van het zakelijk recht is van het gebouw of de woning.

 

§2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:

 

Gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;

Geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld. 

Vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 3 jaar volgende op de datum van de vernieling of de beschadiging.

Gerenoveerd wordt met of zonder stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen:

oMet stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen: Blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor stabiliteitswerken, renovatiewerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van 3 jaar volgende op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning of de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.

oZonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen:

 

Met  dien verstande dat de belastingplichtige zelf een renovatiedossier samenstelt met foto’s, aankoopfacturen en documenten waaruit voldoende blijkt dat het gebouw of de woning in staat van renovatie is. Deze vrijstelling kan maximaal 3 opeenvolgende jaren toegekend worden. 

 

Voorafgaand aan de toekenning van deze vrijstelling kan de gemeente een plaatsbezoek uitvoeren. Indien een plaatsbezoek tot vaststelling van de voortgang van de werken wordt geweigerd of indien aan de administratie geen toegang wordt verleend tot het gebouw en/of de woning, dan wordt de toekenning van de vrijstelling automatisch geweigerd.

 

Bovenstaande vrijstellingen voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen kunnen gecombineerd worden, met dien verstande dat deze vrijstellingen, indien gecombineerd, ook maar maximaal 3 opeenvolgende jaren toegekend kunnen worden.

 

Bij overdracht van het zakelijk recht heeft de nieuwe belastingplichtige ook recht op een vrijstelling voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen, met dien verstande dat deze vrijstellingen, indien gecombineerd, ook maar maximaal 3 opeenvolgende jaren toegekend kunnen worden.

 

Het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 3.30., §2 Vlaamse Codex Wonen.

Het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig boek 5, deel 7 Vlaamse Codex Wonen.

 

Indien de belastingplichtige de verwaarlozing laat aanhouden omwille van een vreemde oorzaak die de belastingplichtige niet kan worden toegerekend, wordt eveneens een vrijstelling verleend.

 

Inkohiering

 

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Betaling van de belasting

 

De belasting moet betaald worden binnen 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Bezwaar tegen de aanslag

 

§1. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. 

 

Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de 3de werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt binnen 15 dagen na de indiening ervan een ontvangstmelding afgegeven.

 

§2. Het bezwaarschrift wordt behandeld in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

 

3. SLOTBEPALINGEN

 

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6  tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

De gemeenteraadsbeslissing van  27 april 2020 houdende goedkeuring van het gemeentereglement inzake de heffing op verwaarloosde gebouwen en woning wordt met ingang van 1 januari 2021 opgeheven en vervangen door onderhavig reglement.

Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2021 en wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 285 en 287 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

 

Publicatiedatum: 03/02/2021
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Openbare zitting van GR van maandag 14 december 2020.

 

Goedkeuren van het belastingreglement op tweede verblijven.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

De stad Hoogstraten heeft met een gemeenteraadsbeslissing d.d. 29/04/2019 een belastingreglement op tweede verblijven ingevoerd van 1/1/2020 tot 31/12/2020.

De Vlaamse woonregelgeving wordt vanaf 1 januari 2021 gecoördineerd in een ‘Vlaamse Codex Wonen’ en een globaal ‘besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen’.

Het bestaande reglement van 29 april 2019  inzake tweede verblijven wordt ter continuering van de bestaande belasting, evenals naar aanleiding van bovenvermelde coördinatie, aangepast. Aan het belastingreglement worden verder geen inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd.

 

Het reglement beoogt een belasting op de tweede verblijven in de gemeente.

Een tweede verblijf wordt niet geregistreerd als hoofdverblijfplaats waardoor de eigenaar niet bijdraagt in de aanvullende personenbelasting, maar wel gebruik maakt van de gemeentelijke infrastructuur en dienstverlening.

Een tweede verblijf kan zowel een occasioneel gebruikte residentiële woning als een recreatief verblijf betreffen.

In de praktijk blijkt het op het vlak van gebruik niet steeds evident te zijn om een onderscheid te maken tussen duurzame hoofdverblijven, occasionele tweede verblijven (residentieel of recreatief) en leegstaande panden.

Ook gelet op de mogelijke wisselwerking met leegstaande panden komt het gepast voor de belasting op tweede verblijven te continueren.

 

Juridische grond

 

          Artikel 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Decreet 30-05-2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd en latere wijzigingen.

Decreet van 5 februari 2016 betreffende het toeristische logies en latere wijzigingen.

          De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit, en latere wijzigingen.

          De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, en latere wijzigingen;

          Het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, en latere wijzigingen.

          De Vlaamse Codex Wonen van 2021.

          Het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

          Leegstandsreglement van de stad Hoogstraten d.d. 27april 2020.

          Gelet op het door de Gemeenteraad van 29 april 2019 vastgesteld belastingreglement inzake tweede verblijven.

          Gelet op de financiële toestand van de gemeente.

 

Argumentatie

 

Een tweede verblijf wordt niet geregistreerd als hoofdverblijfplaats waardoor de eigenaar niet bijdraagt in de aanvullende personenbelasting, maar wel gebruik maakt van de gemeentelijke infrastructuur en dienstverlening.

Rekening houdend met de lasten hieruit voortspruitend voor de gemeente.

Om deze reden is het billijk een belasting op tweede verblijven te heffen.

 

Het jaarlijkse bedrag van 500,00 EUR is gebaseerd op het gemiddelde van alle bedragen in het werkingsgebied van IOK.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt onder actie "Decretale verplichting: inventariseren van leegstaande en verwaarloosde panden" van het meerjarenplan, met actienummer:  002/001/002/002.

 

BESPREKING

 

Gemeenteraadslid Marc Haseldonckx vraagt zich af hoe sluitend dit belastingsreglement is. Hij concludeert dat de aangifte van een tweede verblijf door de mensen zelf moet gebeuren, op vrijwillige basis en er van uitgaande dat mensen weten dat ze dit moeten aangeven. Maar als mensen dit niet doen, welke basis is er dan om een belasting te kunnen heffen.

 

Schepen Roger Van Aperen legt uit dat er een vermoedenslijst is van 99 panden die gebaseerd is op lijsten van IOK en die van de stad en waarbij er het vermoeden is dat dit om een tweede verblijf gaat. Alle eigenaars op deze lijst zullen worden aangeschreven waarbij ze dan de kans krijgen om te bevestigen of te weerleggen dat het om een tweede verblijf gaat. 

 

Raadslid Marc Haseldonckx leidt af dat dit dus op basis van de lijst van leegstand is. Maar wat als je van slechte wil bent en beweert dat het niet om een tweede verblijf gaat?

 

Ook voor raadslid Fons Jacobs lijkt dit reglement wat 'natte-vinger-werk'. Waarom is er geen samenwerking  met het kadaster om dit wat meer sluitend te maken?

 

Schepen Roger van Aperen vindt het logisch dat de mensen die in Hoogstraten een tweede verblijf hebben ook op een bepaalde manier meebetalen aan het openbaar leven in Hoogstraten. We zitten momenteel in de beginfase waardoor het wat zoeken is naar de juiste gegevens, maar het is uiteraard de bedoeling om hier een sluitende lijst op te maken.

 

Volgens raadslid Fons Jacobs moet er toch een structurele manier zijn om deze lijst samen te stellen.

 

Raadslid Marc Haseldonckx vindt dat het reglement met haken en ogen aan elkaar hangt. Hij vraagt zich af waar de kustgemeenten de gegevens halen van tweede verblijvers op hun grondgebied. Kunnen we ons niet baseren op hun werkwijze? Het raadslid vindt dat het reglement op losse schroeven staat en dat het niet sluitend is, daarom zal de fractie CD&V zich ook onthouden.

