MOTIVERING

 

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

Naar aanleiding van het reglement voor verwaarlozing dat staat voor de inventarisering van verwaarloosde panden in Hoogstraten en de wil om verwaarloosde panden en verloedering tegen te gaan binnen stad Hoogstraten is het doorvoeren van heffingen een volgende stap.

De relevante Vlaamse woonregelgeving wordt vanaf 1 januari 2021 gecoördineerd in een ‘Vlaamse Codex Wonen’ en een globaal ‘besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen’. Voor de regelgeving inzake verwaarlozing gaat het enkel om een tekstuele coördinatie en niet om een inhoudelijke wijziging. Het bestaande reglement van 27 april 2020 inzake de heffing op verwaarloosde gebouwen en woningen wordt aangepast aan de gecoördineerde tekst.

 

Juridische grond

 

          Artikel 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          De Grondwet, zoals gewijzigd, inzonderheid artikel 170, §4.

          Het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, zoals gewijzigd.

          Het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, zoals gewijzigd

          Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd.

          Het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, zoals gewijzigd.

          De Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, zoals gewijzigd.

          De Vlaamse Codex Wonen van 2021.

          Het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

          Gelet op het door de gemeenteraad van 27 april 2020 vastgesteld  reglement inzake het register van verwaarloosde gebouwen en woningen;

          Gelet op de financiële toestand van de stad;

 

Argumentatie

 

De stad wenst verwaarlozing van woningen en gebouwen te voorkomen en bestrijden om de verloedering van de leef- en woonomgeving tegen te gaan;

 

De stad kan een heffing op verwaarloosde gebouwen en woningen innen op grond van de gemeentelijke fiscale autonomie. De vrijstellingen in het reglement sluiten aan bij de noden en het beleid van de stad;

 

Het is nuttig om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van woningen en gebouwen;

 

De relevante Vlaamse woonregelgeving wordt vanaf 1 januari 2021 gecoördineerd in een ‘Vlaamse Codex Wonen’ en een globaal ‘besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen’. Voor de regelgeving inzake verwaarlozing gaat het enkel om een tekstuele coördinatie en niet om een inhoudelijke wijziging. Het bestaande reglement van 27 april 2020 inzake de heffing op verwaarloosde gebouwen en woningen wordt aangepast aan de gecoördineerde tekst.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

 Valt onder actie "We verbreden het ruimtelijk instrumentarium" van het meerjarenplan, met actienummer: 1/1/1/3, beleidsitem: overig woonbeleid met nummer 629-00 en algemeen rekeningnummer: 73699999 "Andere belastingen op patrimonium".

Voorziene budget in het meerjarenplan: 0 EUR.

Te voorzien budget in eerstvolgende aanpassing MJP.

 

De financieel directeur heeft op 20/11/2020 visum verleend.

 

BESLUIT

 

Bij 25 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Faye Van Impe, Piet Van Bavel, Jos Martens, Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Joël Adams, Maarten Leemans, Ann Tilburgs, Ans Lochten, Ilse Verachtert en Koen Van Leuven)

Enig artikel:

De gemeenteraad keurt het heffingsreglement voor verwaarlozing van gebouwen en woningen goed.

De gemeenteraadsbeslissing van 27 april 2020 houdende goedkeuring van het gemeentereglement inzake het heffingsreglement verwaarlozing wordt met ingang van 1 januari 2021 opgeheven en vervangen door onderhavig reglement.  Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2021 en wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 285 t.e.m. 287 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

 

De heffingen worden doorgevoerd vanaf 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025.

 

Het heffingsreglement voor verwaarloosde gebouwen en woningen zoals onderstaand beschreven.

 

1. Algemene bepalingen

 

Definities

 

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

 

1. Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a. een aangetekend schrijven.

b. een afgifte tegen ontvangstbewijs.

2. Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitzondering van de bebouwde onroerende goederen die vallen onder de toepassing van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.

3.  Register van verwaarloosde gebouwen en woningen: het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen, als vermeld in artikel 2.15. Vlaamse Codex Wonen

4. Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande.

5. Houder van het zakelijk recht: de persoon of de personen met een recht van volle eigendom, opstal, erfpacht of vruchtgebruik met betrekking tot een gebouw of een woning.

 

2. Heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen

 

Belastbare grondslag

 

§1. Er wordt voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting, zijnde de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen, gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen.

