Hoogstraten

Zitting van maandag 27 april 2020

Om 20.00uur.

 

aanwezig

voorzitter: Jef Vissers

burgemeester: Marc Van Aperen

schepenen: Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Katrien Brosens, Faye Van Impe en Jos Martens

raadsleden: Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Joël Adams, Piet Van Bavel, Maarten Leemans, Pim Van der Linden, Ann Tilburgs, Gert Van den Bogaert, Ans Lochten en Ilse Verachtert

 

Schepen Michel Jansen vraagt vooraf het woord om een toelichting te geven bij de openstaande vragen die door gemeenteraadslid Dimitri Van Pelt gesteld werden op de vorige gemeenteraad naar aanleiding van de prioriteitenlijst rond handhaving ruimtelijke ordening.

 

Vraag:

Er worden prioriteiten vastgelegd waarbij recente schendingen voorrang krijgen (blz. 5). Wat met oudere schendingen/misdrijven? Wat is de verjaringstermijn?

Antwoord:

Het college heeft besloten om geen dossiers aan te pakken die hun oorsprong vinden onder vorige besturen. De verjaringstermijn is buiten ruimtelijk kwetsbaar en openruimte gebied 5 jaar, in ruimtelijk kwetsbaar en openruimte gebied is dat 10 jaar. De verjaringstermijn voor gerechtelijke herstelvorderingen bij misdrijven vangt aan bij beëindiging van het misdrijf. De verjaringstermijn voor bestuurlijke herstelmaatregelen bij misdrijven vangt aan op het moment van de doorverwijzing van het O.M. naar bestuurlijke beboeting, hetzij na het verstrijken van een periode van 180 dagen (max. te verlengen tot 360 dagen) als er geen beslissing tot doorverwijzing van het O.M. komt. De verjaringstermijn voor gerechtelijke herstelvorderingen en bestuurlijke herstelmaatregelen bij inbreuken vangt aan bij de eerste strafbare handeling of omissie.

 

Vraag:

Wat met flagrante stedenbouwkundige overtredingen? Niet prioritair of niet via de gemeente?

Antwoord:

De gemeente laat PV opmaken en treedt op. Zie antwoorden verder.

 

Vraag:

We zouden toch ook graag sommige zaken iets concreter vermeld zien in de vergunning zodat er effectief geen discussies mogelijk zijn bv.  bij het opleggen van groenschermen of aanplantingen heel duidelijk in de omgevingsvoorwaarden opnemen welk soort struik/boom + maat + opvolging er gaat gebeuren. Aanvullend zou zelfs een nieuwe aanvraag voor een omgevingsvergunning nooit volledig en ontvankelijk verklaard kunnen worden indien een (bijzondere) voorwaarde uit een vorige verleende (omgeving)vergunning niet correct werd opgevolgd/uitgevoerd. D.w.z. dat er dus eerst een concreet herstelstappenplan moet opgemaakt worden door de handhavingsambtenaar en dat dit uitgevoerd moet worden, alvorens de nieuwe aanvraag ontvankelijk te verklaren, laat staan goed te kunnen keuren. Handhaving is het sluitstuk van het ruimtelijk ordening-beleid.

Antwoord:

Het onderzoek naar volledig- en ontvankelijkheid van de aanvraag gebeurt door de vergunningverlenende overheid en hierbij dient de vergunningverlenende overheid rekening te houden met de regelgeving. Uit het decreet en het uitvoeringsbesluit volgt wat behoort tot het volledig- en ontvankelijkheidsonderzoek. Het al dan niet voldaan hebben aan een eerdere vergunningsvoorwaarde valt niet onder dit onderzoek. Het is dan ook niet mogelijk om een vergunningsaanvraag onvolledig of onontvankelijk te verklaren om reden dat een eerder vergunningsvoorwaarde niet werd uitgevoerd.  Wel kan men, indien deze schending aan het licht komt in het kader van het onderzoek én indien de voorwaarde nog relevant is voor de toekomst (dus bv niet indien men een sloopvergunning aanvraagt), parallel een aanmaning versturen naar de aanvrager. Men zou een handhavingstraject kunnen opstarten.

Daarnaast zou de niet naleving van de oude voorwaarde een impact kunnen hebben op de beoordeling van de aanvraag op haar verenigbaarheid met de goede ruimtelijke ordening en/of kan men de voorwaarde opnieuw opleggen. Dit dient per dossier bekeken te worden.

 

Vraag:

Een goed handhavingsbeleid kost inderdaad het inzetten van mensen en middelen (zeker nu in het begin). Anderzijds wil men eerder preventief optreden dan curatief. Bijgevolg is het in deze beginfase essentieel dat er met overtreder een concreet herstelstappenplan wordt afgesproken waarbij héél duidelijk in een PV wordt vastgelegd de aard van de overtreding (feiten) + welke hersteloplossing wordt voorgesteld en afgesproken + concrete afspraken rond het te volgen traject met duidelijke opvolgingsdata én indien geen gunstig gevolg wordt gegeven ook welk de gevolgen hier weer van zijn ( b.v. de overstap naar het curatief traject met herstelvordering via gerechtelijke of bestuurlijke weg). Dit stappenplan dient door overtreder te worden aanvaard en ondertekend. Indien deze niet bereid is tot het volgen van deze preventieve fase/zachte handhaving wordt ineens overgestapt naar het curatief traject. Een concreet stappenplan zal bijdragen tot een effectieve en efficiënte handhaving.

Antwoord:

De werkwijze van IOK is uitgetekend in het stroomdiagram in bijlage. Zij volgen de werkwijze van de Vlaamse overheid, zoals opgenomen in het Vlaamse Handhavingsprogramma. Dit betekent dat er wordt ingezet op zachte handhaving en pas indien dat geen resultaten oplevert dat wordt overgegaan naar de curatieve fase. Concreet betekent dit dat onze verbalisant ter plaatse de schendingen vaststelt en de betrokkene hierover een aanmaning stuurt. In de aanmaning wordt de betrokkene verzocht om over te gaan tot herstel (waarbij de keuze wordt gelaten tussen herstel in natura, regularisatie of minnelijke schikking). Aan de betrokkene wordt een bepaalde termijn gegeven waarbinnen het herstel moet zijn uitgevoerd of waarbinnen hij de verbalisant aantoont dat bepaalde stappen (bv aanvragen regularisatievergunning) zijn gezet of hij een actieplan kan voorleggen. Meestal is die termijn 3 maanden. Na het verlopen van de termijn wordt opnieuw een plaatsbezoek uitgevoerd en volgt desgevallend (afhankelijk van het dossier) een tweede aanmaning (rappel), waarin een verkorte termijn van 1,5 maanden wordt gegeven. Indien ook na deze termijn geen (afdoende) herstel werd uitgevoerd, wordt een PV opgemaakt.

De verbalisant is ook verplicht om bij het niet nakomen van een aanmaning of desgevallend een rappel, de stedenbouwkundige inspecteur  (gewestelijk en gemeentelijk) en de burgemeester hiervan op de hoogte te stellen. Of een bepaalde schending al dan niet voor regularisatie in aanmerking komt, behoort tot de bevoegdheid van het vergunningverlenende bestuursorgaan, de verbalisant doet daar geen uitspraak over.

De aanmaning bevat dus de vaststellingen ter plaatse, de stedenbouwkundige inbreuk/misdrijf en de aanmaning tot herstel waarbij de drie mogelijkheden om de schending ongedaan te maken worden opgenomen evenals de termijn waarbinnen dit moet gebeuren en de gevolgen voor in het geval er niets gebeurt: aangifteplicht ifv vorderen herstelmaatregelen bij (straf)rechter of opleggen bestuurlijke maatregelen.

Deze werkwijze is het uitgangspunt voor elk dossier, maar uiteraard kan het zijn dat een bepaald dossier een iets andere werkwijze vergt omwille van bijzonderheden eigen aan het dossier.

 

Vraag:

Voor de “herstelmaatregelen” (p.6 en 7) zouden we ook graag een toetsingskader zien. Welk zijn hier b.v. de beoordelingscriteria en de motiveringsvereisten om niet “à la tête du client” te gaan werken? Ook hier graag meer duidelijkheid.

Antwoord:

Voor het bepalen van de herstelmaatregelen dient rekening gehouden te worden met artikel 6.3.1. VCRO. Er zijn 3 mogelijke herstelmaatregelen die gevorderd of opgelegd kunnen worden en dit in een welbepaalde rangorde:

- als het gevolg van het misdrijf kennelijk verenigbaar is met een goede RO, kan de meerwaarde opgelegd worden

- als het uitvoeren van bouw- of aanpassingswerken kennelijk volstaat om de plaatselijke ordening te herstellen, dan kunnen deze bouw- of aanpassingswerken opgelegd worden

- enkel in de andere gevallen kan de uitvoering van het herstel in de oorspronkelijke toestand of de staking van het strijdig gebruik opgelegd worden.

 

Dit betekent dus dat indien het gevolg van de schending verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, dat er in dat geval geen herstel in de oorspronkelijke staat kan worden gevorderd/opgelegd. Dit is een belangrijke wijziging ten opzichte van vroeger. Bij het opmaken van een herstelvordering evenals bij het nemen van bestuurlijke maatregelen dient men altijd rekening te houden met deze rangorde van artikel 6.31. van de VCRO.

Indien in een voortraject (dus niet curatief) gevraagd wordt om de schending te herstellen, gaan we uit van drie mogelijkheden: vrijwillig herstel in natura (dwz ongedaan maken van de schending), regularisatie of minnelijke schikking.

 

Vraag:

De intergemeentelijke dienstverlening handhaving werkt op basis van een samenwerkingsprotocol waarin werd afgesproken in welke gevallen de intergemeentelijke actoren zullen optreden. Onze gemeente is nu aangesloten zowel bij de intergemeentelijke dienstverlening inzake milieuhandhaving, als bij deze inzake handhaving ruimtelijke ordening. Deze intergemeentelijke dienstverlening maakt het mogelijk dat herstel wordt gevorderd of opgelegd onder meer t.a.v. stedenbouwkundige schendingen die niet prioritair door het Vlaamse gewest of het parket worden behandeld. De gemeente kan beroep doen op de verbalisant om in te zetten op preventieve handhaving (raadgeving en aanmaning) en voor de vaststelling van schendingen, de opmaak van PV’s of verslagen van vaststelling en het opleggen van een stakingsbevel. De stedenbouwkundige inspecteur kan door de gemeente aangesproken worden voor het opmaken en inleiden van herstelvorderingen en het opleggen van bestuurlijke herstelmaatregelen. Naast het gerechtelijk traject bestaat nu zowel voor milieu als voor ruimtelijke ordening de mogelijkheid om een bestuurlijk traject te bewandelen. Kunnen hier namen + bevoegdheden (aard van overtreding) + contactgegevens ingevuld worden? Hoe en waar kunnen burgers melding doen van overtredingen ruimtelijke ordening en milieu + hoe werkt de opvolging en feedback aan de bezorgde burger?

 

Antwoord

De stad Hoogstraten is aangesloten bij de intergemeentelijke dienstverlening handhaving RO en bij de intergemeentelijke dienstverlening handhaving milieu.

Voor milieuschendingen is de contactpersoon de interlokale milieutoezichthouder. Op vlak van milieu wordt door IOK opgetreden - al dan niet samen met milieupolitie - in quasi alle milieudossiers met uitzondering van de klasse I die onder de bevoegdheid van het gewest vallen.

Voor schendingen ruimtelijke ordening hebben we op dit moment 1 verbalisant en 1 stedenbouwkundig inspecteur, maar binnen afzienbare tijd start een tweede stedenbouwkundig inspecteur. Voor ruimtelijke ordening wordt gewerkt met prioriteitenlijsten (zowel gewestelijk als gemeentelijk).

Burgers kunnen niet rechtstreeks bij IOK aangifte doen. De burgers moeten zich richten tot de stad of tot de politie. In Hoogstraten is ook een zeer goede milieupolitie. Voor de opvolging van meldingen van burgers dient de gemeente zelf een systeem uit te werken, net als voor meldingen die niets met handhaving ruimtelijke ordening en/of milieu te maken hebben. Er wordt gewerkt aan de hand van het stroomdiagram.

Voor hoogdringende dossiers waarbij het aangewezen is dat een stakingsbevel wordt opgelegd (en die hiervoor in aanmerking komen), contacteert de stad de politie. Voor dossiers die onder de gewestelijke prioriteiten vallen (RKG en overstromingsgevoelige gebieden)  contacteert de stad de gewestelijke stedenbouwkundige inspecteur (Joris Giebens). Dossiers die onder de gemeentelijke prioriteiten (waarvoor men dus een volledig handhavingstraject beoogt) vallen, mogen aan IOK worden doorgegeven. Zij starten dan het handhavingstraject op met het oog op herstel.

Meldingen mbt schendingen die niet onder de gewestelijke en niet onder de gemeentelijke prioriteiten vallen, dient de stad zelf af te handelen. Aan deze dossiers wordt geen prioriteit gegeven, maar het kan wel aangewezen zijn om een aanmaning te versturen en eventueel zelfs een PV te laten opmaken. In principe stopt het dan voor deze dossiers aangezien ze niet als prioritair worden beschouwd en men dus geen volledig handhavingstraject hiervoor beoogde.  Stel dat er toch sprake is van een zeer ernstige schending waarvoor een volledig handhavingstraject gewenst is, is dit ook mogelijk, maar zal men dit moeten motiveren aangezien niet opgenomen in prioriteitenlijst. Voor navolgende gelijkaardige schendingen zal dan ook een volledig handhavingstraject opgestart worden en bij een volgende evaluatie van de prioriteitenlijst is het dan aangewezen deze aard van schending wél op te nemen (beginselen behoorlijk bestuur,...).

 

Vraag:

Het lijkt ons ook wenselijk om een registratie bij te houden van alle handhavingstrajecten en óók hier halfjaarlijks een rapportage van te krijgen (Stappenplan + fase van het te doorlopen traject) aan de Commissie Ruimtelijke Ordening en Milieu van de gemeenteraad. Graag dus over 6 maanden een eerste evaluatie op de Commissie RO+M

 

Antwoord:

Een halfjaarlijkse evaluatie is een zeer korte termijn. Rekening houdend met de termijnen voor zachte handhaving, hebben deze dossiers voldoende tijd nodig. Een jaarlijkse evaluatie wordt voorgesteld.

 

Vraag:

Gemeenteraadslid Hilde Vermeiren wil weten waarom het optrekken van constructies zonder vergunningen ook niet als prioriteit wordt omschreven. Dat is toch de overtreding bij uitstek die vrij gemakkelijk te achterhalen is. In het collegebesluit van 16 januari 2020 wordt aangegeven dat dit handhavingsprogramma ook zal worden voorgelegd aan de GECORO. Is dit ook gebeurd?