De fractie Anders sluit zich daarbij aan en zal zich ook onthouden.

 

BESLUIT

 

Bij 14 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Faye Van Impe, Piet Van Bavel, Jos Martens, Herman Snoeys, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Jef Vissers, Ann Tilburgs, Ans Lochten en Koen Van Leuven) en 11 onthoudingen (Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Dimitri Van Pelt, Joël Adams, Maarten Leemans en Ilse Verachtert)

Enig artikel:

Het onderstaande belastingreglement op tweede verblijven wordt door de gemeenteraad goedgekeurd.

De gemeenteraadsbeslissing van 29 april 2019 houdende goedkeuring van het gemeentereglement inzake de belasting op tweede verblijven wordt met ingang van 1 januari 2021 opgeheven en vervangen door onderhavig reglement. Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2021 en wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 285 t.e.m. 287 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

De heffingen worden doorgevoerd vanaf 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025.

Heffingsreglement zoals onderstaand bepaald .

 

Artikel 1:belastbare grondslag

Met ingang van 01/01/2021 en voor een termijn eindigend op 31/12/2025 wordt een directe jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de tweede verblijven gelegen op het grondgebied van de gemeente, ongeacht het feit of ze al dan niet in de kadastrale legger zijn ingeschreven.

 

Artikel 2:definitie

1. Onder tweede verblijf of recreatieverblijf moet worden verstaan elke andere private woon- of verblijfsgelegenheid dan die welke voor het hoofdverblijf is aangewend, waarvan de gebruikers niet voor hun hoofdverblijf zijn ingeschreven in de bevolkingsregisters, het vreemdelingenregister of het wachtregister op 1 januari van het aanslagjaar, en waarvoor zij op elk ogenblik hetzij als eigenaar, hetzij als huurder, hetzij als houder van een gebruiksvergunning, kunnen beschikken al dan niet tegen betaling om er tijdens het belastingjaar effectief te kunnen verblijven, dit ongeacht het feit of het gaat om landhuizen, woningen, bungalows, appartementen, weekendhuizen, optrekjes en alle andere woongelegenheden en recreatieverblijven hierin begrepen de met chalets gelijkgestelde caravans.

§2. Worden niet beschouwd als tweede verblijf:

a) het lokaal uitsluitend bestemd voor een beroepsactiviteit;

b) tenten, verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens( Met verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens worden alle soorten van caravans en woonaanhangwagens bedoeld die op de wettelijk voorgeschreven tijdstippen aan de technische controle onderworpen worden en waarvan een geldig schouwingsbewijs kan worden voorgelegd, waardoor ze op elk moment in het verkeer gebracht kunnen worden. Zij die technisch niet gemaakt zijn om in het verkeer te brengen, vallen dus wel onder deze belasting.);

c) hotels, gastenkamers, vakantiewoningen, vakantielogies zoals bedoeld in het decreet van 10 juli 2008 betreffende het toeristisch logies en latere wijzigingen, op dit op voorwaarde dat zij aangemeld en erkend werden door Toerisme Vlaanderen.

 

Artikel 3: tarief

Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op 500,00 EUR per jaar  en per tweede verblijf.

 

Artikel 4:belastingplichtige

Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.

Indien de woon- of verblijfsgelegenheid zoals hierboven beschreven op 1 januari van het aanslagjaar effectief leeg staat en niet gebruikt is als tweede verblijf, komt ze in aanmerking voor de leegstandsbelasting en wordt de procedure voor leegstand in gang gezet. De belasting op tweede verblijven is dan niet verschuldigd.

 

Artikel 5: vestiging en invordering van de belasting

§1. De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier. Het belastingkohier wordt opgesteld door het college van burgemeester en schepenen op grond van de aangifte van de belastingplichtige.

§2. : De belastingplichtige ontvangt van het gemeentebestuur een voorstel van aangifte. Als de gegevens op dit voorstel onjuist of onvolledig zijn of niet overeenstemmen met de belastbare toestand op 1 januari van het aanslagjaar, moet de belastingplichtige ten laatste op 30 april van het aanslagjaar het voorstel verbeterd en vervolledigd terugsturen. Het tijdig teruggezonden en gecorrigeerde of aangevulde voorstel tot aangifte, geldt in dat geval als aangifte. Als de gegevens op dit voorstel overeenstemmen met de belastbare toestand op 1 januari van het aanslagjaar, is de belastingplichtige niet verplicht dit formulier tegen 30 april van het aanslagjaar terug te sturen. In dat geval is automatisch aan de aangifteplicht voldaan en wordt de belasting gevestigd op basis van de gegevens vermeld op het toegestuurde voorstel van aangifte. Bovendien moet voor elke wijziging of verandering in de belastbare toestand in de loop van het belastingjaar binnen de maand melding worden gedaan bij het stadsbestuur. Elke nieuwe belastingplichtige moet jaarlijks ten laatste op 30 april van het aanslagjaar een aangifte indienen bij het stadsbestuur op het voorgeschreven aangifteformulier, wat ter beschikking zal gesteld worden op het stadhuis en via de website.

§3. Voor woongelegenheden die op het moment van de inwerkingtreding van dit reglement reeds een tweede verblijf zijn, zijn artikel 5,§2 en §3 eveneens van toepassing, zij het dat de spontane aangifte, waarvan vermelding in artikel 5, §3 desgevallend ten laatste op 31 maart 2020 dient te gebeuren.

§4. De aangifte blijft geldig tot de opzegging per aangetekende post wordt betekend aan het gemeentebestuur.

 

Artikel 6: procedure van ambtshalve vaststelling

§1. Bij ontbreken van de aangifte binnen de gestelde termijn, of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte kan de belastingplichtige ambtshalve belast worden, volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.

§2. Ambtshalve ingekohierde belastingen worden verhoogd met een bedrag gelijk aan 50% van de verschuldigde belasting.

 

Artikel 7: betaling van de belasting

De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 8: bezwaar tegen de aanslag

§1. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting en/of de belastingverhoging bij het college van burgemeester en schepenen. 

Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de 3de werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt binnen 15 dagen na de indiening ervan een ontvangstmelding afgegeven.

§2. Het bezwaarschrift wordt behandeld in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 9: slotbepalingen

De gemeenteraadsbeslissing van 29 april 2019 houdende goedkeuring van het

gemeentereglement inzake de belasting op tweede verblijven wordt met ingang van 1 januari 2021 opgeheven en vervangen door onderhavig reglement.

Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2021 en wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 285 en 287 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur. Dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.

 

Publicatiedatum: 03/02/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 14 december 2020.

 

Goedkeuren beoordelingsprocedure en criteria bij het adviseren van aanvragen voor een subsidie inkomenstarief in de kinderopvang van baby’s en peuters.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

De voorbije jaren heeft de Vlaamse regering altijd gewerkt met jaarlijkse of tweejaarlijkse uitbreidingsrondes voor gesubsidieerde plaatsen kinderopvang baby’s en peuters - plaatsen met inkomenstarief (IKT). Vanaf deze legislatuur werkt Vlaanderen met een meerjarenprogrammatie voor investeringen en uitbreiding van het aantal IKT-plaatsen, dit voor de periode 2020-2024. Er zal ook slechts één oproep tot het indienen van aanvragen voor nieuwe gesubsidieerde plaatsen komen. In deze meerjarenplanning kunnen er voor stad Hoogstraten 8 plaatsen worden toegekend.