 

§2. Zolang het verwaarloosde gebouw of de verwaarloosde woning niet uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen is geschrapt, blijft de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen verschuldigd op het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van 12 maanden vanaf de datum van de 1ste verjaardag van de opnamedatum.

 

§3. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.

 

Belastingplichtige

 

§1. Belastingplichtig is diegene die op het ogenblik van het verschuldigd worden van de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen houder van het zakelijk recht is van het verwaarloosde gebouw of de verwaarloosde woning.

 

§2. Zolang het gebouw of de woning niet uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen is geschrapt, is de houder van het zakelijk recht, vermeld in §1, op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt, de belastingplichtige voor de nieuwe belasting.

 

§3. Zo er meerdere belastingplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde belasting.

 

§4. In het geval van overdracht van het zakelijk recht moet de overdrager van het zakelijk recht de verkrijger, voorafgaand aan de overdracht, in kennis stellen dat de woning of het gebouw is opgenomen in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen.

 

Tevens moet hij per beveiligde zending een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen 2 maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:

 

 Naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel.

 Datum van de akte, naam en standplaats van de notaris.

 Nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw.

 

De overdrager van het zakelijk recht kan de instrumenterende ambtenaar vragen om dit in zijn plaats te doen.

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

 

Berekening van de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen

 

§1. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op:

 

 1.500,00 EUR voor een verwaarloosd gebouw.

 1.500,00 EUR voor een verwaarloosde woning.

 

§2. De belasting wordt vermeerderd met 1.000,00 EUR per termijn van twaalf maanden dat het gebouw of de woning zonder onderbreking is opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen.

 

§3. De belasting wordt ten hoogste vier maal vermeerderd met 1.000,00 EUR.

§4. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.

 

Vrijstellingen

 

§1. Van de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen zijn vrijgesteld:

 De belastingplichtige die maximaal 1 jaar zakelijk gerechtigde  houder van het zakelijk recht is van het gebouw of de woning.

 

§2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:

 

 Gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;

 Geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld. 

 Vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 3 jaar volgende op de datum van de vernieling of de beschadiging.

 Gerenoveerd wordt met of zonder stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen:

o Met stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen: Blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor stabiliteitswerken, renovatiewerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van 3 jaar volgende op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning of de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.

o Zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen:

 

Met  dien verstande dat de belastingplichtige zelf een renovatiedossier samenstelt met foto’s, aankoopfacturen en documenten waaruit voldoende blijkt dat het gebouw of de woning in staat van renovatie is. Deze vrijstelling kan maximaal 3 opeenvolgende jaren toegekend worden. 

 

Voorafgaand aan de toekenning van deze vrijstelling kan de gemeente een plaatsbezoek uitvoeren. Indien een plaatsbezoek tot vaststelling van de voortgang van de werken wordt geweigerd of indien aan de administratie geen toegang wordt verleend tot het gebouw en/of de woning, dan wordt de toekenning van de vrijstelling automatisch geweigerd.

 

Bovenstaande vrijstellingen voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen kunnen gecombineerd worden, met dien verstande dat deze vrijstellingen, indien gecombineerd, ook maar maximaal 3 opeenvolgende jaren toegekend kunnen worden.

 

Bij overdracht van het zakelijk recht heeft de nieuwe belastingplichtige ook recht op een vrijstelling voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen, met dien verstande dat deze vrijstellingen, indien gecombineerd, ook maar maximaal 3 opeenvolgende jaren toegekend kunnen worden.

 

 Het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-,  verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 3.30., §2 Vlaamse Codex Wonen.

 Het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig boek 5, deel 7 Vlaamse Codex Wonen.

 

Indien de belastingplichtige de verwaarlozing laat aanhouden omwille van een vreemde oorzaak die de belastingplichtige niet kan worden toegerekend, wordt eveneens een vrijstelling verleend.

 

Inkohiering

 

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Betaling van de belasting

 

De belasting moet betaald worden binnen 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Bezwaar tegen de aanslag

 

§1. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. 

 

Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de 3de werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt binnen 15 dagen na de indiening ervan een ontvangstmelding afgegeven.

 

§2. Het bezwaarschrift wordt behandeld in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

 

3. SLOTBEPALINGEN

 

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6  tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

De gemeenteraadsbeslissing van  27 april 2020 houdende goedkeuring van het gemeentereglement inzake de heffing op verwaarloosde gebouwen en woning wordt met ingang van 1 januari 2021 opgeheven en vervangen door onderhavig reglement.

Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2021 en wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 285 en 287 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.