Antwoord:

Het is niet omdat het niet in het handhavingsprogramma van IOK via de prioriteitenlijst zit dat er niet door de gemeente kan en zal opgetreden worden.

 

 

Raadslid Dimitri Van Pelt is onder de indruk van het uitgebreide antwoord dat schepen Michel Jansen heeft gegeven en die inderdaad een antwoord zijn op zijn vragen tijdens de vorige gemeenteraad. Hij bedankt de schepen hiervoor. 

Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 27 april 2020.

 

Goedkeuren van de notulen van de gemeenteraad van 14 april 2020.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

Het ontwerp van het verslag van de gemeenteraad van 14 april 2020 werd opgemaakt.

 

Juridische grond

 

          Artikelen 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Argumentatie

 

Het ontwerp van de notulen van de gemeenteraad van 14 april 2020 dient goedgekeurd te worden.

 

BESPREKING

 

Door middel van loting wordt raadslid Jos Matthé aangeduid om de stemming aan te vangen.

 

 

 

Raadslid Fons Jacobs wil duidelijk stellen dat de fractie Anders begrip opbrengt voor het feit dat de “experimentele digitale vergadering” van 14 april onderhevig kon zijn aan kinderziektes, maar wil met deze toch ook expliciet benadrukken dat de manier waarop de raadsleden van Anders door de voorzitter soms behandeld werden, niet door de beugel kan. Zo staat er op bladzijde 17: “Voorzitter Jef Vissers onderbreekt gemeenteraadslid Fons Jacobs. Hij wil niet meer ingaan op de concrete aanvullende voorstellen, het agendapunt is voor hem afgesloten.“ . Op bladzijde 49 staat genoteerd: “Gemeenteraadslid Maarten Leemans is positief over het aangepast reglement dat hier ter goedkeuring voorligt. Voorzitter Jef Vissers maant het gemeenteraadslid aan om to-the-point te komen en zijn vraag te stellen.” Op dat ogenblik had collega raadslid Maarten Leemans amper enkele zinnen kunnen zeggen. En tot slot op bladzijde 69 leest raadslid Fons Jacobs: ”Gemeenteraadslid Maarten Leemans wil een vraag stellen over trage wegen. Tijdens de introductie wordt hij door voorzitter Jef Vissers aangemaand om snel tot de vraagstelling te komen. Aangezien dit al een aantal keer is gebeurd tijdens deze gemeenteraad wekt dit wrevel op“.

Voor raadslid Fons Jacobs is het vanzelfsprekend dat raadsleden hun mening mogen uiten. Dat mag niet beperkt worden omdat de voorzitter de bespreking van een agendapunt beu is, of naar huis wil, of bepaalde mondelinge vragen niet wil aanhoren. Zeker in het licht van het feit dat het college in het begin van de voorbije raadszitting zeer uitgebreid toelichting heeft gegeven over de coronamaatregelen zonder dat dit op de gemeenteraadsagenda stond, zonder dat de raadsleden deze tussenkomst vooraf konden inkijken, en dus gewoon mochten luisteren, zonder dat de voorzitter ook maar één maal melding maakte van het feit dat dit wel zeer uitgebreid was voor een niet geagendeerd punt. Dit was toch wel een zeer andere houding dan de houding die de voorzitter tegenover de oppositieraadsleden soms aanneemt. Raadslid Fons Jacobs vindt dit erg vooringenomen en verre van democratisch. In het verleden werd reeds enkele malen aangehaald (o.a. op het overleg met de fractievoorzitters) dat een voorzitter wel de voorzitter is van de hele gemeenteraad en niet enkel van de meerderheidspartijen. Het raadslid oppert dat tijdens de vorige legislaturen de voorzitters duidelijk meer oog hadden voor de rechten van de oppositieraadsleden, en hij betreurt deze negatieve evolutie. Hij hoopt op beterschap en roept de gemeenteraadsvoorzitter bij deze dan ook op om in de toekomst de democratische rechten van de oppositie niet alleen te vrijwaren, maar er zelfs op toe te zien dat die rechten optimaal kunnen uitgevoerd en beschermd worden.

 

Tot slot merkt raadslid Fons Jacobs op dat er nog in het verslag staat dat dit doorging op het stadhuis, dat klopt niet en hij vraagt om dit aan te passen.

 

 

Raadslid Hilde Vermeiren wil graag aansluiten bij deze tussenkomst van raadslid Fons Jacobs en ook zij pleit er voor om alle raadsleden voldoende ruimte te geven om hun tussenkomsten te kunnen brengen. 

 

 

Raadslid Marc Haseldonckx heeft 3 opmerkingen bij het verslag van 14 april:

Op pagina 3 stond omschreven dat raadslid Marc Haseldonckx het opvallend vindt dat het schattingsverslag over het dossier van de Capuciene Bossche dateert van 2017. Dat is niet correct weergegeven. Er werd toen vermeld dat er twee verschillende schattingsverslagen waren waarbij er eentje dateerde van 2015 en een andere van 2016. Dit laatste werd echter bij IOK in het postregistratiesysteem ingeschreven in 2015, wat uiteraard vreemd is. Graag het verslag in die zin aanpassen.

 

Ten tweede geeft raadslid Marc Haseldonckx aan dat de tussenkomst die schepen Arnold Wittenberg deed bij de bespreking van het dossier van de erfpachtovereenkomst voor de Pax, niet correct is. Schepen Arnold Wittenberg beweert dat de canon die er voor de parking Jan Van Cuyck wordt betaald een stuk duurder is dan die voor de site van de Pax. Dat klopt volgens raadslid Marc Haseldonckx niet. De canon voor de parking Van Cuyck werd initieel aangegaan aan ongeveer 20.000 euro/jaar geïndexeerd en de canon voor de erfpacht Pax voor 36.000 euro/jaar geindexeerd.

 

Tenslotte staat er in artikel 1 van het besluit over het retributiereglement voor de uitleendienst nog een foute datum, er is immers blijven staan dat dit ingaat vanaf 1 april 2020 en dat moet 1 mei 2020 worden.

 

Raadslid Tinne Rombouts polst of er een antwoord is van het college op het voorstel dat op de vorige gemeenteraad uitvoerig werd besproken, met name de oprichting van een task force om een plan op te maken voor het post-coronatijdperk. Het raadslid stelt vast dat er vandaag ook nog heel wat bijkomende agendapunten vanuit de fractie Anders werden ingediend, met eveneens concrete voorstellen van maatregelen om de samenleving na corona te ondersteunen. Daarom acht ze het ook zinvol dat het college een uitspraak doet over de task force. Daarnaast informeert ze ook naar de stand van zaken van de levering van mondmaskers, wat is de timing van deze voorziene levering?

Burgmeester Marc Van Aperen antwoordt dat hij later op de vergadering op deze vragen zal terug komen.

 

Daarnaast heeft raadslid Tinne Rombouts ook nog een aantal vragen over het dossier van het uniform gemeentelijk politiereglement. Daarvan werden er in het verslag al een aantal beantwoord. Zo is raadslid Tinne Rombouts dankbaar dat de voorgestelde formulering over de motorclubs werd meegenomen en ook aangepast is in de definitieve versie van het reglement. Maar raadslid Tinne Rombouts blijft wat op haar honger zitten over het criterium dat de eigenaar een melding moet doen als hij of zij een vermoeden heeft dat er overlast zou zijn op zijn terrein. Ze blijft er bij dat deze lasten beter bij de organisator zouden worden weggelegd, dat is veel duidelijker want dan wordt het gebundeld bij één partij. Bovendien is dat toch ook de bedoeling van het uniform evenementenloket, daarbij worden alle vragen over evenementen gebundeld bij één contactpersoon. Door hier ook een verantwoordelijkheid bij de eigenaar te leggen, wordt het concept van het evenementenloket onderuit gehaald volgens raadslid Tinne Rombouts.

 

Burgemeester Marc Van Aperen maakt duidelijk dat de tekst over de motorclubs gebaseerd was op een insteek van de politie en dat die werd aangeleverd door ARIEC. Er werd hiervoor geopteerd om zo veel mogelijk een uniform politiereglement te kunnen nastreven voor de hele politiezone. Wat het melden van mogelijke overlast betreft meent de burgemeester dat dit een gedeelde verantwoordelijkheid is dus zowel door de organisator als de eigenaar moet hier aandacht voor zijn.

 

Raadslid Ilse Verachtert verwijst naar het verslag op pagina 6, daarin staat beschreven dat de  stedelijke diensten er voor gezorgd hebben dat alle gezinnen van schoolgaande kinderen laptops ter beschikking hadden. Voor de leerlingen van de vrije scholen is dit blijkbaar niet het geval geweest, zo weet het raadslid. De vrije scholen werden niet gecontacteerd door de stedelijke diensten om te bevragen of er hulp nodig was. Ze hebben hun plan moeten trekken. Daarnaast vraagt raadslid Ilse Verachtert zich ook af hoe de voorbereiding loopt om binnenkort terug leerlingen op school te kunnen ontvangen.

 

Schepen Faye Van Impe maakt duidelijk dat er een commissie onderwijs gepland is op 6 mei, daar staat de opstart van de scholen als een agendapunt geagendeerd. Wat de opmerking over het ICT-materiaal betreft, dat vindt de schepen vreemd. Ze geeft aan dat er op vrij regelmatige basis contact is geweest met de vrije scholen om te bekijken hoe het verloopt. Daarbij wil schepen Faye Van Impe wel duidelijk maken dat er vanuit de stad niet voldoende laptops zijn om er voor alle leerlingen te voorzien, dus elke vraag vanuit een school inlossen zou niet haalbaar zijn. Maar uiteraard is de stad wel bereid om mee naar oplossingen te zoeken en de schepen herhaalt dat ze open staat voor elke vorm van overleg.

 

De notulen worden met bovenstaande vragen en suggesties tot aanpassing goedgekeurd.

 

 

BESLUIT

 

Bij 27 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Katrien Brosens, Faye Van Impe, Jos Martens, Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Joël Adams, Piet Van Bavel, Maarten Leemans, Pim Van der Linden, Ann Tilburgs, Gert Van den Bogaert, Ans Lochten en Ilse Verachtert)

Enig artikel:

De notulen van de gemeenteraad van 14 april 2020 worden goedgekeurd.

 

Publicatiedatum: 04/06/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 27 april 2020.

 

Vaststellen begrip dagelijks personeelsbeheer.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

Conform artikel 170 van het decreet lokaal bestuur staat de algemeen directeur aan het hoofd van het personeel van de gemeente en is hij/zij bevoegd voor het dagelijks personeelsbeheer:

"De algemeen directeur staat in voor de algemene leiding van de diensten van de gemeente en van de diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.

Hij staat aan het hoofd van het personeel van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en hij is bevoegd voor het dagelijkse personeelsbeheer. De algemeen directeur kan de uitoefening van het dagelijkse personeelsbeheer toevertrouwen aan andere personeelsleden.

De algemeen directeur rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, aan het vast bureau en aan het bijzonder comité voor de sociale dienst".

 

Het vaststellen van het begrip "dagelijks personeelsbeheer" behoort tot de bevoegdheid van de gemeenteraad.

 

Juridische grond

 

          Artikelen 40, 41 en 170 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (hierna: Besluit RPR).

          Besluit van de gemeenteraad van 24 juni 2019: Goedkeuren van de beheersovereenkomst tussen de stad Hoogstraten en het OCMW Hoogstraten voor een geïntegreerd personeelsbeleid.

          Besluit van de gemeenteraad van 24 juni 2019: Goedkeuren van de geactualiseerde en aangepaste rechtspositieregelingen.

 

Argumentatie

 

In het kader van de integratie stad-OCMW is het aangewezen dat het begrip 'dagelijks personeelsbeheer' op eenduidige wijze vastgelegd wordt, zodanig dat de werking van beide rechtspersonen op elkaar wordt afgestemd en de continuïteit en vlotte werking van het lokaal bestuur wordt gegarandeerd.

 

Het college van burgemeester en schepenen besliste op 28 november 2019 om de omschrijving van het begrip dagelijks bestuur - zoals opgenomen in onderhavig besluit - na bespreking in de gemeenteraadscommissie personeel, ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.

 

Op 11 maart 2020 werd dit dossier besproken in de gemeenteraadscommissie personeel.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt niet onder een actie van het meerjarenplan en heeft geen financiële impact.

 

BESPREKING

 

Raadslid Jos Matthé verwijst naar de werkwijze hoe die in het vast bureau tijdens de vorige legislatuur werd toegepast, in deze tweewekelijkse vergaderingen was er volgens hem geen enkel probleem met goedkeuringstermijnen van dossiers van vorming voor personeel en vervangingscontracten. Hij ziet dan ook geen enkel probleem om dit op dezelfde manier toe te passen en ook voor het college deze werkwijze over te nemen. Hij vindt het belangrijk dat het vast bureau en het college de vinger aan de pols houden en dus ook alle vormingsaanvragen van medewerkers en vervangingscontracten goedkeurt.

 

Burgemeester Marc Van Aperen stelt gerust dat deze werkwijze zoals ze wordt toegepast goed werkbaar is. Er wordt maandelijks gerapporteerd over de beslissingen die de algemeen directeur neemt, waarover dan kritische vragen kunnen worden gesteld in het vast bureau en college. Hij vindt dat deze aanpak gebaseerd is op vertrouwen, het maakt het mogelijk om op een snelle manier beslissingen te kunnen nemen. Bovendien heeft hij naar eigen zeggen de algemeen directeur nog niet op fouten kunnen betrappen.

 

Raadslid Jos Matthé blijft echter bezorgd dat deze thema’s ook genoeg aandacht moeten krijgen in het vast bureau en college. Hij vreest dat er hierdoor te grote kosten kunnen gebeuren omdat er niet voldoende overleg over wordt gepleegd.

 

De fractie CD&V zal zich daarom ook onthouden.