 

Voor deze uitbreidingsronde kan het lokaal bestuur inspraak krijgen in de beslissing van het Agentschap Opgroeien (Kind en Gezin) over de aanvragen van kinderopvanginitiatieven in onze stad. Een opvangvoorziening die gesubsidieerde plaatsen kinderopvang wil aanvragen, dient daarbij advies te vragen aan het lokaal bestuur. Het lokaal bestuur is niet verplicht om advies uit te brengen. Maar als we geldig advies willen geven, dan kan dat enkel nog op basis van een beoordelingsprocedure en criteria. Deze procedure en criteria moeten door het bestuur zijn goedgekeurd en algemeen bekendgemaakt voor 31 december 2020.

Het ontwerp van beoordelingsprocedure en criteria is voorgelegd aan en besproken met de organisatoren van kinderopvang in Hoogstraten. Het lokaal overleg kinderopvang gaf op 13 november 2020 positief advies.

 

Juridische grond

 

          Artikel 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby’s en peuters.

          Besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 2013 houdende het lokaal beleid kinderopvang.

          Collegebesluit van 26 november 2020 om de beoordelingsprocedure en criteria voor het adviseren van aanvragen voor gesubsidieerde plaatsen kinderopvang baby’s en peuters ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.

 

Argumentatie

 

Bij de uitbreidingsronde voor gesubsidieerde plaatsen kinderopvang baby’s en peuters tussen 2021 en 2024 vanuit de Vlaamse overheid, kan het lokaal bestuur over elke aanvraag advies uitbrengen. Een goed opgesteld advies is een meerwaarde bij de beoordeling van de aanvragen door het Agentschap Opgroeien (Kind en Gezin), en kan mee bepalen wie de subsidies toegekend krijgt.

Om advies te kunnen geven, moet de stad uiterlijk op 31 december 2020 de procedure en criteria bekend maken waarop we ons zullen baseren bij het formuleren van dit advies. Zo kunnen organisatoren daar rekening mee houden als zij een aanvraag willen indienen. De criteria moeten relevant, objectief en transparant zijn.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt onder actie "We voorzien voldoende en kwaliteitsvolle opvang van baby's en peuters" van het meerjarenplan, met actienummer: 2/3/1/2, beleidsitem: kinderopvang met nummer 945-00, en heeft geen financiële impact.

 

BESPREKING

 

Gemeenteraadslid Dimitri Van Pelt wil weten hoeveel erkende, gesubsidieerde kinderopvangplaatsen er momenteel al zijn in Hoogstraten? Met de groeiende kinderarmoede vraagt hij zich bovendien af of deze 8 bijkomende plaatsen wel voldoende gaan zijn?

 

Schepen Faye Van Impe weet dat er momenteel 256 gesubsidieerde IKT-plaatsen in Hoogstraten zijn, 136 plaatsen bij Kinderdagverblijven Spijker en De Gelmeltjes en 120 plaatsen bij de dienst onthaalouders Ferm Kinderopvang. Daarnaast zijn er nog 52 opvangplaatsen die niet als IKT-plaatsen gesubsidieerd zijn. De schepen kan niet zeggen of dit voldoende plaatsen gaan zijn. Al is het wel duidelijk merkbaar dat het Spijker en de Gelmeltjes een meer gevarieerd publiek bereikt.

 

Raadslid Dimitri Van Pelt hoopt op extra plaatsen in de toekomst.

 

Schepen Roger Van Aperen sluit zich hierbij aan. Hij weet dat er niet voldoende plaatsen zijn, zo is er op dit moment meer dan één jaar wachttijd voor de kinderdagverblijven. Maar we hebben dit als Hoogstraten niet zelf in de hand, we kunnen alleen maar tevreden zijn met wat we krijgen. De schepen roept op om ook naar Vlaanderen toe de vraag om meer plaatsen te creëren zo veel mogelijk te ondersteunen.

 

BESLUIT

 

Bij 25 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Faye Van Impe, Piet Van Bavel, Jos Martens, Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Joël Adams, Maarten Leemans, Ann Tilburgs, Ans Lochten, Ilse Verachtert en Koen Van Leuven)

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist de beoordelingsprocedure en criteria bij het adviseren van aanvragen voor een subsidie inkomenstarief in de kinderopvang van baby’s en peuters goed te keuren als volgt:

PROCEDURE

1.Aanvraag advies bij stadsbestuur Hoogstraten

Een organisator die een aanvraag wil indienen voor een subsidie inkomenstarief in de kinderopvang van baby’s en peuters bij de Vlaamse overheid, meldt dit schriftelijk of via mail aan het stadsbestuur - ter attentie van de dienst samenleving. Dit minstens één maand voor de einddatum van het indienen van de aanvraag.

De organisator geeft daarbij alle nodige gegevens door die het advies voor de betreffende aanvraag kunnen staven, namelijk:

het aantal IKT-plaatsen die zij aanvragen,

op welke locatie zij deze IKT-plaatsen wil realiseren,

op welke wijze zij de IKT-plaatsen wil realiseren; via …

          de start van een nieuwe werking in het IKT-systeem,

          het creëren van extra IKT-plaatsen in een bestaande opvangvoorziening,

          de omschakeling van bestaande IKT-plaatsen in een bestaande opvangvoorziening naar een andere subsidietrap,

de mate waarin zij voldoen aan de beoordelingscriteria zoals hieronder bepaald.

2.Uitbrengen advies door stadsbestuur Hoogstraten

Het stadsbestuur zal op basis van de aanvraag voor advies en onderstaande criteria een score op 8 punten toekennen en een advies formuleren. 

In het geval er voor eenzelfde uitbreidingsronde meerdere aanvragen zijn met een gelijke score, zal de stad bij voorrang een A- (positief) advies uitbrengen bij aanvragen voor extra IKT-plaatsen, en een B- (positief met gemotiveerde opmerkingen) of C- (negatief) advies bij aanvragen voor de omschakeling van bestaande IKT-plaatsen naar een andere subsidietrap.

De stad bezorgt binnen één maand na de aanvraag een gemotiveerd schriftelijk advies aan de aanvrager(s). In dit advies wordt ook de score, en de berekening van die score op basis van de beoordelingscriteria meegedeeld.

3.Bezwaar

De organisator kan bezwaar indienen tegen het advies van stadsbestuur Hoogstraten bij het Agentschap Opgroeien, dit via de bezwaarprocedure die door het Agentschap Opgroeien is voorzien.

 

CRITERIA VOOR HET TOEKENNEN VAN EEN SCORE

Criterium 1: samenwerking met diensten die met kwetsbare gezinnen werken (max. 1 punt).

De organisator toont aan dat zij/hij samenwerkt met het OCMW of andere diensten of organisaties in functie van de opvang van kinderen uit kwetsbare gezinnen, of engageert zich bindend tot samenwerking op dit vlak = 1 punt.

Dit betekent:

          De opvangvoorziening heeft afspraken of meermaals per jaar contacten met de sociale dienst OCMW of de gezinsondersteuners van de stad;

          En/of de opvangvoorziening verwijst actief door naar Pampers & Co (samenwerking tussen Welzijnsschakel ’t Ver-Zet-Je en stad Hoogstraten);

          En/of de opvangvoorziening heeft afspraken of meermaals per jaar contacten met het Agentschap Integratie en Inburgering, of schakelt meermaals per jaar sociaal tolken in.

Criterium 2: toegankelijke en bereikbare kinderopvang (max. 4 punten)

          De organisator biedt flexibele opvanguren = 1 punt.

Dit betekent: minimum een uitbreiding van 30 minuten voor of na de standaard opvanguren van 7.00u tot 18.00u.

          De organisator biedt in haar/zijn werking plaatsen voor dringende opvang of noodopvang = 1 punt.

          De organisator werkt inclusief = 1 punt.

Dit betekent: de opvangvoorziening staat open voor kinderen met een specifieke zorgbehoefte en toont dit concreet aan.

          De opvanglocatie ligt in een woonkern (binnen de bebouwde kom volgens verkeersborden F1a en F1b) = 1 punt.