 

 

BESLUIT

 

Bij 19 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Katrien Brosens, Faye Van Impe, Jos Martens, Herman Snoeys, Fons Jacobs, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Piet Van Bavel, Maarten Leemans, Pim Van der Linden, Ann Tilburgs, Gert Van den Bogaert en Ans Lochten) en 8 onthoudingen (Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Tinne Rombouts, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Joël Adams en Ilse Verachtert)

Artikel 1:

Het dagelijks personeelsbeheer omvat het volgende:

1.    Individueel personeelsbeheer (niet-limitatieve opsomming):

          Opmaak functiebeschrijvingen;

          Opdrachthouderschap (art. 93 Besluit RPR);

          Opdracht tot permanentieplicht (art. 14 Besluit RPR);

          Toestemming dienstreizen en meest geschikte vervoermiddel (art. 154 Besluit RPR);

          Allerlei individuele verlofaanvragen;

          Loopbaanonderbreking, zorgkrediet en andere tijdelijke loopbaanmaatregelen;

          Verlof voor opdracht (artikel 207 Besluit RPR);

          De individuele weddevaststelling, incl. de beslissing over de overname van anciënniteiten (artn. 112 laatste lid en 117 Besluit RPR);

          Uitlenen van personeel aan een gebruiker (zonder overdracht werkgeversgezag);

          Individuele toewijzing van de bevoegdheid van een personeelslid om elektrische toestellen te bedienen;

 

2.    Individuele toepassingen van de bepalingen met betrekking tot vorming en evaluatie en dergelijke

          Individuele opvolging van de evaluatie (art. 49 Besluit RPR);

          Vormingsaanvragen;

          Concrete invulling van het recht en de plicht op vorming (art. 54 Besluit RPR).

 

3.    Toepassing van de lokale rechtspositieregeling

          De evaluatieprocedure intern organiseren binnen de door de raad, of, na delegatie, het uitvoerend orgaan, bepaalde termijnen (art. 46 Besluit RPR);

          Onkostenvergoedingen, binnen de grenzen vastgelegd door de raad, of, na delegatie, door het uitvoerend orgaan (art.155 Besluit RPR);

          Andere zaken, bepaald en toegewezen in de rechtspositieregeling.

 

4.    Collectief personeelsbeheer

          Dienstroosters opmaken en prestaties noteren;

          Vastleggen van vakantieperiodes (art. 176 Besluit RPR).

          Het vastleggen van het aantal voltijdse equivalenten arbeidsgehandicapten dat overeenkomt met ten minste 2% van het totale aantal personeelsleden (in VTE) in het bestuur (art. 29 Besluit RPR). 

 

5.    Beslissingen die te maken hebben met de uitoefening van werkgeversgezag:

          Maatregelen van inwendige orde. 

Artikel 2:

De algemeen directeur kan het dagelijks personeelsbeheer toevertrouwen aan andere personeelsleden.

Artikel 3:

De algemeen directeur rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen over het dagelijks personeelsbeheer.

 

Publicatiedatum: 04/06/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 27 april 2020.

 

Goedkeuren aanpassing rechtspositieregeling inzake dienstvrijstelling naar aanleiding van overmacht.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

Ingevolge de onvoorzienbare, uitzonderlijk zware impact van de corona-epidemie en de verplichting tot naleving van de ter zake federaal opgelegde maatregelen, verkeert de stad en het OCMW als werkgevers in bepaalde gevallen in de volstrekte onmogelijkheid om een personeelslid werk te verschaffen, thuis te laten werken of andere taken toe te wijzen.

 

Juridische grond

 

          Artikelen 40, 41, 170 en 186 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (hierna: DLB).

          Artikel 218 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (hierna: RPR-besluit gemeente).

          Artikel 142 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (hierna: RPR-besluit OCMW).

          De rechtspositieregelingen van de stad en het OCMW Hoogstraten zoals goedgekeurd door de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn op 24 juni 2019, zowel m.b.t. artikel 186, §1 en §2, 1° en 2° DLB, als m.b.t. artikel 186, §2, 3° DLB.

 

Argumentatie

 

Art. 218  RPR-besluit gemeente bepaalt het volgende:

"De (gemeente)raad bepaalt de algemene wijze waarop de dienstvrijstellingen aangevraagd en opgenomen moeten worden.

De raad kan nog andere dienstvrijstellingen regelen en bepaalt onder meer ook wie bevoegd is voor de toekenning van de dienstvrijstellingen die niet vermeld zijn in dit besluit".

 

Art. 142, §2 RPR-besluit OCMW bepaalt het volgende:

"De raad (voor maatschappelijk welzijn) kan andere dienstvrijstellingen dan de dienstvrijstellingen vermeld in paragraaf 1, vaststellen, met dien verstande dat de regeling van de dienstvrijstellingen in geen enkel opzicht gunstiger mag zijn dan de regeling, vastgesteld in de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel.

De raad bepaalt de algemene wijze waarop de dienstvrijstellingen aangevraagd en opgenomen worden".

 

In de huidige versies van de rechtspositieregelingen van de stad en het OCMW, is geen dienstvrijstellingsmogelijkheid voorzien m.b.t. overmachtssituaties zoals de corona-epidemie.

 

Teneinde de algemeen directeur een grond te bieden om in overmachtssituaties onder welbepaalde voorwaarden dergelijke dienstvrijstelling toe te kunnen staan, is een wijziging van de rechtspositieregelingen van de stad en het OCMW noodzakelijk.

 

Bij besluit van 19 maart 2020 besliste het college van burgemeester en schepenen om onderstaande besluitvorming ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt niet onder een actie van het meerjarenplan, maar heeft wel financiële impact.

 

BESPREKING

 

Raadslid Marc Haseldonckx vraagt of dienstvrijstelling betekent dat mensen hun loon behouden, en of er hierbij een verschil is tussen statutaire en contractuele medewerkers. Daarnaast zou hij ook graag willen weten welke mensen hiervan in welke afdelingen gebruik hebben gemaakt.

 

Raadslid Maarten Leemans wil weten of er hierover informeel overleg is geweest met de vakbonden en of dit nog op een onderhandelingscomité zal besproken worden. Daarnaast vraagt hij zich af of het wel mogelijk is om een dergelijke beslissing te nemen met terugwerkende kracht?

 

Burgemeester Marc Van Aperen antwoordt in eerste instantie dat hij dit zal navragen en de antwoorden zal bezorgen.

 

De voorzitter schorst de gemeenteraad om 20:48 uur zodat de algemeen directeur een toelichting kan geven.

 

De algemeen directeur duidt dat dienstvrijstelling inderdaad betekent dat medewerkers niet moeten komen werken en wel doorbetaald worden. Er is bewust voor dit systeem gekozen en toegepast voor die medewerkers voor wie geen zinvolle taakinvulling kon geboden worden. Op deze manier zijn er dus geen medewerkers van stad en OCMW die gebruik maken van technische werkloosheid. Dit systeem kan immers enkel voor contractuelen worden toegepast en is niet mogelijk voor statutairen. Een dergelijke scheeftrekking op de werkvloer wilden we liever vermijden. Deze constructie is inderdaad informeel afgetoetst met de vakbonden en zal op het eerstvolgende onderhandelingscomité ook nog geagendeerd worden. De vakbonden waren tevreden met deze aanpak. De medewerkers die hiervan gebruik hebben gemaakt bevinden zich allemaal in de uitvoerende diensten, dus schoonmaakpersoneel en technische dienst. Ook in de Mosten hebben een aantal medewerkers hier gebruik van gemaakt. Daarbij werd er naar gestreefd om niet altijd dezelfde mensen thuis te laten maar werd er met een beurtrol gewerkt waardoor de meeste medewerkers toch af en toe werden opgeroepen om te komen werken. Een uitzondering werd gemaakt voor medewerkers in de risicogroepen. Tot slot is het inderdaad mogelijk om een dergelijk besluit, in deze uitzonderlijke omstandigheden, met terugwerkende kracht te nemen.

 

De gemeenteraad wordt terug geopend om 20:55 uur.

 

Het agendapunt werd goedgekeurd.

 

BESLUIT

 

Bij 27 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Katrien Brosens, Faye Van Impe, Jos Martens, Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Joël Adams, Piet Van Bavel, Maarten Leemans, Pim Van der Linden, Ann Tilburgs, Gert Van den Bogaert, Ans Lochten en Ilse Verachtert)

Artikel 1:

In de op heden geldende rechtspositieregeling (artikel 186, §1 en §2, 1° en 2° DLB) wordt volgend artikel toegevoegd:

"Artikel 269bis: Wanneer de juridisch werkgever ingevolge overmacht in de volstrekte onmogelijkheid verkeert om een personeelslid werk te verschaffen, thuis te laten werken of andere taken toe te wijzen, kan de algemeen directeur op basis van individuele, concrete aanvragen, dienstvrijstelling toekennen onder volgende algemene minimumvoorwaarden waaraan de algemeen directeur bijkomende voorwaarden kan verbinden:

          het personeelslid dient zich gedurende de dienstvrijstelling ter beschikking te houden van de juridisch werkgever en bereikbaar te zijn;

          de dienstvrijstelling houdt op van zodra de juridisch werkgever aan het personeelslid werk verschaft, de mogelijkheid van thuiswerk organiseert of een andere taak toewijst".

Artikel 2:

Deze aanpassing van voormelde rechtspositieregeling geldt met terugwerkende kracht met ingang van 19 maart 2020.

 

Publicatiedatum: 04/06/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 27 april 2020.

 

Goedkeuren tijdelijke politieverordening bij hoogdringendheid inzake het afsluiten van de toegangswegen in functie van optimale kanalisatie – optimale beheersing verkeer toegangswegen tot het grondgebied (1).

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

Ingevolge het uitbreken van het COVID-19 virus werden op het Belgisch grondgebied beperkende maatregelen genomen. Op 13 maart 2020 werd de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus afgekondigd. De controle van het verkeer van en naar het Belgisch grondgebied maakt hier deel van uit.

 

Juridische grond

 

          Artikel 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Artikels 119, 130 bis en 135 §2 van de nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988.

          Artikels 64, §1 en §2 en 186 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.

          Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie van het wegverkeer.

          Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.

          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 houdende de minimum afmetingen en bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.

          Ministeriële omzendbrieven betreffende gemeentewegen.

          Koninklijk Besluit van 31 januari 2003 coördinatie en beheer crisissen op nationaal niveau.

          Koninklijk Besluit van 22 mei 2019 betreffende de noodplanning en het beheer van de noodsituaties.

          Ministerieel Besluit van 13 maart 2020 houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus.

 

Argumentatie

 

In het kader van een goed bestuur dient de veiligheid van de bevolking gegarandeerd te worden. De bevolen maatregelen dienen te worden uitgevoerd. De genomen maatregelen inzake grenscontroles blijken na evaluatie nog niet afdoende. Bijkomende grenswegen moeten worden afgesloten.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt niet onder een actie van het meerjarenplan en heeft geen financiële impact.

 

BESPREKING

 

 

Raadslid Ward Baets merkt op dat er volgens hem een fout staat in de politieverordeningen van agendapunt 4 en 5. In artikel 1 van agendapunt 4 staat gestipuleerd dat aan de overgang Haldijk - Schoorstraat wordt gesignaleerd dat doorgang van alle verkeer verboden is.

Een gelijkaardige omschrijving staat er in artikel 1 van agendapunt 5, met name voor de overgang Gouverneursbossen – Haldijk. Volgens raadslid Ward Baets is er bij beide overgangen echter een tractorsluis ingevoerd, dus dat betekent dat de omschrijving in deze politieverordeningen niet klopt. Mogelijk zijn er ook nog andere overgangen waar een dergelijke tractorsluis werd geïnitieerd, hij stelt dus voor om de politieverordeningen opnieuw na te kijken op correctheid.

 

Burgemeester Marc Van Aperen verduidelijkt dat op het moment dat de politieverordening werd opgemaakt deze beide doorgangen inderdaad waren afgesloten, maar doordat sommige landbouwers te ver moesten omrijden werd er op deze twee plaatsen een tractorsluis gehanteerd. De burgemeester zal deze aanpassingen in de twee politieverordeningen doorvoeren zodat het correct wordt goedgekeurd.

 

 

BESLUIT

 

Bij 27 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Katrien Brosens, Faye Van Impe, Jos Martens, Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Joël Adams, Piet Van Bavel, Maarten Leemans, Pim Van der Linden, Ann Tilburgs, Gert Van den Bogaert, Ans Lochten en Ilse Verachtert)

Artikel 1:

Op 20 maart 2020 vanaf 15.00 uur tot het beëindigen van de beperkende maatregelen wordt het verkeer van en naar het Belgisch grondgebied aan de grensovergangen gecontroleerd teneinde de opgelegde maatregelen te handhaven. Teneinde het verkeer optimaal te kanaliseren en een optimale beheersing van het verkeer naar ons grondgebied te waarborgen worden hiertoe volgende wegen op de aangeduide locaties afgesloten voor alle verkeer door middel van het plaatsen van fysieke versperringen:

John Lijsensstraat - Zwaluwstraat

John Lijsensstraat - Merenweg

John Lijsensstraat - Kettingdreef (punctueel Kettingdreef – Kettingdreef en Kettingdreef – Tjongerenweg)

Chaamseweg – Grazenseweg

Oosteneind – Meerleseweg

Dreef – Kerzelseweg

Heieinde – Kerzelseweg

Beukendreef – Bosuil

Hal – Groeske

Haldijk – Schoorstraat.

 

De fysieke versperringen moeten tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag voldoende verlicht zijn.

Het verbod voor doorgang van alle verkeer wordt gesignaleerd met de borden C3, geplaatst langs beide zijden van deze versperringen. Een uitzondering hierop is afsluiting Haldijk – Schoorstraat waarbij een onderbord ‘uitgezonderd landbouwvoertuigen’ wordt aangebracht.

 

Deze beperking wordt voorgesignaleerd door het plaatsen van de borden F 45 aan het begin van bewuste wegen. De Nederlandse overheden worden ingelicht omtrent deze verkeersbeperkende maatregelen zodat voorsignalisatie op hun grondgebied kan worden voorzien.

Artikel 2 :

De tijdelijke politieverordening bij hoogdringendheid inzake het afsluiten van de toegangswegen in functie van optimale kanalisatie – optimale beheersing verkeer toegangswegen tot het grondgebied te bekrachtigen.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 27 april 2020.

 

Goedkeuren tijdelijke politieverordening bij hoogdringendheid inzake het afsluiten van de toegangswegen in functie van optimale kanalisatie – optimale beheersing verkeer toegangswegen tot het grondgebied (2).

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

Ingevolge het uitbreken van het COVID-19 virus werden op het Belgisch grondgebied beperkende maatregelen genomen. Op 13 maart 2020 werd de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus afgekondigd. De controle van het verkeer van en naar het Belgisch grondgebied maakt hier deel vanuit.

 

Juridische grond

 

          Artikel 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Artikels 119, 130 bis en 135 §2 van de nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988.

          Artikels 64, §1 en §2 en 186 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.

          Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie van het wegverkeer.

          Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.

          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 houdende de minimum afmetingen en bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.

          Ministeriële omzendbrieven betreffende gemeentewegen.

          Koninklijk Besluit van 31 januari 2003 coördinatie en beheer crisissen op nationaal niveau.

          Koninklijk Besluit van 22 mei 2019 betreffende de noodplanning en het beheer van de noodsituaties.

          Ministerieel Besluit van 13 maart 2020 houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus.