Dit betekent: de organisator is eigenaar van het gebouw of beschikt over een huurovereenkomst of een schriftelijk voorakkoord tot huur.

Criterium 3: betrokkenheid van de organisator op het lokale niveau (max. 2 punten)

          De organisator werkt mee of engageert zich om mee te werken aan het lokaal loket kinderopvang = 1 punt.

Dit betekent:

          De opvangvoorziening engageert zich om actief te participeren aan het registratiesysteem / digitaal loket kinderopvang.

          De opvangvoorziening engageert zich om het loket kinderopvang tijdig te informeren wanneer er open plaatsen (zullen) zijn.

          De opvangvoorziening engageert zich om vragen van ouders naar kinderopvang die zij niet (kunnen) opvangen door te geven aan het loket kinderopvang.

          Noot: indien op het moment van de aanvraag voor een uitbreiding er nog geen lokaal loket kinderopvang actief is in Hoogstraten, wordt gevraagd een intentieverklaring tot medewerking te tekenen. Dit wordt dan gelijkgesteld met dit punt.

          De organisator werkt mee of engageert zich om mee te werken aan Huis van het Kind Hoogstraten = 1 punt.

Dit betekent:

          De opvangvoorziening engageert zich minstens één keer per jaar deel te nemen aan een vergadering of netwerkmoment van het Huis van het Kind.

          De opvangvoorziening engageert zich om gezinnen met vragen of met behoeften aan ondersteuning gericht en actief door te verwijzen naar partners van het Huis van het Kind (zoals Kind en Gezin, de Opvoedingswinkel, diensten voor kraamzorg, sociale dienst OCMW, enz.).

Criterium 4: de tijd waarbinnen de plaatsen realiseerbaar zijn (max. 1 punt).

De organisator toont aan dat het de extra IKT-plaatsen of de omzetting van plaatsen naar een andere subsidietrap binnen de 6 maanden na toekenning kan realiseren = 1 punt.

Artikel 2:

De gemeenteraad beslist kennis te geven van dit besluit aan het Agentschap Opgroeien (Kind en Gezin), aan het lokaal overleg kinderopvang, en om deze beoordelingsprocedure en criteria openbaar te maken via communicatiekanalen van de stad.

 

Publicatiedatum: 03/02/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 14 december 2020.

 

Goedkeuren van het tracé van de weg en vaststellen van de weguitrusting en nutsvoorzieningen, gelegen Heilig Bloedstraat 2 - 2320 Hoogstraten.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

Het verzoek van de deputatie betreffende de aanvraag omgevingsproject door VASTGOED CW BVBA (ref. OMGP-2020-0307/KAAE - Poststuk PU-2020-00104892) tot het aanleggen van verhardingen en werken aan bestaande waterloop “Kasteelbeek” gelegen Heilig Bloedstraat 2, 2A, 2B, 2C, Lodewijk De Konincklaan 301 en 303 - 2320 Hoogstraten, kadastraal gekend (afd. 1) sectie D 146 T, (afd. 1) sectie D 146 S, (afd. 1) sectie D 146 R, (afd. 1) sectie D 147 N2, (afd. 1) sectie D 147 S2, (afd. 1) sectie D 147 D2, (afd. 1) sectie D 147 G2, (afd. 1) sectie D 147 F2, (afd. 1) sectie D 147 L2, (afd. 1) sectie D 147 E2 en (afd. 1) sectie D 147 R2.

Omgevingsvergunning d.d. 25/10/2018 voor het slopen van gebouwen, het bouwen van 24 appartementen en 2 handelsruimten, het aanleggen van verhardingen en het kappen van een boom.

 

Juridische gronden

          Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40.

          Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014 (OVD).

          Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning (OVB).

          Artikel 47 van het OVB stelt dat als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, de gemeenteraad daarover een besluit neemt. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.

          Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.

 

Argumentatie

 

Artikel 47 van het besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 stelt dat als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, de gemeenteraad daarover een besluit neemt. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.

 

De aanvraag voorziet in het uitvoeren van wegenwerken en een gewijzigd wegtracé.

Het tracé van de weg dient goedgekeurd te worden door de gemeenteraad en de weguitrusting en de nutsvoorzieningen vastgesteld.

 

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek van 20/08/2020 tot 19/09/2020. Er werden 2 bezwaarschriften ingediend.

Het schepencollege heeft op 24/09/2020 de aanvraag voorwaardelijk gunstig geadviseerd.

 

BESPREKING

 

Gemeenteraadslid Maarten Leemans wil van het bestuur een aantal duidelijke engagementen horen in dit dossier. Hij vraagt aan schepen Michel Jansen of het klopt dat er met dit dossier, als de kans zich in de toekomst voordoet, een trage weg wordt gerealiseerd die aansluit op verkaveling Zuid-Oost en op de reeds bestaande trage weg richting Achtelsestraat? En of het initiatief tot het realiseren van die trage weg moet liggen bij het bestuur van deze gemeente?

Op beide zaken wordt door schepen Michel Jansen bevestigend geantwoord.

Volgens raadslid Maarten Leemans bevat het dossier dat nu voorligt heel wat onduidelijkheden en dubbelzinnigheden. Dat dit dossier in extremis op deze gemeenteraad moet worden goedgekeurd, mag geen excuus zijn. Dat dit dossier niet is behandeld in de werkgroep trage wegen, is een bijzonder spijtige zaak. Na drie jaar is deze werkgroep geen enkele keer samengeroepen en dit ondanks een duidelijke vraag van raadslid Fons Jacobs om dit wel te doen bij het intrekken van het agendapunt op de gemeenteraad van 23 november 2020. Raadslid Maarten Leemans wil dat de elementen die ingaan tegen de omgevingsvergunning uit deze beslissing worden gehaald, ongeacht de nakende deadline. Als dit vandaag niet kan, dan is het volgens raadslid Maarten Leemans enkel mogelijk om de gemeenteraad opnieuw samen te roepen om op die manier een deftig dossier te kunnen behandelen in de gemeenteraad. Het raadslid stelt voor om volgende aanpassingen te doen. Dit zijn slechts verduidelijkingen die aan de geest van het dossier niets veranderen, maar die ons als raad en bestuur de zekerheid geven om de sleutel tot realisatie van de openbare trage weg in eigen handen te houden:

 

o De overeenkomst van de gemeente met de VME, die enkel de clausule van de erfdienstbaarheid bevat, dient uiterlijk 28 februari 2021 verleden te worden, met overschrijving op het hypotheekkantoor. In deze overeenkomst dient vermeld te zijn dat het initiatiefrecht voor de realisatie en specificaties van de trage weg bij de gemeente ligt en de kosten van de realisatie van de openbare trage weg ten laste van de VME zijn.

 

o Het tracé en de specificaties (ligging, breedte, gebruik, afscherming) van de trage weg moet worden vastgesteld door de gemeenteraad op het moment dat deze initiatief neemt om de openbare trage weg te realiseren.

 

o De tekst toegevoegd in het blauwe kadertje op de verduidelijking van het rooilijnplan heeft geen enkele wettelijke betekenis en is dubbelzinnig. Deze dient dus verwijderd te worden. Het rooilijnplan waarnaar verwezen wordt in het besluit '... de strook 'Erfdienstbaarheid ruiming waterloop en zone voor trage verbinding' zoals aangevuld op het plan van 06/08/2020 van landmeter Jan Koyen, nr. 'BA_HOO1817 Rooilijnplan verduidelijking', heeft bijgevolg enkel betrekking op deze strook 'Erfdienstbaarheid...' en niet op de dubbelzinnige blauwe kader.