 

Argumentatie

 

In het kader van een goed bestuur dient de veiligheid van de bevolking gegarandeerd te worden. De bevolen maatregelen dienen te worden uitgevoerd. De genomen maatregelen inzake grenscontroles blijken na evaluatie nog niet afdoende. Bijkomende grenswegen moeten worden afgesloten.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt niet onder een actie van het meerjarenplan en heeft geen financiële impact.

 

BESPREKING

 

 

Raadslid Ward Baets merkt op dat er volgens hem een fout staat in de politieverordeningen van agendapunt 4 en 5. In artikel 1 van agendapunt 4 staat gestipuleerd dat aan de overgang Haldijk - Schoorstraat wordt gesignaleerd dat doorgang van alle verkeer verboden is.

Een gelijkaardige omschrijving staat er in artikel 1 van agendapunt 5, met name voor de overgang Gouverneursbossen – Haldijk. Volgens raadslid Ward Baets is er bij beide overgangen echter een tractorsluis ingevoerd, dus dat betekent dat de omschrijving in deze politieverordeningen niet klopt. Mogelijk zijn er ook nog andere overgangen waar een dergelijke tractorsluis werd geïnitieerd, hij stelt dus voor om de politieverordeningen opnieuw na te kijken op correctheid.

 

Burgemeester Marc Van Aperen verduidelijkt dat op het moment dat de politieverordening werd opgemaakt deze beide doorgangen inderdaad waren afgesloten, maar doordat sommige landbouwers te ver moesten omrijden werd er op deze twee plaatsen een tractorsluis gehanteerd. De burgemeester zal deze aanpassingen in de twee politieverordeningen doorvoeren zodat het correct wordt goedgekeurd.

 

BESLUIT

 

Bij 27 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Katrien Brosens, Faye Van Impe, Jos Martens, Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Joël Adams, Piet Van Bavel, Maarten Leemans, Pim Van der Linden, Ann Tilburgs, Gert Van den Bogaert, Ans Lochten en Ilse Verachtert)

Artikel 1:

Op 24 maart 2020 vanaf 15.00 uur tot het beëindigen van de beperkende maatregelen wordt het verkeer van en naar het Belgisch grondgebied aan de grensovergangen gecontroleerd teneinde de opgelegde maatregelen te handhaven.

Teneinde het verkeer optimaal te kanaliseren en een optimale beheersing van het verkeer naar ons grondgebied te waarborgen worden hiertoe volgende wegen op de aangeduide locaties afgesloten voor alle verkeer door middel van het plaatsen van fysieke versperringen. Na evaluatie wordt op bijkomende locaties een fysieke versperring aangebracht :

Afrittencomplex – De Mosten

Afrittencomplex – Krochtenstraat

Gouverneursbossen – Haldijk

Habelaar – Oude Strumpt

Heerle – Oude Strumpt

Maxburgdreef – zandpad richting Maalbergenstraat

Sluiskensweg – Gaardsebaan – Frans Baantje

Leembeek – Lijmbeek

Maxburgdreef

Maxburgdreef - Maxburgdreef

 

De fysieke versperringen moeten tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag voldoende verlicht zijn.

Het verbod voor doorgang van alle verkeer signaleren met de borden C3, geplaatst langs beide zijden van deze versperringen.  Een uitzondering hierop is afsluiting Gouverneursbossen – Haldijk waarbij een onderbord ‘uitgezonderd landbouwvoertuigen’ wordt aangebracht.

Deze beperking voorsignaleren door het plaatsen van de borden F 45 aan het begin van bewuste wegen.

De Nederlandse overheden inlichten omtrent deze verkeersbeperkende maatregelen zodat voorsignalisatie op hun grondgebied kan worden voorzien.

 

Artikel 2 :

De tijdelijke politieverordening bij hoogdringendheid inzake het afsluiten van de toegangswegen in functie van optimale kanalisatie – optimale beheersing verkeer toegangswegen tot het grondgebied te bekrachtigen.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 27 april 2020.

 

Goedkeuren van het organiek en huishoudelijk reglement van het bibliotheekbeheersorgaan (BBO).

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

Bij de nieuwe legislatuur is een nieuw beheersorgaan voor de bibliotheek (BBO) opgericht. Hierbij hoort een organiek en huishoudelijk reglement. Deze reglementen zijn door de leden van het BBO besproken op de vergadering van 09/12/2019 en goedgekeurd op de vergadering van 19/02/2020.

 

Juridische grond

 

          Artikel 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Samenstelling politieke vertegenwoordiging adviesraden en beheersorganen goedgekeurd op gemeenteraad 25/03/2019.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt onder actie "We betrekken adviesraden en beheersorganen als partner bij de voorbereiding van het beleid" van het meerjarenplan, met actienummer: 5/2/2/2 en heeft geen financiële impact.

 

BESLUIT

 

Bij 27 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Katrien Brosens, Faye Van Impe, Jos Martens, Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Joël Adams, Piet Van Bavel, Maarten Leemans, Pim Van der Linden, Ann Tilburgs, Gert Van den Bogaert, Ans Lochten en Ilse Verachtert)

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt het organiek reglement van het bibliotheekbeheersorgaan goed.

Artikel 2:

De gemeenteraad keurt het huishoudelijk reglement van het bibliotheekbeheersorgaan goed.

 

Publicatiedatum: 04/06/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 27 april 2020.

 

Goedkeuren van de overeenkomst E-boekendienst voor openbare bibliotheken.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

Vzw Cultuurconnect lanceert een gemeenschappelijke E-boekendienst voor de Nederlandstalige openbare bibliotheken in Vlaanderen en Brussel.

 

In 2019 heeft Cultuurconnect deze opdracht gegund aan Standaard Boekhandel, op basis van een concurrentiegerichte dialoog. Standaard Boekhandel werkt samen met Bibliotheca die het IT-platform CLoudLibrary aanlevert. Standaard Boekhandel is verantwoordelijk voor de onderhandelingen met de uitgevers.

 

De E-boekendienst wordt aangeboden in een coöperatief bestuursmodel, alle bibliotheken die intekenen op de E-boekendienst zijn coöperanten die via een coöperantengroep en een stuurgroep inspraak hebben en mee de richting van de E-boekendienst bepalen. De stuurgroep mandateert een werkgroep om het project samen met Cultuurconnect te realiseren.

 

Om te abonneren op deze dienst, dient de overeenkomst E-boekendienst ondertekend te worden. De overeenkomst eindigt zes jaar na de lancering van de dienst voor het publiek en kan daarna telkens met één jaar verlengd worden. Bij eerdere beëindiging van de contractduur wordt een eenmalige uitstapvergoeding gevraagd.

 

Cultuurconnect vzw treedt op als aankoopcentrale in de zin van artikel 2, 6° en 7° van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten. Een aanbestedende overheid die een beroep doet op een aankoopcentrale is vrijgesteld van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren, conform artikel 47 § 2 van bovenvermelde wet.

 

Juridische grond

 

          Artikel 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Artikel 2, 6° en 7° van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016.

          Artikel 47 § 2 van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016.

 

Argumentatie

 

De digitalisering blijft zich verder zetten, ook in de boekenwereld. Steeds meer mensen lezen boeken op tablets of e-readers. Daarom wil de bibliotheek ook aan deze mensen een aanbod aanbieden. Door in te stappen in het project van Cultuurconnect kan een professioneel platform met een uitgebreide collectie aangeboden worden aan de leners van de bibliotheek van Hoogstraten.

 

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt onder actie "De bibliotheek zet in op taal- en leesbevordering bij alle doelgroepen" van het meerjarenplan 2020-2025, met actienummer: 2/5/3/4, beleidsitem: "Openbare bibliotheken" met nummer 703-00 en algemeen rekeningnummer: 61599999 "Overige exploitatiekosten".

Voorziene budget in het meerjarenplan voor 2020: 168.200,00 EUR.

Reeds gebruikt budget: 13.379,92 EUR.

Beschikbaar budget op vandaag: 154.820,08 EUR.

Budget nodig voor dit besluit: 3.654,45 EUR (per jaar).

 

BESPREKING

 

Raadslid Maarten Leemans vindt het goed dat we als bestuur instappen in dit aanbod van Cultuurconnect. Het is een logische stap in de digitalisering en een goede aanvulling in het aanbod naar de gebruikers toe. Het raadslid vraag zich af op welke termijn dit effectief in uitvoering zal worden gebracht.

 

Schepen Arnold Wittenberg geeft aan dat dit moeilijk concreet te maken is, dit is immers afhankelijk van de hoeveelheid gemeenten die zal intekenen. Er zal een minimumaantal moeten intekenen om deze overeenkomst ook effectief in werking te kunnen laten treden.

 

Ook raadslid Ilse Verachtert is positief over dit voorstel, het past volgens haar in de huidige tijdsgeest om boeken ook digitaal te kunnen lezen. Ze heeft een aantal praktische vragen hierover. Waarom wordt het aantal werken dat ontleend mag worden beperkt tot 2? Hoe verloopt de ontlening van deze boeken precies? Kan dat van thuis uit of moet er toch fysiek naar de bibliotheek worden gegaan? Hoe groot is het totale aanbod waar er in Hoogstraten gebruik van kan gemaakt worden? Dit wordt aangeboden op een website die in het beheer is van Cultuurconnect, raadslid Ilse Verachtert vraagt zich af of dit ook zichtbaar kan zijn op de eigen website. Tot slot wordt er ook aangekondigd dat deze werking zal geëvalueerd worden op kwaliteit, daarbij pleit het raadslid er voor om ook de eindgebruikers hier bij te betrekken en dit dus te bespreken in het bibliotheekbeheersorgaan.

 

Schepen Arnold Wittenberg licht toe dat het aantal te ontlenen boeken beperkt wordt omdat het totaal aantal werken op het platform ook beperkt is. Op deze manier kan er vermeden worden dat boeken digitaal uitgeput geraken. De toepassing zal werken via het digitaal platform CloudLibrary. De schepen maakt opnieuw duidelijk dat dit project pas kan doorgaan vanaf het moment dat er genoeg gemeentebesturen bij aansluiten. Hoogstraten heeft in ieder geval al de bewuste keuze gemaakt om hierop in te gaan. De implementatie van deze dienstverlening en de evaluatie kan inderdaad besproken worden op het bibliotheekbeheersorgaan. Daarbij roept schepen Arnold Wittenberg op dat er zeker ook iemand van elke fractie aanwezig is, dat is volgens hem niet altijd het geval.

 

BESLUIT

 

Bij 27 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Katrien Brosens, Faye Van Impe, Jos Martens, Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Joël Adams, Piet Van Bavel, Maarten Leemans, Pim Van der Linden, Ann Tilburgs, Gert Van den Bogaert, Ans Lochten en Ilse Verachtert)

Enig artikel:

De gemeenteraad gaat akkoord om in te stappen in de gemeenschappelijke E-boekendienst, waarbij Cultuurconnect vzw optreedt als aankoopcentrale.

 

Publicatiedatum: 04/06/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 27 april 2020.

 

Goedkeuren van het CONVENANT 2020-2025 tussen de Vlaamse Gemeenschap en de stad Hoogstraten, met betrekking tot de bibliotheekwerking in de 2 gevangenissen van Hoogstraten in het kader van het Participatiedecreet.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

In januari 2014 tekende de Vlaamse Gemeenschap en de stad Turnhout een convenant met betrekking tot de bibliotheekwerking in de gevangenissen van Hoogstraten, Merksplas, Turnhout en Wortel, in het kader van het participatiedecreet. Deze convenant liep af op 31 december 2019. De Vlaamse Gemeenschap zou graag een nieuw convenant afsluiten.

Door de verschillende gevangenissen onder te brengen in één convenant, hoopte men om de administratie te vereenvoudigen. Door de verre afstanden en de grote verschillen tussen de gevangenissen onderling, was dit echter niet het geval. Daarom wordt er geopteerd om per gemeente een nieuw convenant op te maken.

Dit wil zeggen dat de Vlaamse Gemeenschap een convenant wil afsluiten voor de periode 2020-2025 met de stad Hoogstraten voor de gevangenisbibliotheken van de gevangenissen van Hoogstraten en Wortel.

Deze convenant is opgemaakt aan de hand van een analyse van de vorige convenant (o.a. financiële analyse, evaluatie van de afsprakennota, het jaarlijkse inhoudelijke verslag van de gevangenissen en het jaarverslag van Justitie).

 

Juridische grond

 

          Artikel 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Participatiedecreet 18 januari 2008 (art 18).

          Collegebesluit "Principieel akkoord convenant gevangenisbib" van 08 augustus 2019.

 

Argumentatie

 

Om aan deze convenant te voldoen, zal Hoogstraten een halftijdse bibliotheekmedewerker moeten aanstellen voor de administratie en uitleenmomenten. Voor deze personeels- en werkingskosten, komt er financiële ondersteuning van de Vlaamse Gemeenschap. Deze subsidie bedraagt 37.600,00 EUR en zal de volledige kosten (personeel  + werkingskosten) dekken.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt onder actie De bibliotheek zet in op taal - en leesbevorderingen bij alle doelgroepen van het meerjarenplan, met actienummer 2/5/3/4, beleidsitem: Openbare Bibliotheken met nummer 703-00 en algemeen rekeningnummer: 74099999 - Overige specifieke werkingssubsidies

Voorziene budget in het meerjarenplan: 40.000,00 EUR.

Reeds gebruikt budget: 0 EUR.

Beschikbaar budget op vandaag: 40.000,00 EUR.

Budget nodig voor dit besluit: 37.600,00 EUR.

De personeelskost wordt opgenomen in het budget bij de aanstelling.

 

BESPREKING

 

Raadslid Dimitri Van Pelt wil weten hoe het komt dat er maximaal ‘maar’ 37.500 EUR subsidies uitgekeerd kunnen worden (CBS-besluit van 9 april 2020), terwijl er eerst sprake was van 40.000 EUR in het CBS-besluit van 8 augustus 2019. En als je de toelichting daar goed leest, zou het raadslid hier zelfs 60.000 EUR verwachten. Het gaat immers over 2 bibliotheken in 2 verschillende gevangenissen... . Dit convenant gaat in op 01-01-2020, raadslid Dimitri Van Pelt vraagt zich af waarom dit nu pas naar de gemeenteraad komt. Wat is de standplaats van deze halftijdse medewerker? In de gevangenissen of hier in onze bib? Tot slot wil raadslid Dimitri Van Pelt weten of er ook al duidelijkheid is over de aanvraag van de RFID-digitaliseringssubsidie?

 

Ook raadslid Ilse Verachtert stelt zich vragen bij het financieringsplaatje. Daarnaast wil ze graag weten wat de plannen van de stad zijn inzake het digitaliseringsproject. Is er al een medewerker geselecteerd en geschikt bevonden en hoe gaat die worden aangesteld, op tijdelijke basis of zal die onderdeel gaan uitmaken van de vaste staf van de bibliotheek?