 

In de overeenkomst dient na de specificatie inzake de aanleg trage weg in de zone voor openbaar nut aanvullend opgenomen te worden dat het initiatiefrecht voor de aanleg van de trage weg steeds bij de gemeente, meer bepaald bij de bevoegdheid van deze gemeenteraad moet liggen. De overeenkomst bevat volgens het besluit - dit zijn geen nieuwe elementen:

• een erfdienstbaarheid van openbaar nut wordt vastgelegd met betrekking tot de trage weg welke voorzien dient te worden binnen de strook 'Erfdienstbaarheid ruiming waterloop en zone voor trage verbinding' zoals aangevuld op het plan van 06/08/2020 van landmeter Jan Koyen, nr. 'BA_HOO1817 Rooilijnplan verduidelijking'.

• Er wordt in deze overeenkomst opgenomen dat er geen vergoeding verschuldigd is voor waardevermeerdering of waardevermindering.

• Deze door de eigenaars ondertekende overeenkomst dient voorgelegd te worden aan de gemeente uiterlijk op 03/01/2021.

• De eigenaars dienen hiervoor het initiatief te nemen. Zij dragen tevens de kosten voor het opmaken, verlijden en overschrijven van deze overeenkomst.

Raadslid Maarten Leemans verduidelijkt nog even het sluiten van de overeenkomst: in het geval van nieuwe gemeentewegen gaat de gemeente over tot verwerving van de onroerende goederen, vereist voor de realisatie van de gemeenteweg. In afwijking van het eerste lid kan de gemeente met de eigenaars van de gronden waarop de gemeenteweg gelegen is, een overeenkomst sluiten waarbij een erfdienstbaarheid van openbaar nut vastgelegd wordt. Die overeenkomst wordt binnen de termijn van zestig dagen na het verlijden ervan overgeschreven op het hypotheekkantoor van het arrondissement waar de goederen zijn gelegen. In het voorliggend besluit staat (art.9): Deze door de eigenaars ondertekende overeenkomst dient voorgelegd te worden aan de gemeente uiterlijk op 03/01/2021. De eigenaars dienen hiervoor het initiatief te nemen. Zij dragen tevens de kosten voor het opmaken, verlijden en overschrijven van deze overeenkomst.

Dus eigenaars nemen initiatief om de overeenkomst te verlijden en over te schrijven op het hypotheekkantoor. Dit is blijkbaar 'vrijblijvend'. Daarom schuift raadslid Maarten Leemans de datum van 28 februari 2021 naar voor. Dit mag voor ons gerust een andere datum zijn, zolang deze maar wordt vastgelegd.

Op verschillende plannen werd door de aanvrager een 'slingerend pad' van 1,5 meter breed ingetekend. Dit heeft geen enkele waarde m.b.t. de effectief aan te leggen trage weg. Dit komt zelfs uit midden van de in- en uitrit wat in tegenstrijd is met art. 2.10 van het voorliggend besluit. Bovendien stopt de ingetekende trage weg op de perceelsgrens. Het was dus wel mogelijk om voorbij de perceelsgrens een weg in te tekenen, maar op het eigen perceel niet.

 

Schepen Michel Jansen meent dat dit wel erg technische vragen zijn. Zoals de schepen ook al via mail had laten weten was het de bedoeling om dit dossier in januari opnieuw naar de gemeenteraad te brengen. Maar dat was niet haalbaar, aangezien het dossier op 4 januari bij de deputatie moet zijn. De tijd was dus te kort om nog met de werkgroep trage wegen samen te komen. Schepen Michel Jansen herhaalt dat het wel degelijk de bedoeling is om een trage weg in te brengen in dit dossier, maar dit is slechts een start. De rest van de trage weg zal pas later kunnen ontwikkeld worden. Er staat in het besluit dat er op 3 januari een overeenkomst van erfdienstbaarheid van openbaar nut moet liggen.

 

Voor raadslid Maarten Leemans staan er te veel dubbelzinnigheden in dit dossier waarvan de eigenaar gebruik kan maken om de trage weg niet te realiseren. Dit dossier is niet duidelijk.

 

Raadslid Tinne Rombouts verklaart dat de fractie CD&V positief zal stemmen, al is ze niet op de hoogte van de communicatie die er over dit dossier gevoerd is tussen de fractie Anders en schepen Michel Jansen.

 

Raadslid Maarten Leemans dringt bij de voorzitter aan op een hoofdelijke stemming over dit dossier.

Voorzitter Jef Vissers roept de namen van de gemeenteraadsleden af en iedereen spreekt zijn stem uit. 

 

BESLUIT

 

Bij 22 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Faye Van Impe, Piet Van Bavel, Jos Martens, Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Jef Vissers, Joël Adams, Ann Tilburgs, Ans Lochten, Ilse Verachtert en Koen Van Leuven) en 3 neen stemmen (Fons Jacobs, Dimitri Van Pelt en Maarten Leemans)

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt kennis van de ingediende bezwaarschriften.

Artikel 2:

De gemeenteraad keurt het tracé van de weg, alsook de uitrusting en de nutsvoorzieningen, goed, mits hierna verder omschreven lasten en voorwaarden.

1. De zones langs Heilig Bloedstraat en Lodewijk De Konincklaan tussen de oude en de nieuwe rooilijn dienen op kosten van ontwikkelaar overgedragen naar het openbaar domein na inrichting van de over te dragen projectzone.

2. Conform de richtlijnen van toegankelijkheid, moet het geplande voetpad lineair doorlopen, ook ter hoogte van opritten. Het geplande voetpad langs de Heilig Bloedstraat wordt verhoogd aangelegd ten opzichte van rijweg en langsparkeerstrook. Ook ter hoogte van de oprit dient het voetpad bijgevolg in principe verhoogd aangelegd.

Anderzijds maakt de oprit deel uit van de groene as langs de Kasteelbeek, dienstig voor trage weggebruikers, waarvoor een inritband een moeilijker haalbaar obstakel kan zijn. Een optimaal toegankelijke aanleg van het voetpad ter hoogte van de inrit, zowel in dwars- als in langsrichting, is voorwaarde voor het bekomen van een omgevingsvergunning.

3. Het voetpad moet om te voldoen aan de vereisten van toegankelijkheid overal minstens 1,5m breed zijn (gemeten tussen de boordstenen).

4. Een drempelloze aanleg van de aansluitingen tussen geplande fiets- en voetpaden enerzijds en de fietsoversteek en zebrapaden anderzijds zijn voorwaarde voor het bekomen van een omgevingsvergunning.

5. In het kader van dit project moeten voorzieningen van nutsbedrijven aangepast en verplaatst worden. Zo ook de verlichtingspaal in het verlengde van het zebrapad (te verplaatsen naar de groenzone). Deze aanpassingswerken zijn ten laste van de ontwikkelaar en moeten bij de betrokken nutsmaatschappij aangevraagd worden. Ook tijdens de werken dienen de nutsvoorzieningen gevrijwaard.

6. Tijdens de werken dient een voldoende veilige doorgang voor de (trage) weggebruikers

langsheen de projectzone gegarandeerd. Ook laden en lossen en toegang tot de werf dienen

dusdanig georganiseerd dat de hinder minimaal is. Werfinrichting en -signalisatie dienen

voldoende ruim op voorhand besproken met de dienst Ruimte.

7. Wanneer ifv de bouwwerken zware leveringen dienen te gebeuren in de omgeving van de bestaande bomen, dan moeten er rijplaten geplaatst worden die de druk op de ondergrond verdelen om zo de verdichting van de ondergrond aan de boomwortels te voorkomen.

8. Alle werken aan het (toekomstig) openbaar domein moeten uitgevoerd worden conform de richtlijnen van het Standaardbestek 250 voor de wegenbouw, huidige versie.