 

Schepen Arnold Wittenberg wil graag de bezorgdheid omwille van de financiering wegnemen, hij licht toe dat er een overleg is geweest in augustus 2019 waarin sprake was van een bedrag van 40.000 EUR subsidie. Op dat moment was de Vlaamse Regering echter nog niet samengesteld. Toen dat wel het geval was, bleek dat er bij de opmaak van de begroting een besparing van 6% moest worden doorgevoerd en dat is de verklaring waarom het budget is gedaald naar 37.000 EUR. De convenant gaat inderdaad al in op 1 januari 2020, ook dat heeft te maken met de laattijdige samenstelling van de Vlaamse Regering waardoor de validatie van dit dossier lang op zich heeft laten wachten. Schepen Arnold Wittenberg duidt dat er momenteel nog een medewerker aangesteld is voor dit project vanuit Turnhout, maar dat hij binnenkort op pensioen gaat. De financiële middelen zullen dan ook ingezet worden voor de aanwerving van een specifieke halftijdse medewerker voor dit project, de standplaats zal zijn de gevangenis van Hoogstraten en Wortel. De examenprocedure voor deze aanwerving is nog niet afgerond want heeft een tijdje stil gestaan omwille van de corona-maatregelen. Er wordt wel gezocht naar een manier om deze procedure digitaal af te ronden. De subsidie voor het digitaliseringsproject vindt de schepen zeker interessant en de mogelijkheden worden nog bekeken maar een systeem van E-boeken is in de gevangenissen momenteel nog niet vanzelfsprekend.

 

Voor raadslid Dimitri Van Pelt blijft de financiële berekening toch nog onduidelijk. Hij interpreteert de berekening als 2 maal 20.000 EUR en 2 vestigingen die elk 10.000 EUR opleveren. Alles samen een bedrag van 60.000 EUR, dat is voor het raadslid wel een groot verschil met de 37.000 EUR die hier nu in vermeld staan.

 

Schepen Arnold Wittenberg licht toe dat de subsidie van Vlaanderen 30.000 EUR bedraagt en dat wij rechten hebben op een supplement van 10.000 EUR omdat Wortel er als tweede vestiging bij wordt gerekend. De schepen engageert zich om de technische berekening aan raadslid Dimitri Van Pelt te bezorgen.

 

 

BESLUIT

 

Bij 27 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Katrien Brosens, Faye Van Impe, Jos Martens, Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Joël Adams, Piet Van Bavel, Maarten Leemans, Pim Van der Linden, Ann Tilburgs, Gert Van den Bogaert, Ans Lochten en Ilse Verachtert)

Enig artikel:

De gemeenteraad keurt het convenant met de Vlaamse Gemeenschap voor de bibliotheekwerking in de gevangenissen van Hoogstraten en Wortel, in het kader van het participatiedecreet, goed voor de periode 2020 - 2025.

 

Publicatiedatum: 04/06/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 27 april 2020.

 

Goedkeuren van de samenwerkingsovereenkomst tussen Hoogstraten en de Oxfam Wereldwinkel in het kader van wereldburgerschapseducatie voor kinderen en jongeren.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

In het meerjarenplan werd de actie “We stimuleren mondiaal burgerschap van de civiele maatschappij, bedrijven, organisaties en instellingen” (Actie 2.4.1.1. ) ingeschreven.

 

Concreet willen we inzetten op de wereldburgerschapseducatie van kinderen en jongeren. Tijdens de vorige legislatuur werd geïnvesteerd in een aantal pakketten zoals Gelukkig 2030 en Bonjour Benin!  In het verleden werd dit al begeleid door de wereldwinkel.

 

Juridische grond

 

          Artikel 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Argumentatie

 

De overeenkomst wordt afgesloten in functie van de opmaak en de begeleiding van materialen voor wereldburgerschapseducatie in de Hoogstraatse scholen.

Hiermee dragen we bij aan de actie: “We stimuleren mondiaal burgerschap van de civiele maatschappij, bedrijven, organisaties en instellingen” (Actie 2.4.1.1. ). De schepen en de dienst mondiale samenwerking stellen voor dit te doen in samenwerking met de lokale Wereldwinkel die over een grote groep vrijwilligers beschikt met onderwijservaring en met ervaring en kennis over mondiale uitdagingen.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt onder actie "We stimuleren mondiaal burgerschap van de civiele maatschappij, bedrijven, organisaties en instellingen" van het meerjarenplan, met actienummer: 2/4/1/1, beleidsitem: Hulp aan het buitenland met nummer 160-00 en algemeen rekeningnummer: 61599999 Overige exploitatiekosten.

Voorziene budget in het meerjarenplan 2020: 35 700 EUR.

Reeds gebruikt budget: 0 EUR.

Beschikbaar budget op vandaag: 35 700 EUR.

Budget nodig voor dit besluit in 2020: 4.989,19 EUR.

 

Maximale budget nodig voor dit besluit per volgend jaar: 6.812,06 EUR.

 

De budgetberekening is te vinden in de excel budget OWW. De overeenkomst is opgesteld voor 3 jaar. De berekening van het budget voor 2020 is een annex bij de samenwerkingsovereenkomst. Voor 2020 wordt een maximum voorzien van 4.989,19 EUR incl. BTW.  Aangezien deze annex jaarlijks opgesteld wordt, is er voor 2021 en 2022 een maximum budget voorzien van 6.812,06 EUR incl. BTW. Dit zodat de uitbreiding en/of aanpassing van lespakketten door het stadsbestuur mogelijk blijft.

 

BESLUIT

 

Bij 27 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Katrien Brosens, Faye Van Impe, Jos Martens, Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Joël Adams, Piet Van Bavel, Maarten Leemans, Pim Van der Linden, Ann Tilburgs, Gert Van den Bogaert, Ans Lochten en Ilse Verachtert)

Enig artikel:

De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst goed tussen Stad Hoogstraten en Oxfam Wereldwinkel Hoogstraten VZW in het kader van wereldburgerschapseducatie voor kinderen en jongeren.

 

Publicatiedatum: 04/06/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 27 april 2020.

 

Goedkeuren van de samenwerkingsovereenkomst met V.V.V. Hoogstraten vzw.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

V.V.V. Hoogstraten en het stadsbestuur werkten de voorbije decennia  intensief samen om Hoogstraten toeristisch te positioneren en te promoten.

 

De afgelopen jaren kwam de uitwerking van het toeristisch beleid steeds meer te liggen bij de dienst toerisme van de stad Hoogstraten. Dit betekent dat de aard van de samenwerking tussen V.V.V. Hoogstraten en de dienst toerisme Hoogstraten veranderd is en nog verder zal veranderen.

 

Dit document beoogt om de basis te leggen voor een blijvende goede samenwerking.

 

Juridische grond

 

          Decreet betreffende de organisatie en erkenning van toeristische samenwerkingsverbanden van 6 maart 2009.

          Artikel 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Argumentatie

 

Toerisme Hoogstraten is het permanent samenwerkingsverband tussen twee autonome juridische entiteiten:  de dienst toerisme van de Stad Hoogstraten en V.V.V. Hoogstraten vzw. Beide onderschrijven en ondersteunen maximaal een gemeenschappelijk beleid en aanpak op gebied van toerisme.

 

Initiatieven, projecten en producten, die binnen het samenwerkingsverband tot stand komen, lanceren we in de publieke communicatie maximaal onder de term ‘Toerisme Hoogstraten’.

 

We willen de vrijwilligers van V.V.V. Hoogstraten optimaal  betrekken vermits zij - mede met de dienst Toerisme - de eerste toeristische ambassadeurs van Hoogstraten zijn. En het is ook via de vrijwilligers dat er een sterk maatschappelijk draagvlak kan groeien en blijven voor het toeristisch beleid.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt onder actie "We profileren en promoten ons erfgoed, natuur en streekidentiteit met een mix van belevingsactiviteiten" van het meerjarenplan, met actienummer: 4/2/3/1 - , beleidsitem: Toerisme - onthaal en promotie met nummer 520-00.

 

Valt onder actie "We zetten in op brede ondersteuning van verenigingen en organisaties. van het meerjarenplan, met actienummer:  2/5/1/1, beleidsitem: overige culturele instellingen met nummer 709-00 en algemeen rekeningnummer 64930000 - Algemene werkingssubsidies aan verenigingen.

Voorziene budget in het meerjarenplan: 42.433,00 EUR

Reeds gebruikte budget: 0,00 EUR

Budget nodig voor dit besluit: 400,00 EUR.

 

BESPREKING

 

Gemeenteraadslid Marc Haseldonckx vindt het vreemd dat deze samenwerkingsovereenkomst vrij vaag blijft, er is geen actieprogramma aan toegevoegd of een verduidelijking over hoe de aanpak rond city marketing zal worden geconcretiseerd. Daarnaast wordt er in deze overeenkomst verwezen naar addenda over enerzijds Hoogstraten in Groenten en Bloemen maar ook over het systeem van de Hoogstraatse cadeaubonnen. Raadslid Marc Haseldonckx vraagt zich af of deze addenda bestaan, ze zijn immers toch een essentieel onderdeel in dit dossier. Hij spreekt de hoop uit dat deze addenda afzonderlijk aan de gemeenteraad ter goedkeuring worden voorgelegd en dat die niet automatisch als goedgekeurd worden beschouwd.

 

Raadslid Dimitri Van Pelt vraagt zich af waar de vraag vandaan komt om een samenwerkingsovereenkomst op te maken tussen de toeristische dienst en de VVV.  Hoe was dit vroeger georganiseerd en wat zijn dan de veranderingen die ertoe leiden om zo’n overeenkomst nu op te maken? Als er toch jaarlijks een evaluatie gemaakt dient te worden, neemt het raadslid aan dat deze ook naar de gemeenteraad gecommuniceerd zal worden in een raadscommissie. Gemeenteraadslid Dimitri Van Pelt merkt eveneens op dat er in deze overeenkomst verwezen wordt naar een addendum voor het project Groenten en Bloemen maar dit addendum is nergens terug te vinden. Zijn er buiten Groenten en Bloemen nog andere aparte samenwerkingsovereenkomsten mogelijk voor grote evenementen?

 

Schepen Arnold Wittenberg bevestigt dat het uiteraard de bedoeling is dat de addenda afzonderlijk aan de gemeenteraad zullen worden voorgelegd. Deze beide aspecten vallen buiten de reguliere werking van VVV en worden daarom in een apart document uitgewerkt. Hier werd al aan gewerkt maar dit moet nog verder vorm krijgen. De schepen verklaart deze samenwerkingsovereenkomst omdat er een noodzaak was om een goede samenwerking af te bakenen. Door de verwisseling van een aantal personen moesten een aantal afspraken herhaald worden. Hier gingen een aantal overlegmomenten aan vooraf waar deze afspraken samen werden vormgegeven. Door deze overeenkomst jaarlijks te evalueren kan er samen bekeken worden of de uitgesproken intenties tussen de twee partijen goed ingevuld worden. Schepen Arnold Wittenberg spreekt het belang uit van een goed partnerschap tussen deze twee partijen.

 

Raadslid Marc Haseldonckx wil in de marge van deze discussie verwijzen naar het project 'Straat in het Vizier'. Dit project is in 2018 opgestart, er zijn verschillende vergaderingen geweest en er werden gesprekken gevoerd met onder andere Unizo en de horeca. Maar dit heeft echter nog niet geleid tot concrete acties of maatregelen om ons handelscentrum te promoten. Gemeenteraadslid Marc Haseldonckx blijft op zijn honger zitten en vraagt zich af wanneer er een concrete invulling komt van dit project.

 

Schepen Arnold Wittenberg verduidelijkt dat er in het meerjarenplan acties zijn opgenomen in het kader van city marketing, maar dit valt onder bevoegdheden van schepen Katrien Brosens.

 

Schepen Katrien Brosens legt uit dat er een traject lopende is om tot een concreet actieplan te komen, daarbij werd in eerste instantie gezocht naar de manier waarop we Hoogstraten willen promoten en op de kaart zetten. Het vorm geven van een streekidentiteit dus. Op deze studie wil de schepen zich baseren om concrete acties te bepalen, zo wordt er bijvoorbeeld werk gemaakt van een city-app. Het project 'Straat in het Vizier' werd inderdaad al in de vorige legislatuur opgestart en heeft onder de vleugels van de provincie vorm gekregen.

 

Raadslid Marc Haseldonckx heeft eerder al de verslagen opgevraagd van de overlegmomenten omtrent 'Straat in het Vizier', maar hij heeft die tot nu toe nog niet gekregen. Het raadslid weet dat dit project sterk gesubsidieerd wordt vanuit de provincie, hij vraagt zich af op welke basis deze subsidie zal verantwoord worden als er nog niets concreet werd uitgevoerd dat tot kosten heeft geleid.

 

Schepen Katrien Brosens verduidelijkt dat de subsidie gebruikt wordt voor enerzijds een personeelskost en anderzijds investeringen. In 2019 werd er geïnvesteerd in fietsrekken op de Vrijheid, deze kosten werden ingebracht in het kader van dit project. De rest van het bedrag werd overgezet naar 2020 en dat was volgens de schepen ook in orde.

 

Gemeenteraadslid Marc Haseldonckx verduidelijkt dat de fractie CD&V dit mee zal goedkeuren, weliswaar onder de opschortende voorwaarde dat de addenda apart ter goedkeuring worden voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

BESLUIT

 

Bij 27 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Katrien Brosens, Faye Van Impe, Jos Martens, Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Joël Adams, Piet Van Bavel, Maarten Leemans, Pim Van der Linden, Ann Tilburgs, Gert Van den Bogaert, Ans Lochten en Ilse Verachtert)

Enig artikel:

De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst met V.V.V. Hoogstraten vzw goed als volgt:

 

Deze samenwerkingsovereenkomst wordt afgesloten tussen

 

De partijen

 

• de stad Hoogstraten met ondernemingsnummer 0207.502.202, met adres Vrijheid149, 2320 Hoogstraten, rechtsgeldig vertegenwoordigd door Joke Verschueren, Jef Vissers, in de hoedanigheid van respectievelijk algemeen directeur, voorzitter van de gemeenteraad;

Hierna genoemd “stad Hoogstraten”;

 

en

 

• V.V.V. Hoogstraten vzw, met ondernemingsnummer 0409.810.944, met maatschappelijke zetel te Vrijheid 149, 2320 Hoogstraten, rechtsgeldig vertegenwoordigd door bestuurders Guy Rigouts als voorzitter en Luc Van Delm als secretaris;

Hierna genoemd “V.V.V. Hoogstraten”; 

 

Samen de “partijen” genoemd;

 

komen overeen hetgeen volgt:

 

Artikel 1: Aanleiding

V.V.V. Hoogstraten en het stadsbestuur werken de voorbije decennia  intensief samen om Hoogstraten toeristisch te positioneren en te promoten.