Na de werken moet het stadsbestuur een volledig as-builtdossier ontvangen van de uitgevoerde werken, zijnde wegeniswerken, proevenprogramma, positie leidingen nutsmaatschappijen, digitale opmetingsplannen overeenkomstig de richtlijnen van AGIV.

Alle technische fiches en handleidingen moeten een Nederlandstalige versie bevatten.

9. Het behoud van de trage verbinding is ten allen tijde verplicht. De voorwaarde tot behoud dient verankerd te worden in de af te leveren omgevingsvergunning.

In toepassing van art. 26,§2, lid 2 van het gemeentewegendecreet dienen de eigenaars een overeenkomst te sluiten waarbij een erfdienstbaarheid van openbaar nut vastgelegd wordt met betrekking tot de trage weg welke voorzien dient te worden binnen de strook 'Erfdienstbaarheid ruiming waterloop en zone voor trage verbinding' zoals aangevuld op het plan van 06/08/2020 van landmeter Jan Koyen, nr. 'BA_HOO1817 Rooilijnplan verduidelijking'.

Er wordt in deze overeenkomst opgenomen dat er geen vergoeding verschuldigd is voor waardevermeerdering of waardevermindering.

Deze door de eigenaars ondertekende overeenkomst dient voorgelegd te worden aan de gemeente uiterlijk op 03/01/2021.

De eigenaars dienen hiervoor het initiatief te nemen. Zij dragen tevens de kosten voor het opmaken, verlijden en overschrijven van deze overeenkomst.

10. De trage verbinding dient fysiek gescheiden te zijn van het gemotoriseerd verkeer in functie van de verkeersveiligheid van de trage weggebruiker.

11. In functie van het gebruik, dient de trage verbinding zichtbaar te worden gemaakt vanuit de gemeenteweg.

 

Publicatiedatum: 03/02/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 14 december 2020.

 

Goedkeuren van de kosteloze grondafstand van perceel grond in de Driehoekstraat.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

Het betreft hier een kosteloze grondafstand, als voorwaarde in de verkavelingsvergunning van Herrijgers Herman - Van Der Velden Gert, van een perceel grond gelegen te Driehoekstraat te 2321 Meer, kadastraal bekend volgens titel derde afdeling, sectie C, nummer 230G, met een oppervlakte van achtenzeventig centiare (78 ca).

 

De ontwerpakte is opgemaakt door notariskantoor Paul Rommens, Meerseweg 16, 2321 Meer.

 

Plan van landmeter Jan Verkoyen in bijlage.

 

Juridische grond

 

Artikelen 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Argumentatie

 

De kosteloze grondoverdracht en de hiervoor opgemaakte ontwerpakte worden ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt niet onder een actie van het meerjarenplan en heeft geen financiële impact.

 

BESLUIT

 

Bij 25 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Faye Van Impe, Piet Van Bavel, Jos Martens, Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Joël Adams, Maarten Leemans, Ann Tilburgs, Ans Lochten, Ilse Verachtert en Koen Van Leuven)

Artikel 1:

De gemeenteraad geeft zijn goedkeuring aan de kosteloze overdracht van het perceel grond gelegen te Driehoekstraat van 78 ca, volgens het plan van landmeter Jan Koyen, d.d. 05/12/2019.

Artikel 2:

De modelakte, opgemaakt door notariskantoor Paul Rommens, Meerseweg 16, 2321 Meer, wordt goedgekeurd.

Artikel 3:

Volmacht wordt gegeven aan de Voorzitter van de gemeenteraad en de Algemeen Directeur om namens het stadsbestuur deze akte te ondertekenen.

Artikel 4:

Kennis wordt gegeven van deze beslissing aan de financiële dienst en alle betrokken partijen.

 

Publicatiedatum: 03/02/2021
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Openbare zitting van GR van maandag 14 december 2020.

 

Goedkeuren van de belasting op verdeelapparaten van brandstoffen exclusief bestemd voor vrachtwagens.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

In het najaar 2019 zijn we gestart met enkele ingrepen te doen om de gevolgen van de overlast op de Transportzone Meer in te perken.

Het gaat voornamelijk om groenbeheer, ruiming afval, ruiming menselijke ontlasting en handhaving.

Na één jaar leert ons de evaluatie dat er meer en ingrijpender moet ingezet worden. Dit heeft een serieuze kostprijs welke ten laste komt van de begroting van de stad.

Om deze kosten gedeeltelijk te kunnen recupereren, wil het bestuur een belasting op de verdeelapparaten van de diesel voor vrachtwagens invoeren.

 

Juridische grond

 

          Artikel 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.

 

Argumentatie

 

Het is een feit dat de uitbating van tankstations bijkomende uitgaven veroorzaken voor de stad inzake mobiliteit, infrastructuur, wegennet en netheid (zwerfvuil, menselijke uitwerpselen).

 

Het is ook zo dat de aantrekkingskracht van de tankstations in het grensgebied zeer groot is gezien het tanktoerisme. Dit leidt dan tot een enorme verkeersdrukte in de nabije omgeving van de tankstations met als gevolg verkeersonveilige situaties, verkeersongevallen en incidenten, bijkomende kosten van handhaving, overlast voor de omgeving en buurtbewoners, negatieve gevolgen voor het leefmilieu,...

 

De bovengenoemde kosten en overlast alsook alle negatieve gevolgen nemen in zeer sterke mate toe indien een tankstation bijna exclusief door vrachtwagens wordt bezocht.

 

Aangezien de uitbating van tankstations een economische activiteit is die voor de exploitanten redelijkerwijze inkomsten genereren, is het verantwoord om ook hen te laten bijdragen aan de bijkomende kosten veroorzaakt door de tankstations.

 

Het is dus derhalve redelijk en billijk om hen een belasting te laten betalen, rekening houdend met de financiële toestand van de stad en meer bepaald de kosten die de stad heeft om de gevolgen van deze overlast in te dijken.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt onder actie "We verhogen de aantrekkingskracht en veiligheid van de bedrijventerreinen" van het meerjarenplan, met actienummer: 4/2/2/2, beleidsitem: Handel en middenstand met nummer 500-00 en algemeen rekeningnummer: Belasting op verdeelapparaten vrachtwagendiesel 73599999.

Voorziene budget in het meerjarenplan: 0 EUR.

Reeds gebruikt budget: 0 EUR.

Beschikbaar budget op vandaag: 0 EUR.

Budget nodig voor dit besluit: 392.500,00 EUR.

Te voorzien budget in eerstvolgende aanpassing MJP 392.500,00 EUR voor de jaren 2021 tem 2025 en dit per jaar.

 

De financieel directeur heeft op 23 oktober 2020 visum verleend.

 

BESPREKING

 

Gemeenteraadslid Ward Baets leest in de argumentatie van dit agendapunt dat de aantrekkingskracht van tankstations groot is in ons grensgebied  Zo krijgt Hoogstraten te maken met tanktoerisme dat een overlast creëert voor de omgeving en negatieve gevolgen heeft voor het milieu. Voor het raadslid zijn deze elementen uit de argumentatie niet nieuw. In de gemeenteraad van november werd het intrekken van het RUP voor de transportzone goedgekeurd. Dit RUP bood een antwoord op tal van uitdagingen: een groepering van de tankstations waardoor de  verkeersproblematiek wordt aangepakt, sanitaire ruimtes voor de tankstations en voor de ganse transportzone streven naar een optimale invulling. Het raadslid vraagt zich af of de investeringen die tankstations moeten doen in het kader van het RUP niet dermate zijn dat tankstations gaan redeneren dat een nieuw RUP niet meer noodzakelijk is. Daarnaast vraagt het raadslid zich ook af of deze heffing het tanktoerisme gaat oplossen; hij betwijfelt of het doorrekenen aan de klant zal volstaan. Met deze heffing meent raadslid Ward Baets dat we een hypotheek nemen op een degelijke uitvoering. Door deze heffing zullen inkomsten worden gerealiseerd die fundamenteel zijn. Het raadslid vraagt zich af of er een plan van aanpak is over hoe men de bestaande problematieken gaat aanpakken.