De afgelopen jaren kwam de uitwerking van het toeristisch beleid steeds meer te liggen bij de dienst toerisme van de stad Hoogstraten. Dit betekent dat de aard van de samenwerking tussen V.V.V. Hoogstraten en de dienst toerisme Hoogstraten veranderd is en nog verder zal veranderen. Dit document beoogt om de basis te leggen voor een blijvende goede samenwerking. 

Beide partijen zijn er van overtuigd dat een goede samenwerking met de vrijwilligerswerking V.V.V. Hoogstraten binnen het toeristisch beleid van de stad Hoogstraten enkel voordelen kan hebben. Die overtuiging vertrekt vanuit de volgende elementen.

• Samenwerking kan het speelveld verruimen. 

• Samenwerking kan de blik verbreden en inspiratie brengen.

• Samenwerking kan de expertise vergroten.

• Samenwerking kan de opportuniteiten verhogen.

Daarnaast kan het werken met een vzw een extra troef zijn voor het opzetten van samenwerkingen en initiatieven met externe partners.

 

Artikel 2: Uitgangspunt voor de samenwerking

Toerisme Hoogstraten is het permanent samenwerkingsverband tussen twee autonome juridische entiteiten:  de dienst toerisme van de Stad Hoogstraten en V.V.V. Hoogstraten vzw. Beide onderschrijven en ondersteunen maximaal een gemeenschappelijk beleid en aanpak op gebied van toerisme.

Initiatieven, projecten en producten, die binnen het samenwerkingsverband tot stand komen, lanceren we in de publieke communicatie maximaal onder de term ‘Toerisme Hoogstraten’.

We willen de vrijwilligers van V.V.V. Hoogstraten optimaal  betrekken vermits zij - mede met de dienst Toerisme - de eerste toeristische ambassadeurs van Hoogstraten zijn.  En het is ook via de vrijwilligers dat er een sterk maatschappelijk draagvlak kan groeien en blijven voor het toerismebeleid.

 

Artikel 3: Doel van de samenwerking

Hoogstraten heeft een bovengemiddeld toeristisch potentieel. Het toeristisch beleid moet daarom een beleid met ambitie zijn.

VVV Hoogstraten en de stad Hoogstraten willen het toeristische potentieel van Hoogstraten ten volle benutten.

Heel concreet willen beide partijen (toekomstige) bezoekers een reden te geven om

• aandacht te geven aan Hoogstraten

• zich te informeren over Hoogstraten

• te komen naar Hoogstraten

• een goede ervaring te hebben in Hoogstraten

• een goede herinnering te houden aan Hoogstraten

• te communiceren naar andere mensen over hun beleving van Hoogstraten

Er zal hierbij volop ingezet worden op “city marketing” om voor Hoogstraten een unieke positie in het toeristische landschap te realiseren en te bestendigen. 

Met een ambitieus toeristisch beleid dragen we ertoe bij dat elke inwoner een trotse ambassadeur van Hoogstraten is. 

 

Artikel 4: Focus van de samenwerking

Hoogstraten is een veelzijdige stad met vele facetten. De focus van ons verhaal ligt in de eerste plaats op de volgende gebieden:

• Erfgoed

• Natuur en recreatie

• Hoogstraats karakter

 

Deze focusgebieden willen we op een strategische manier in de kijker zetten door in te zetten op:

• Plekken

• Activiteiten

• Ontmoetingen

 

Binnen de doelstellingen en focus van deze samenwerking kunnen en zullen beide partijen alle verrichtingen doen, binnen de grenzen van haar statuten, welke rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op haar doel, of van aard zijn de verwezenlijking ervan te begunstigen.

 

Artikel 5: Een concreet kader voor de samenwerking

 

§1 Informeren, consulteren en adviseren

 

VVV Hoogstraten en stad Hoogstraten, i.c. de dienst voor toerisme, zullen in het kader van het strategisch meerjarenplan met betrekking tot het beleidsdomein toerisme elkaar informeren en consulteren over elkaars acties, projecten, initiatieven en ideeën.

 

Hiertoe zal:

• stad Hoogstraten VVV Hoogstraten en haar vrijwilligers systematisch informeren over haar  toeristische plannen en communicatie;

• stad Hoogstraten iemand afvaardigen naar de bestuurs- en algemene vergaderingen van V.V.V. Hoogstraten vzw;

• jaarlijks een moment georganiseerd worden om de werking van stad Hoogstraten en VVV Hoogstraten  en de samenwerking van toerisme Hoogstraten te evalueren;

• VVV Hoogstraten de dienst voor toerisme informeren en consulteren wanneer ze activiteiten, initiatieven of projecten ontwikkelt die rechtstreeks of onrechtstreeks raakvlakken hebben met activiteiten, initiatieven of projecten van Hoogstraten.

 

§2 Projecten en evenementen

 

Stad Hoogstraten en V.V.V. Hoogstraten vzw kunnen samen gezamenlijke projecten opzetten ter promotie van het toerisme in Hoogstraten. V.V.V. Hoogstraten en het college van burgemeester en schepenen beslissen dan over welke projecten het kan gaan.

 

Wanneer stad Hoogstraten en V.V.V. Hoogstraten samen een project opzetten en uitvoeren:

• wordt er een gezamenlijke communicatie gevoerd onder Toerisme Hoogstraten.

• kan V.V.V. Hoogstraten gratis gebruik maken van de dienstverlening van het stadsbestuur.

• zal de stad Hoogstraten voorzien in de administratieve en logistieke ondersteuning, die binnen de grenzen van het project, nodig is om het project tot een goed einde te brengen.

 

Het project ‘Hoogstraten in Groenten en Bloemen’ is van dien aard dat hiervoor een aparte samenwerkingsovereenkomst wordt afgesloten. Deze samenwerkingsovereenkomst wordt als addendum toegevoegd aan deze algemene samenwerkingsovereenkomst.

 

§3 Financiële en logistieke ondersteuning

 

V.V.V. Hoogstraten kan voor zijn werking gebruik maken van de logistieke ondersteuning zoals bepaald in het globaal reglement op de ondersteuning van verenigingen.

 

V.V.V. Hoogstraten krijgt voor z’n werking een toelage ten bedrage van 400,00 EUR van de stad Hoogstraten.

 

De verkoop en samenwerking met betrekking tot de verkoop van de cadeaubonnen is van dien aard dat hiervoor aparte afspraken worden gemaakt. De afspraken worden als addendum toegevoegd aan deze algemene samenwerkingsovereenkomst. 

 

 

Voor Stad HoogstratenVoor VVV Hoogstraten vzw

 

 

Jef VissersGuy Rigouts

voorzitter gemeenteraadvoorzitter VVV Hoogstraten vzw

 

 

 

 

 

Joke VerschuerenLuc Van Delm

algemeen directeursecretaris VVV Hoogstraten vzw

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 27 april 2020.

 

Goedkeuring samenwerkingsovereenkomst met Energiehuis Kempen.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

De Vlaamse Regering vaardigde op 19 november 2010 het besluit houdende algemene bepalingen over het energiebeleid uit, kortweg het Energiebesluit.

Bij gemeenteraadsbeslissingen in 2010 werd IOK voorgedragen door 25 gemeenten als lokale entiteit voor het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost, met als doelstelling energieleningen te verstrekken en te beheren. IOK verstrekt en beheert vandaag nog steeds energieleningen voor 25 gemeenten. (Arendonk, Baarle-Hertog, Balen, Dessel, Geel, Grobbendonk, Heist-op-den-Berg, Herentals, Herenthout, Herselt, Hoogstraten, Hulshout, Kasterlee, Laakdal, Lille, Meerhout, Merksplas, Mol, Nijlen, Olen, Ravels, Retie, Rijkevorsel, Vorselaar en Westerlo).

 

Juridische grond

 

          Artikel 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Op 1 januari 2015 werd de bevoegdheid voor het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost van de Federale naar de Vlaamse overheid overgedragen.

          Tussen het Vlaamse gewest en IOK werd een samenwerkingsovereenkomst inzake de toekenning van de energielening en erkenning als Energiehuis voor de regio Kempen afgesloten op 1 oktober 2017.

 

Argumentatie

 

Bij besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2018 werd het Energiebesluit gewijzigd, voor wat betreft de energiehuizen. In art. 7.9.2/1. §1 werden andere taken van de energiehuizen toegevoegd waardoor de energiehuizen naast het verstrekken en beheren van energieleningen, in elke stad of gemeente binnen zijn werkingsgebied verplicht moet voorzien in de volgende dienstverlening en activiteiten:

1)      Inwoners informeren, adviseren en begeleiden door een laagdrempelig energieloket aan te bieden waar inwoners terecht kunnen met hun energievragen.

2)      Gestructureerde basisinformatie aanbieden over minstens:

a)      Relevante gemeentelijke, provinciale, gewestelijke en federale energiebeleidsmaatregelen.

b)      Energiepremies en -leningen, inclusief leningen bij de financiële sector.

c)      Energetische renovatie.

3)      Particulieren begeleiden en ondersteunen bij minstens:

a)      De aanvragen van de premies en leningen, vermeld in punt 2°.

b)      Het uitvoeren van de leveranciersvergelijking en, in voorkomend geval, bij de wijziging van energieleverancier.

c)      Het aanvragen en vergelijken van offertes voor energetische renovatiewerken.

d)      De uitvoering van energetische renovatiewerken, en het bieden van ontzorging daarbij, inclusief dienstverlening voortvloeiende uit door het energiehuis uitgevoerde energiescans die gericht is op begeleiding bij de uitvoering van energiebesparende investeringen.

e)      De interpretatie van thermografische informatie, de zonnekaart, de resultaten na een energiescan en het energieprestatiecertificaat.

4)      Uitvoerende lokale diensten coördineren, onder meer van de door de respectievelijke gemeente aangeduide uitvoerders van de energiescans, en, in voorkomend geval, correct doorverwijzen.

 

In art. 7.9.2/1. §2 van hetzelfde besluit wordt aangegeven dat het energiehuis beroep kan doen op en samenwerkingsverbanden kan aangaan met partners om de dienstverlening te kunnen garanderen.

Op 1 mei 2019 werd tussen het Vlaamse gewest en IOK een addendum aan de bovenvermelde samenwerkingsovereenkomst afgesloten, na goedkeuring door de raad van bestuur van 26/04/2019.

Het addendum voorziet een groeipad in functie van een geleidelijke versterking van het lokaal woon-energieloket in samenwerking met de verschillende partners (gemeenten, IOK, Kamp C, Fluvius, energiescanbedrijven).

Om die samenwerking te verankeren wil het Energiehuis Kempen samenwerkingsovereenkomsten afsluiten met de gemeenten uit het werkingsgebied van het Energiehuis Kempen. Deze samenwerkingsovereenkomst is toegevoegd als bijlage.

 

In onderling overleg met de betrokken lokale diensten werd ook een afsprakennota op maat van de lokale werking uitgewerkt - zie bijlage. De afsprakennota bevat een taakverdeling per onderwerp, inclusief een eventuele doorverwijzing naar andere instanties. De nota kan periodiek geëvalueerd en bijgestuurd worden en zal als bijlage toegevoegd worden aan de samenwerkingsovereenkomst.

 

Bijlagen

          Bijlage 1: Samenwerkingsovereenkomst energiebuis met stad Hoogstraten

          Bijlage 2: Afsprakennota samenwerkingsovereenkomst Hoogstraten

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt niet onder een actie van het meerjarenplan en heeft geen financiële impact.

 

BESPREKING

 

Raadslid Fons Jacobs leest in artikel 2 van de samenwerkingsovereenkomst dat er in het energiebesluit drie basistaken voorzien zijn, maar verder worden er maar twee opgesomd, met name energieleningen en een laagdrempelig energieloket. Wat is de derde basistaak? Daarnaast wil het raadslid graag weten hoe de concrete samenwerking verloopt met de eigen gemeentelijke diensten zoals Fabrik Elentrik.

 

Schepen Roger Van Aperen legt uit dat de derde basistaak een opdracht is voor IOK, de andere twee taken vallen onder de opdracht van het eigen woonloket. Als er binnen dit woonloket geen antwoord kan gegeven worden dan wordt er doorverwezen naar IOK.

 

 

BESLUIT

 

Bij 27 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Katrien Brosens, Faye Van Impe, Jos Martens, Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Joël Adams, Piet Van Bavel, Maarten Leemans, Pim Van der Linden, Ann Tilburgs, Gert Van den Bogaert, Ans Lochten en Ilse Verachtert)

Enig artikel:

De gemeenteraad keurt de Samenwerkingsovereenkomst met Energiehuis Kempen goed.

 

Publicatiedatum: 04/06/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 27 april 2020.

 

Goedkeuren van de aanpassingen aan het reglement betreffende verwaarloosde gebouwen met woonfunctie.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

Als gevolg van het decreet houdende diverse fiscale bepalingen d.d. 23 december 2016 inventariseert Vlaanderen niet langer verwaarloosde panden en is deze bevoegdheid op 1 januari 2017 overgedragen aan de lokale overheid (zowel de inventarisatie als een eventuele heffing).

Gemeenten kunnen ervoor opteren om zelf een register van verwaarloosde gebouwen en woningen bij te houden en hier een heffing aan te koppelen.

Op 26 juni 2017 besliste de gemeenteraad om gebruik te maken van de intergemeentelijke dienstverlening verwaarlozing van IOK.

 

Om te kunnen starten werd d.d. 29/04/2019 een gemeentelijk reglement opgemaakt.

Na de intergemeentelijke evaluatie van het voorgaande technisch verslag in september 2019 bleek dat het technisch verslag te soepel was, in die zin dat een groot aantal panden gebreken vertoonde doch op basis van de systematiek en de puntentelling in het verslag niet formeel konden worden geïnventariseerd, waardoor de beoogde doelstelling van het beleid omtrent verwaarlozing niet maximaal kon behaald worden en een nieuw technisch verslag met een aangepaste puntentelling zich bijgevolg opdringt;

Hiervoor dient met deze beslissing een een aangepast technisch verslag goedgekeurd te worden.

 

Juridische grond

 

          Artikelen 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, zoals gewijzigd.

          Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, zoals gewijzigd.

          Decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 (‘Heffingsdecreet’), zoals gewijzigd, inzonderheid artikel 24 en 25.

          Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

          Besluit gemeenteraad reglement verwaarlozing 29/04/2019.