Raadslid Ward Baets herhaalt de drie bedenkingen van de fractie CD&V bij deze belasting:

1 Staat het RUP niet op de helling door deze heffing, gaan de tankstations niet               redeneren dat er geen nieuw RUP nodig is?

2.Het tanktoerisme gaat door deze heffing niet opgelost worden, de problemen zullen               blijven bestaan.

3.Is er een plan van aanpak over hoe de problematieken gaan aangepakt worden?

 

 

Schepen Roger van Aperen is blij met deze tussenkomst, hij meent dat gemeenteraadslid Ward Baets goed weet met welke problemen de transportzone  geconfronteerd wordt. Aan het begin van deze legislatuur is er veel commentaar geweest over de wanpraktijken op de transportzone. Ook LCHM heeft toen een oproep gedaan aan de gemeente om hier iets aan te doen. Er zijn minimale maatregelen getroffen om de transportzone een nieuw uitzicht te geven, zo is er een firma uit Nederland aangesteld om de zone op te kuisen waarmee ook duidelijke afspraken zijn gemaakt aangezien dit geen evidente opgave is. Daarnaast is er een container geïnstalleerd waar toiletten beschikbaar zijn. Alles bij elkaar zijn er ingrepen gebeurd die de stadskas 85.000 tot 125.000 EUR per jaar kosten. In november werd er inderdaad aan de gemeenteraad gevraagd om het RUP in te trekken en ineens met een nieuw RUP van start te gaan. Een dergelijk RUP maken duurt echter lang. Schepen Roger Van Aperen meent dat als we hier nu niets aan doen dat er geen enkele verbetering zal zijn. Hij wil daarom vanaf januari 2021 met deze belasting starten. We zijn geen bedenker van dit verhaal, we zijn hiervoor de mosterd gaan halen bij de stad Maasmechelen. LCHM en ook de tankstations zelf vinden dat de situatie niet langer houdbaar is en dat er oplossingen moeten gezocht worden. Daarom besliste het college om de investeringen nu verder te zetten en op zoek te gaan naar gelden om deze investeringen te kunnen betalen bij diegenen die deze overlast veroorzaken. Dit zal inderdaad geen oplossing betekenen voor het tanktoerisme. De schepen bevestigt dat er een plan van aanpak is, dat nog verder moet vorm krijgen met alle betrokkenen.

 

Burgemeester Marc Van Aperen vult aan dat er bovenop deze belasting ook geïnvesteerd wordt in overleg met ministers Hilde Crevits en Lydia Peeters. Samen met hen wordt er naar oplossingen gezocht, het is voor de burgemeester immers duidelijk dat dit niet door Hoogstraten alleen moet opgelost worden. Ook Vlaanderen en Europa moeten hier een rol in spelen.

 

Raadslid Ward Baets verduidelijkt dat de bezorgdheid van het college gedeeld wordt, maar hij beklemtoont dat de beslissing voor de herneming van het RUP wel overeind moet blijven. Deze heffing kan niet als een hefboom gebruikt worden om het RUP te contesteren, het raadslid meent dat er geen tijdelijke oplossingen moeten blijven gegeven worden maar dat ze structureel moeten opgelost worden via het RUP.

 

BESLUIT

 

Bij 17 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Faye Van Impe, Piet Van Bavel, Jos Martens, Herman Snoeys, Fons Jacobs, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Maarten Leemans, Ann Tilburgs, Ans Lochten en Koen Van Leuven) en 8 onthoudingen (Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Tinne Rombouts, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Joël Adams en Ilse Verachtert)

Enig artikel:

De gemeenteraad keurt volgend belastingsreglement goed:

 

Belasting verdeelapparaten brandstof vrachtwagens

 

Artikel 1:

Vanaf het aanslagjaar 2021 en dit voor de periode van het huidige MJP 2021-2025 wordt een belasting gevestigd op verdeelapparaten van brandstoffen, bestemd voor gemotoriseerde voertuigen exclusief voor vrachtwagens, indien deze toegankelijk zijn voor het publiek.

Artikel 2:

De belasting bedraagt 2.500,00 EUR per brandstofslang, zijnde een leiding waarmee de brandstoffen uit het verdeelapparaat van brandstoffen naar een vrachtwagen geleid wordt wanneer het verdeelapparaat van brandstoffen exclusief bestemd is voor vrachtwagens.

Indien aan het verdeelapparaat van brandstoffen twee of meerdere brandstofslangen zijn ingebouwd, is de belasting respectievelijk twee of meerdere malen verschuldigd.

Artikel 3:

De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de verdeelapparaten van brandstoffen op 01 januari van het aanslagjaar. De uitbater van verdeelapparaten van brandstoffen is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

Artikel 4:

De belasting is ondeelbaar en voor gans het aanslagjaar verschuldigd.

Artikel 5:

Zijn van de huidige belasting vrijgesteld:

 

1. De verdeelapparaten van brandstoffen die zich bevinden op een privé-terrein (garage of een gelijksoortige plaats) en die van buitenaf noch zichtbaar zijn noch aangekondigd zijn en ook niet dienen voor de bevoorrading van langskomende voertuigen;

 

2. De verdeelapparaten van schone brandstoffen. In de zin van het huidige reglement verstaat men onder "schone brandstoffen" de brandstoffen die fossiele oliebronnen vervangen als energievoorziening voor het vervoer en kunnen bijdragen tot koolstofvrije energievoorziening, met name elektriciteit, waterstof, biobrandstoffen en LPG.

Artikel 6:

De belastingplichtige ontvangt vanwege de stad een aangifteformulier dat behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd.

 

De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden, uiterlijk op 1 oktober van het lopende aanslagjaar, aan de stad voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.

Artikel 7:

Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 6 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve gevestigd.

 

In geval van ambtshalve aanslag wordt de belasting gevestigd op basis van de gegevens waarover de belastingheffende overheid beschikt.

Voor de belasting ambtshalve wordt gevestigd, brengt het college van burgemeester en schepenen, of het personeelslid dat door het college van burgemeester en schepenen daartoe is aangesteld, de belastingplichtige, met een aangetekende brief op de hoogte van de redenen waarom ze gebruik maakt van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van die elementen en het bedrag van de belasting.

 

De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 kalenderdagen te rekenen vanaf de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

 

Als een belasting ambtshalve is gevestigd, moet de belastingplichtige het bewijs leveren van de juistheid van de door hem ingeroepen elementen.

 

Op de ambtshalve opname in het kohier van de belasting zal een belastingverhoging van 25%, 50% of 100% worden toegepast al naargelang het een eerste, tweede of derde (en volgende) overtreding betreft. Het bedrag van deze verhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

Artikel 8:

Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van de belastingverordening.

De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.

Artikel 9:

De belastingplichtige is gehouden elke wijziging in het aantal verdeelapparaten van brandstoffen waarvan hij eigenaar is tijdens het aanslagjaar van onderhavig reglement, op eigen initiatief aan de stad bekend te maken binnen de maand na de wijziging. Een wijziging in min heeft geen gevolg gezien de belasting ondeelbaar en voor het ganse jaar verschuldigd is. Een wijziging in plus zal dus een extra belastingaanslag inhouden voor het bijkomend aantal.

De belastingplichtige die zijn zaak verkoopt of overdraagt is verplicht dit binnen de veertien dagen mee te delen aan het college van burgemeester en schepenen. In dit geval mag de voor het lopende jaar betaalde belasting overgedragen worden op naam van diegene die de uitbating verder zet.