 

Argumentatie

 

Het reglement inzake het register van verwaarloosde woningen en gebouwen, in concreto het technisch verslag, wordt aangepast aan de intergemeentelijke evaluatie van verwaarlozing van september 2019. Het betreft een kleine verstrenging van het technisch verslag. (zie bijlage "technisch verslag verwaarlozing.pdf")

Hieronder een overzicht van de aanpassingen:

          De minimum score voor een klein gebrek werd vastgelegd op 3 punten (voorgaand was er de mogelijkheid om voor een klein gebrek 1 of 3 punten toe te kennen).

          Enkele kleinere gebreken werden toegevoegd (bv. plantengroei, verstopte goten,…).

          Enkele zware gebreken die onmiddellijk 18 punten kunnen opleveren werden toegevoegd (bv. dak: geheel of gedeeltelijk afwezig).

 

BESPREKING

 

Gemeenteraadslid Maarten Leemans herinnert zich dat tijdens de gemeenteraad van 29 april 2019 er geen woningen in het register van verwaarloosde woningen stonden. Hij vraagt zich af hoe dat nu zit? Is het de bedoeling om tegen einde van dit jaar alle of zo veel mogelijk panden te inventariseren om zo het heffingsreglement voor iedereen tegelijkertijd te doen ingaan? De stad heeft de bevoegdheid in dit verband overgedragen aan IOK. Raadslid Maarten Leemans vraagt zich af of er een uitgestippeld pad is voor de inventarisatie? Hoe pakt men dat juist aan? Hoe worden de panden opgespoord? Kan de burger hiervan melding maken?

 

Ook gemeenteraadslid Hilde Vermeiren vraagt zich af hoe de inventarisatie zal gebeuren. Dit besluit werd ook al in april 2019 door de gemeenteraad goedgekeurd, naar aanleiding van een intergemeentelijke evaluatie werden er aanpassingen gedaan in het technisch verslag. Raadslid Hilde Vermeiren kan het verslag van deze evaluatie niet terugvinden. Bovendien merkt ze op dat artikel 2 nog steeds hetzelfde is als in het vorige reglement. Ze vraagt zich af hoe dat te rijmen valt met de aanpassingen in het technisch verslag? Ze wil ook graag weten of het de bedoeling is dat deze panden worden belast.

 

Schepen Roger Van Aperen legt uit dat de lijst met verwaarloosde panden momenteel leeg is, er werd wel een vermoedenslijst opgemaakt die door IOK ter plekke wordt beoordeeld en op basis van dat onderzoek kan er beslist worden of dit een verwaarloosd pand is. Dat is ook de reden waarom de puntentelling in het technisch verslag werd aangepast. Als er vermoedens zijn dan kunnen die worden doorgegeven aan het woonloket en die panden kunnen dan op de vermoedenslijst komen. De schepen maakt duidelijk dat het wel degelijk gaat over woningen, niet over andere gebouwen.  De andere panden vallen onder de bevoegdheid van het Vlaamse Gewest.

Volgens raadslid Hilde Vermeiren klopt dat niet helemaal, dit reglement geldt toch voor alle gebouwen die geen bedrijfsruimte zijn? De bedrijfsruimtes zijn inderdaad de bevoegdheid van Vlaanderen.

Schepen Roger Van Aperen herhaalt dat dit reglement wel degelijk bedoeld is voor gebouwen met een woonfunctie.

Raadslid Hilde Vermeiren beweert dat het reglement dan fout is want er staat in dit reglement vermeld dat het over gebouwen gaat, en dat kunnen allerhande gebouwen zijn. Daarnaast wil het raadslid graag een verklaring waarom het technisch verslag verstrengd is, wat is er dan uit de evaluatie gebleken?

 

Schepen Roger Van Aperen legt uit dat er wel degelijk panden zijn die door iedereen als  verwaarloosd zouden beschouwd worden maar die door de oude puntentelling het toch niet waren. Dat is de reden waarom de puntentelling van het technisch verslag een aanpassing vroeg.

 

Raadslid Maarten Leemans vraagt wanneer er effectief gecontroleerd zal worden.

Schepen Roger Van Aperen licht toe dat de vermoedenslijst wordt opgemaakt in 2020, in 2021 zal er dan een controle gebeuren om te bepalen of het pand effectief op de lijst van verwaarloosde gebouwen met woonfunctie terecht zal komen. Het pand moet al een heel jaar op de lijst staan voordat er een heffing kan worden opgelegd. Aangezien de lijst nu leeg is zal er ook in 2021 nog geen heffing worden opgelegd. Dit kan ten vroegste in 2022 gebeuren.

 

Gemeenteraadslid Hilde Vermeiren licht toe dat de fractie CD&V zich zal onthouden, omdat ze graag een evaluatie had gezien en omdat er onduidelijkheid is of dit reglement nu voor alle  gebouwen geldt of enkel voor woningen.

De fractie Anders keurt dit wel mee goed, voor hen is het belangrijk dat er een dergelijk reglement is.

 

 

BESLUIT

 

Bij 19 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Katrien Brosens, Faye Van Impe, Jos Martens, Herman Snoeys, Fons Jacobs, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Piet Van Bavel, Maarten Leemans, Pim Van der Linden, Ann Tilburgs, Gert Van den Bogaert en Ans Lochten) en 8 onthoudingen (Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Tinne Rombouts, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Joël Adams en Ilse Verachtert)

Artikel1:

De gemeenteraad keurt het aangepast reglement verwaarloosde gebouwen met woonfunctie goed.

Artikel 2:

De gemeenteraadsbeslissing van 29/04/2019 houdende goedkeuring van het gemeentereglement inzake het register van verwaarloosde gebouwen en woningen wordt met ingang van 1 mei 2020 opgeheven en vervangen door onderhavig reglement inclusief technisch verslag in bijlage bij dit besluit.

Artikel 3:

Onderhavig reglement treedt in voege op 1 mei 2020 en loopt tot en met 31 december 2025.

Het wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 286 en 287 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

 

 

INFOBLOK

 

Antwoord op de gestelde vragen over het reglement verwaarlozing vanuit de administratie, dit is dus niet effectief ter sprake gekomen op de zitting van de gemeenteraad:

Vraag: Stand van zaken betreffende verwaarloosde woningen? Is het de bedoeling om tegen einde van dit jaar alle of zo veel mogelijk panden te inventariseren om zo het heffingsreglement voor iedereen tegelijkertijd te doen ingaan? Is er een uitgestippeld pad voor de inventarisatie? Hoe pakt men dat juist aan? Hoe worden de panden opgespoord? Kan de burger hiervan melding maken?

De vermoedenslijst van verwaarlozing kan gezien worden als een lijst dat constant in beweging is. Iedereen mag een pand doorgeven dat op de vermoedenslijst komt, vervolgens is er één keer per jaar een controle van de vermoedenslijst leegstand en verwaarlozing door onze partner IOK.

Wanneer de controle van de leegstaande panden gedaan wordt, worden deze ook gecontroleerd op verwaarlozing. We kunnen niet jaarlijks het volledig patrimonium in kaart brengen. Meeste meldingen worden gemaakt door bijvoorbeeld politie, personen die voor de stad werken (bijvoorbeeld groendienst) maar ook andere burgers kunnen een pand op de vermoedenslijst laten zetten.

Vraag: In het aangepaste reglement is artikel 2 nog steeds hetzelfde is als in het vorige reglement. Ze vraagt zich af hoe dat te rijmen valt met de aanpassingen in het technisch verslag?

In bijgevoegd reglement verwaarlozing zonder technisch verslag stond:

Bij de beoordeling geldt een indicatie van categorie I voor één punt, van categorie II voor 3 punten, van categorie III voor negen punten en van categorie IV voor achttien punten.

Het gegeven dat het gebouw of de woning onafgewerkt is, leidt tot een score van 18 punten (categorie IV).

Er moet staan – zoals in bijgevoegd aangepast reglement verwaarlozing 2020:

De administratie beoordeelt de verwaarlozing van een gebouw of een woning op basis van de indicaties in het technisch verslag, dat als bijlage bij dit reglement gevoegd is.

Bij de beoordeling geldt een indicatie van categorie I voor 3 punten, van categorie II voor negen punten en van categorie III voor achttien punten Het gegeven dat het gebouw of de woning onafgewerkt is, leidt tot een score van 18 punten (categorie  III).

Het reglement werd dus op dit vlak aangepast.

Vraag: Worden deze panden belast?

Ja, wanneer de panden van op de vermoedenslijst beoordeeld worden als zijnde verwaarloosd dan zal er een heffing worden doorgevoerd vanaf 2021.

Wanneer bijvoorbeeld in oktober/november 2020 wordt nagekeken op verwaarlozing, zal dit in 2021 op de inventarislijst verwaarlozing komen en volgt de heffing.

Vraag: Het reglement is fout, want er staat in dit reglement vermeld dat het over gebouwen gaat, en dat kunnen allerhande gebouwen zijn.

Hieromtrent kan gesteld worden dat de term 'gebouw met woonfunctie' eigenlijk niet bestaat. De juiste terminologie is 'gebouwen en woningen', waarbij gebouwen alle panden betreffen die niet onder een woning vallen. Gebouwen (winkels) worden echter standaard opgenomen in elk reglement (ook al worden deze niet geïnventariseerd). Dit om in de toekomst de mogelijkheid open te laten om deze wel te inventariseren (bv. voor Vrijheid te Hoogstraten).

Wat betreft het verschil tussen de bedrijfsruimten en gebouwen:

Vlaanderen inventariseert inderdaad gebouwen op een opp. groter dan 5 aren aan (= bedrijfsruimten) - de gemeente kan echter wel gebouwen op een opp. kleiner dan 5 aren aanpakken (bv. krantenwinkel, café, kruidenierswinkel...). Dit laatste zijn de gebouwen waarvan sprake, zoals ook gedefinieerd in het reglement leegstand.

Vraag: Daarnaast graag een verklaring waarom het technisch verslag verstrengd is, wat is er dan uit de evaluatie gebleken?

Op basis van de intergemeentelijke evaluatie van september 2019 werd er een lichte verstrenging van het technisch verslag, maar ook wijzigingen in artikel 2 van het reglement verwaarlozing doorgevoerd. Deze verstrenging werd doorgevoerd aangezien niet alle panden die een verwaarloosd uitzicht hadden konden 'gevat' worden met het vorige technisch verslag. Evaluatie in bijlage.

Publicatiedatum: 04/06/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 27 april 2020.

 

Goedkeuren van het heffingsreglement betreffende verwaarloosde gebouwen met woonfunctie.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

Naar aanleiding van het reglement voor verwaarlozing dat staat voor de inventarisering van verwaarloosde panden in Hoogstraten en de wil om verwaarloosde panden en verloedering tegen te gaan binnen stad Hoogstraten is het doorvoeren van heffingen een volgende stap.

 

Juridische grond

 

          Artikelen 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, zoals gewijzigd.

          Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, zoals gewijzigd.

          Decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 (‘Heffingsdecreet’), zoals gewijzigd, inzonderheid artikel 24 en 25.

          Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Argumentatie

 

          De stad kan zelf een register van verwaarloosde gebouwen en woningen bijhouden op grond van artikel 25 van het Heffingsdecreet.

          De stad heeft op grond van voormelde besluit van 16 november 2018 ook als taak te werken aan de kwaliteit van het woningpatrimonium, aangezien zij aangesloten is bij een intergemeentelijk samenwerkingsverband ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid (met name Kempens Woonplatform).

          Het register van verwaarlozing is een nuttig monitoringsinstrument ten einde de verwaarlozing van gebouwen en woningen in kaart te brengen.

          Artikel 25 van het Heffingsdecreet bepaalt het decretale kader voor het register van verwaarloosde gebouwen en woningen. Een gemeentelijke verordening kan daarnaast nadere materiële en procedurele regelen bepalen.

          De stad kan de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het register van verwaarloosde gebouwen en woningen toevertrouwen aan een intergemeentelijke administratieve eenheid. De stad heeft deze bevoegdheid overgedragen aan IOK bij besluit van de gemeenteraad van 26 juni 2017. De door het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid met de opsporing van verwaarloosde gebouwen en woningen belaste personeelsleden bezitten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

          De stad wil verwaarlozing van woningen en gebouwen voorkomen en bestrijden om de verloedering van de leef- en woonomgeving tegen te gaan.

          De vrijstellingen in het reglement sluiten aan bij de noden en het beleid van de stad.

          De intergemeentelijke administratie beoordeelt de verwaarloosde toestand van een gebouw of een woning aan de hand van de indicaties in een technisch verslag.

          Het is nuttig om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstaande en verwaarloosde gebouwen en woningen.

          Dit werd besproken tijdens het lokaal woonoverleg d.d. 22 maart 2019 en 8 november 2019.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Budget zal voorzien worden in de budgetopmaak voor 2021.

 

De financieel directeur heeft op 10/04/2020 visum verleend.

 

BESPREKING

 

Voor gemeenteraadslid Maarten Leemans is het logisch om een heffingsreglement in het leven te roepen om effectief een drukkingsmiddel te hebben om te kunnen handhaven. Gemeenteraadslid Maarten Leemans had  daarbij nog enkele vragen:

- Waarom wordt de belasting ten hoogste viermaal vermeerderd met 1.000 EUR? En wat het jaar nadien? Blijft dat laatste bedrag behouden de jaren nadien?

- We lezen dat er een vrijstelling is voor de belastingplichtige die maximum 1 jaar de zakelijk gerechtigde is. Laat dit geen opening naar speculanten?

- Belastingplichtige: §4 - Overdracht van het zakelijk recht: wordt dit of kan dit worden doorgegeven aan de ‘registratie’ zodat het ook bij de notaris bekend is zodat een koper op de hoogte is bij de ondertekening van een akte?

- Berekening van de heffing § 1: wat als het gebouw meerdere wooneenheden heeft?

- Vrijstellingen: renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning: is termijn van 3 jaar vrijstelling niet te lang?

Raadslid Maarten Leemans verduidelijkt dat de fractie Anders dit reglement mee zal goedkeuren en hoopt dat er op deze manier effectief iets kan gedaan worden aan de kankerplekken in onze gemeente. Maar het raadslid vreest wel dat voor speculanten deze belasting niet voldoende zal zijn om hen te overtuigen tot actie over te gaan.

 

Raadslid Hilde Vermeiren percipieert het heffingsreglement dat voorligt als een bijkomende belasting, enerzijds op verwaarlozing en anderzijds op leegstand. In april 2019 is dit een eerste keer besproken in de gemeenteraad, toen werd er aangegeven dat er eerst zou bekeken worden wat de status is in Hoogstraten en dat er gesensibiliseerd zou worden vooraleer we heffingen zouden opleggen. Volgens het raadslid kan er ook een cumulatie van de heffingen zijn op leegstand én verwaarlozing, waardoor het bedrag aardig zou kunnen oplopen. Raadslid Hilde Vermeiren vraagt zich af waarom dit niet eerst behandeld wordt in een commissie, bijvoorbeeld in de commissie ruimtelijke ordening, zodat er over doorgepraat kan worden.