Artikel 10:

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier, dat vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het college van burgemeester en schepenen ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar.

Artikel 11:

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

Artikel 12:

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag (en de eventuele

belastingverhoging) een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen dat handelt als administratieve overheid. Er wordt niet voorzien in het indienen van bezwaarschriften via een duurzame drager.

Het bezwaar moet schriftelijk en gemotiveerd worden ingediend, en op straffe van verval binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige, alsook het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten of middelen.

Het college van burgemeester en schepenen stuurt binnen 15 kalenderdagen na verzending of indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding. Deze ontvangstmelding kan via een duurzame drager worden verstuurd.

Indien de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger dat in zijn bezwaarschrift heeft gevraagd, zal de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger uitgenodigd worden op een hoorzitting.

De belastingplichtigen kunnen de verbetering aanvragen van materiële vergissingen zoals dubbele aanslag, rekenfouten, enz., zolang de gemeenterekening van het aanslagjaar waarop de belasting betrekking heeft, nog niet werd goedgekeurd.

Artikel 13:

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het Decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat Wetboek van toepassing voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

Artikel 14:

Het reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en 287 van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Publicatiedatum: 03/02/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 14 december 2020.

 

Nieuwjaarke-Zoete zingen.

 

MOTIVERING

 

Bijkomend agendapunt CD&V-fractie voor de gemeenteraad van 14 december 2020.

 

Nieuwjaarke-Zoete zingen.

 

Motivering

We gaan stilletjes aan weer naar het einde van het jaar toe. Een bijzonder jaar wel te zeggen… Traditioneel kennen we de kerst- en nieuwjaarsperiode, als een periode van warmte, samenzijn en dankbaarheid. Een periode waar creativiteit heerst om er nog meer te zijn voor elkaar dan anders… Rekening houdende met de afgekondigde maatregelen, wordt er momenteel in vele huiskamers, maar ook binnen het verenigingsleven, nagedacht hoe deze periode nu het best gepland en georganiseerd kan worden. Voor de kinderen, maar ook voor vele volwassenen, is het Nieuwjaarke Zoete zingen een hartverwarmende afsluiter van het jaar. Een echt kinderfeest, waar ook jong en oud van geniet. Een mooie traditie…

 

Via de krant mochten wij het volgende vernemen:

 

“In sommige delen van de provincie Antwerpen gaan kinderen op de laatste dag van het jaar van deur tot deur om nieuwjaarswensen over te maken. In ruil krijgen ze dan iets lekkers of een centje. Maar dat nieuwjaarszingen houdt door de coronacrisis wel wat risico's in. Daarom zaten de burgemeesters deze week samen met provinciegouverneur Cathy Berx (CD&V) om het thema te bespreken.

Een expliciet verbod voor de hele provincie komt er niet. De beslissing ligt dus bij de burgemeesters. De provincie werkt wel aan een gids met richtlijnen en voorbeelden om het nieuwjaarszingen coronaproof te organiseren, maar een aantal gemeenten besliste alvast dat het zingen niet kan plaatsvinden.”

 

Vandaar de volgende vraag:

 

Gelet op:

 

          de sterke traditie van het Nieuwjaarke Zoete zingen op het grondgebied van Hoogstraten;

          de actuele toestand van de Corona-pandemie;

          de communicatie van de gouverneur waarbij de toelating tot het organiseren van Nieuwjaarke Zoete zingen bij de burgemeester wordt gelegd;

          de heersende tijdsdruk van 14 dagen om zich te organiseren vanuit verenigingen en/of families;

 

Vraag:

 

          Mag op het volledige grondgebied van de stad Hoogstraten het Nieuwjaarke Zoete zingen doorgaan en zoja, onder welke voorwaarden?

          Welke initiatieven mogen mensen/verenigingen ondernemen (of welke niet?) in de periode van kerstmis en oudjaar/nieuwjaar?

          Hoe zal de communicatie hierover gebeuren?

          Welke ondersteuning biedt de Stad Hoogstraten om de organisatie in goede banen te leiden?

 

BESPREKING

 

Voorzitter Jef Vissers bevraagt de fractie CD&V of dit agendapunt nog behouden blijft. Gemeenteraadslid Tinne Rombouts bevestigt dat dit punt inderdaad wordt teruggetrokken aangezien de gouverneur intussen alle nieuwjaarszingen in de provincie Antwerpen verboden heeft.

 

Burgemeester Marc Van Aperen legt uit dat er regelmatig over dit onderwerp gesproken is, zowel op het crisisoverleg als op het overleg met de burgemeesters en de gouverneur. En daar is dus recent beslist om zowel het zingen voor nieuwjaar als voor driekoningen niet toe te laten. De burgemeester is wel blij dat er een alternatief bedacht is door onze jeugddienst, zo worden er deze week knutselpakketten verdeeld aan alle kleuters en lagere school-kinderen met daarin  een lichtje om te knutselen, kaartjes die kunnen verstuurd worden en een mee-zing poster met het liedje van Nieuwjaarke Zoete. Er volgt ook nog een  bericht voor alle burgers dat het nieuwjaarszingen en het driekoningenzingen niet zal doorgaan. Burgemeester Marc Van Aperen spreekt een bedanking uit aan de diensten om dit toffe alternatief te bedenken. Daarbij spreek hij ook alvast de beste wensen uit voor iedereen in 2021 en hij hoopt dat het heel anders mag zijn dan in 2020.

 

Gemeenteraadslid Tinne Rombouts bedankt de burgemeester voor dit uitgebreide antwoord op een niet gestelde vraag. Ze is blij dat er actie is ondernomen vanuit de diensten en dat er op zoek is gegaan naar alternatieven. Ze beklemtoont het belang om perspectief te bieden aan iedereen en roept iedereen in Hoogstraten op om creatief om te gaan met deze moeilijke situatie en verbindende initiatieven te nemen. Raadslid Tinne Rombouts bedankt in naam van CD&V de jeugddienst voor deze toffe actie.

 

 

Publicatiedatum: 03/02/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 14 december 2020.

 

Mondelinge vraag - stille studeerplekken.

 

VRAAG

 

Gemeenteraadslid Mai Sterkens informeert of het college stappen heeft gezet om in Hoogstraten stille studeerruimtes te organiseren, uiteraard met aandacht voor de coronamaatregelen.

 

ANTWOORD

 

Schepen Faye Van Impe bevestigt dat dit inderdaad in voorbereiding is, bovendien hebben we hier in Hoogstraten een dankbare partner voor met name Inspirelli. In principe zal vanaf 2 januari zaal Pax ter beschikking worden gesteld voor studenten. Er wordt ook nog bekeken of er in Meersel-Dreef een aanbod kan voorzien worden. Daarnaast zal er uiteraard vanuit de stad ook mee ingezet worden op communicatie.

 

Gemeenteraadslid Mai Sterkens is blij en dankbaar met dit antwoord.

 

Publicatiedatum: 03/02/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 14 december 2020.

 

Mondelinge vraag - verlichting van de kerktoren.

 

VRAAG

 

Gemeenteraadslid Tinne Rombouts weet dat er bovenaan in de toren van de Sint Katharinakerk verlichting is voorzien die via de galmgaten naar buiten schijnt. Ze stelt voor om zo veel mogelijk gehoor te geven aan de oproep om licht te voorzien en oppert het idee om de kerktoren via deze verlichting in de schijnwerpers te zetten.

 

ANTWOORD

 

Schepen Michel Jansen vindt dit een goed idee en zal bekijken of dit zo kan uitgevoerd worden.

 

Publicatiedatum: 03/02/2021