 

Schepen Roger Van Aperen legt uit dat er nu een reglement wordt goedgekeurd voor een periode van 4 jaar, aangezien de legislatuur niet langer duurt kan dit reglement ook niet langer doorlopen.  Bij de start van een nieuwe legislatuur zal dit reglement, samen met veel andere heffingsreglementen, herbekeken worden. Het reglement legt inderdaad een jaarlijkse vermeerdering met 1.000 EUR op voor een verwaarloosde woning. Als blijkt dat dit veel speculatie met zich mee brengt dan zal er hierop ingegrepen worden. Er wordt een vrijstelling van 3 jaar toegekend voor mensen die hun pand aan het renoveren zijn. Dat is voor de schepen niet te lang, mensen moeten immers de tijd krijgen om dit te renoveren aangezien sommigen het nog zelf doen. Bovendien is voor schepen Roger Van Aperen een deel van de doelstelling van dit reglement al ingelost als mensen het pand aan het renoveren zijn. Anderzijds kan je dit uiteraard niet tot het einde der tijden blijven rekken. De heffing wordt bepaald op de wooneenheden, dus als er in één gebouw meerdere woningen zijn dan zal de heffing ook met het aantal wooneenheden vermeerderd worden. Het is de bedoeling van dit reglement om de woningen die er slecht bij staan ofwel te laten renoveren ofwel uit het straatbeeld te doen verdwijnen. De schepen legt uit dat mensen hierover worden aangeschreven en dat ze een jaar de tijd krijgen om alles in orde te maken. Er zijn in Hoogstraten 168 dossiers wat betreft leegstand, 80 brieven werden verstuurd aan eigenaars van 51 panden en daaruit volgt dat 46 panden in het register van Hoogstraten werden opgenomen. Pas vanaf midden februari 2021 zal er een heffing worden opgelegd, en dan nog gelden er allerhande vrijstellingen. Voor schepen Roger Van Aperen is dit dus duidelijk geen belastingsheffing, maar wel een manier om te zorgen voor het eigen patrimonium van Hoogstraten en het straatbeeld proper te houden.

 

Gemeenteraadslid Hilde Vermeiren herhaalt de bekommernis dat het reglement onduidelijk is over het aspect voor welke gebouwen het van toepassing is. Geldt dit enkel voor gebouwen met woonfunctie of ook voor ander gebouwen?

 

Raadslid Herman Snoeys verduidelijkt dat de fractie Hoogstraten Leeft inderdaad tegen belastingsverhogingen is. Maar dit is volgens hem een andere ingreep. Immers de eigneaar wordt eerst verwittigd, en pas als die niets doet aan het probleem dan zal er worden ingegrepen.

 

Raadslid Marc Haseldonckx wil graag een concrete case aftoetsen. Stel dat een eigenaar een pand heeft dat zowel verwaarloosd is als leeg staat. Moet deze eigenaar dan twee keer de heffing betalen?

Volgens schepen Roger Van Aperen wordt verwaarlozing als een zwaarder misdrijf beschouwd, dus als er bewezen is dat dit pand verwaarloosd is dan zal de eigenaar daarop een heffing ontvangen. Het is niet de bedoeling om deze reglementen naast elkaar toe te passen en dus de beide te heffen.

Volgens raadslid Marc Haseldonckx is dat op geen enkele manier uit te sluiten uit de reglementen, Hij vindt dit dan ook onduidelijk.

 

Raadslid Maarten Leemans wil nog graag antwoord op zijn vraag of dit heffingsreglement kan worden doorgegeven aan de registratie.

Schepen Roger Van Aperen geeft aan dat hij dit niet weet en zal moeten navragen of dat kan.

 

 

BESLUIT

 

Bij 19 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Katrien Brosens, Faye Van Impe, Jos Martens, Herman Snoeys, Fons Jacobs, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Piet Van Bavel, Maarten Leemans, Pim Van der Linden, Ann Tilburgs, Gert Van den Bogaert en Ans Lochten) en 8 onthoudingen (Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Tinne Rombouts, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Joël Adams en Ilse Verachtert)

Enig artikel:

De gemeenteraad keurt het heffingsreglement voor verwaarlozing van gebouwen met woonfunctie goed.

 

Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2021 en wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 285 t.e.m. 287 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

 

Het heffingsreglement voor verwaarloosde gebouwen met woonfunctie zoals onderstaand beschreven.

 

1. Algemene bepalingen

 

Definities

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

1)      Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a)      een aangetekend schrijven.

b)      een afgifte tegen ontvangstbewijs.

2)      Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitzondering van de bebouwde onroerende goederen die vallen onder de toepassing van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.

3)      Gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen: het register als vermeld in artikel 25 van het heffingsdecreet.

4)      Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande.

5)      Zakelijk gerechtigde: de houder van één van volgende zakelijke rechten:

a)      Volle eigendom.

b)      Recht van opstal of van erfpacht.

c)      Vruchtgebruik.


2. Heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen

 

Belastbare grondslag

§1. Er wordt voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2024 een jaarlijkse gemeentebelasting, zijnde de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen, gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen.

§2. Zolang het verwaarloosde gebouw of de verwaarloosde woning niet uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen is geschrapt, blijft de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen verschuldigd op het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van 12 maanden vanaf de datum van de 1ste verjaardag van de opnamedatum.

§3. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.

 

Belastingplichtige

§1. Belastingplichtig is diegene die op het ogenblik van het verschuldigd worden van de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen zakelijk gerechtigde is van het verwaarloosde gebouw of de verwaarloosde woning.

§2. Zolang het gebouw of de woning niet uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen is geschrapt, is de zakelijk gerechtigde, vermeld in §1, op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt, de belastingplichtige voor de nieuwe belasting.

§3. Zo er meerdere belastingplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde belasting.

§4. In het geval van overdracht van het zakelijk recht moet de overdrager van het zakelijk recht de verkrijger, voorafgaand aan de overdracht, in kennis stellen dat de woning of het gebouw is opgenomen in het leegstandsregister

Tevens moet hij per beveiligde zending een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen 2 maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:

          Naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel.

          Datum van de akte, naam en standplaats van de notaris.

          Nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw.

 

De overdrager van het zakelijk recht kan de instrumenterende ambtenaar vragen om dit in zijn plaats te doen.

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

 

Berekening van de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen

§1. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op:

          1.500,00 euro voor een verwaarloosd gebouw.

          1.500,00 euro voor een verwaarloosde woning.

§2. De belasting wordt vermeerderd met 1.000,00 euro per termijn van twaalf maanden dat het gebouw of de woning zonder onderbreking is opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen.

§4. De belasting wordt ten hoogste vier maal vermeerderd met 1.000,00 euro.

§5. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.

 

Vrijstellingen

§1. Van de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen zijn vrijgesteld:

          De belastingplichtige die maximaal 1 jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning.

§2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:

          Gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd         onteigeningsplan;

          Geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld. 

          Vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 3 jaar volgende op de datum van de vernieling of de beschadiging.

          Gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stabiliteitswerken, renovatiewerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van 3 jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning.

          Gerenoveerd wordt met of zonder stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen:

          Stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen: Blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor stabiliteitswerken, renovatiewerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van 3 jaar volgende op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning of de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.

          Zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen:

          Met dien verstande dat de belastingplichtige zelf een renovatiedossier samenstelt met foto’s, aankoopfacturen en documenten waaruit voldoende blijkt dat het gebouw of de woning in staat van renovatie is. Deze vrijstelling kan maximaal 3 opeenvolgende jaren toegekend worden.

 

Voorafgaand aan de toekenning van deze vrijstelling kan de gemeente een plaatsbezoek uitvoeren. Indien een plaatsbezoek tot vaststelling van de voortgang van de werken wordt geweigerd of indien aan de administratie geen toegang wordt verleend tot het gebouw en/of de woning, dan wordt de toekenning van de vrijstelling automatisch geweigerd.

 

Bovenstaande vrijstellingen voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen kunnen gecombineerd worden, met dien verstande dat deze vrijstellingen, indien gecombineerd, ook maar maximaal 3 opeenvolgende jaren toegekend kunnen worden.

 

Bij overdracht van het zakelijk recht heeft de nieuwe belastingplichtige ook recht op een vrijstelling voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen, met dien verstande dat deze vrijstellingen, indien gecombineerd, ook maar maximaal 3 opeenvolgende jaren toegekend kunnen worden.

 

          Het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 18, §2, van de Vlaamse Wooncode.

          Het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode.

Indien de belastingplichtige de verwaarlozing laat aanhouden omwille van een vreemde oorzaak die de belastingplichtige niet kan worden toegerekend, wordt eveneens een vrijstelling verleend.

 

Inkohiering

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Betaling van de belasting

De belasting moet betaald worden binnen 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Bezwaar tegen de aanslag

§1. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. 

Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de 3de werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt binnen 15 dagen na de indiening ervan een ontvangstmelding afgegeven.

§2. Het bezwaarschrift wordt behandeld in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

3. SLOTBEPALINGEN

 

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6  tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

 

INFOBLOK

 

Antwoorden op de gestelde vragen over het heffingsreglement verwaarlozing door de administratie, deze antwoorden zijn niet op de gemeenteraad ter sprake gekomen:

Vraag: Waarom wordt de belasting ten hoogste viermaal vermeerderd met 1.000 EUR? En wat het jaar nadien? Blijft dat laatste bedrag behouden de jaren nadien?

Dit wordt voor deze legislatuur bekeken, daarna wordt het reglement en heffingsreglement opnieuw beoordeeld en aangepast indien nodig.

Vraag: We lezen dat er een vrijstelling is voor de belastingplichtige die maximum 1 jaar de zakelijk gerechtigde is. Laat dit geen opening naar speculanten?

Deze vrijstelling werd opgenomen vanuit de vraag om (zeker in het begin) billijk te zijn naar de burgers toe. Hierdoor krijgen alle belastingplichtigen die het pand minder dan 1 jaar in eigendom hebben een vrijstelling. Dit bv. om potentiële kopers van een verwaarloosd pand aan te moedigen dit te kopen en hen niet af te schrikken door hen in het 1e jaar al een heffing te laten betalen. Deze vrijstelling geldt sowieso maar voor één jaar.

Vraag: Belastingplichtige: §4 - Overdracht van het zakelijk recht: wordt dit of kan dit worden doorgegeven aan de ‘registratie’ zodat het ook bij notaris bekend is zodat een koper op de hoogte is bij de ondertekening van een akte?

In principe kan iedereen de inventarislijsten verwaarlozing en leegstand opvragen wanneer ze zich bekend maken, dit wordt ook geregistreerd. De notaris of toekomstige koper kan dit dus opvragen.

Vraag: Berekening van de heffing § 1: wat als het gebouw meerdere wooneenheden heeft?

Per wooneenheid

Vraag: Vrijstellingen: renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning: is termijn van 3 jaar vrijstelling niet te lang?

We hebben hier als stad zelf voor gekozen om bijvoorbeeld starters die zelf verbouwen een kans te geven. Ook mensen die financieel minder draagkracht hebben – bijvoorbeeld herstarters -  krijgen zo meer tijd.

Vraag: Stel dat een eigenaar een pand heeft dat zowel verwaarloosd is als leeg staat. Moet deze eigenaar dan twee keer de heffing betalen?

Omdat een leegstaande woning geen verwaarlozing moet zijn, maar een verwaarloosde woning ook geen leegstand is , het kan wel beide zijn.

Daarom wordt beide toegepast indien woning op beide lijsten staan.

Concreet voorbeeld: leegstaande woning betaalt na 2 jaar op de leegstandslijst 2.000 euro – in het 3de jaar wordt deze woning ook verwaarloosd verklaart, in dit geval niet logisch dat ze dan enkel 1.500 euro betalen, deze nieuwe heffing komt erbij.

Publicatiedatum: 04/06/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 27 april 2020.

 

Goedkeuren van het reglement leegstaande gebouwen met woonfunctie.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

Als gevolg van het decreet houdende wijziging van diverse decreten mbt wonen d.d. 14 oktober 2016 werden de meeste bepalingen met betrekking tot leegstand geschrapt uit het decreet grond- en pandenbeleid:

          Het decreet grond- en pandenbeleid bevat zelf nog een beperkt wetgevend kader (o.a. de definitie van leegstaand gebouw en leegstaande woning).

          De nadere materiële en procedurele regels dient de gemeente zelf te voorzien in een reglement (aangezien deze zijn geschrapt uit het decreet grond- en pandenbeleid).

          Decretaal is het niet langer verplicht een leegstandsregister bij te houden – echter binnen het project Kempens Woonbeleid is dit nog wel een verplichting.

          De minimumbedragen voor de leegstandsheffing werden eveneens geschrapt uit het decreet grond- en pandenbeleid

 

Juridische grond

 

          Artikelen 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.

          Decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997 (hierna Vlaamse Wooncode).

          Bestuursdecreet van 19 december 2018.

          Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid (hierna DGPB), inzonderheid de artikels 2.2.6.

          Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (hierna VCRO).

          Besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2018 over het lokaal woonbeleid, inzonderheid artikel 5,7 en 14.

          Decreet van 14 oktober 2016 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen, inzonderheid artikel 46 t.e.m. 49.

          Besluit gemeenteraad reglement leegstand 29/04/2019.

 

Argumentatie

 

Rekening houdend met de besprekingen in het lokaal woonoverleg d.d. 22 maart 2019 en 8 november 2019.

 

De stad wil een overzicht krijgen van de omvang van de problematiek van leegstaande gebouwen en woningen op haar grondgebied.

 

Het bestaande reglement van 2019 dient gewijzigd te worden - inhoudelijk werden twee indicaties aangevuld, met name:

10. Geblindeerde (bv. dichtgeplakt, dicht geschilderd), dichtgemaakte (bv. dichtgetimmerd, gemetseld) of gesupprimeerde raamopeningen en/of deuropeningen.

 

24. Het ontbreken van een actief vestigings- /ondernemingsnummer in de Kruispuntbank voor ondernemingen op het adres van het gebouw

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

De financieel directeur heeft op 10/04/2020 visum verleend.

 

BESPREKING

 

Gemeenteraadslid Maarten Leemans leest in het reglement:

- Wanneer een gebouw vernield of beschadigd is ten gevolge van een plotse ramp: is een termijn van 3 jaar niet ruim lang?

- Indien de belastingplichtige de leegstand laat aanhouden omwille van een vreemde oorzaak die de belastingplichtige niet kan worden toegerekend: wat verstaat men hieronder?

Voor raadslid Hilde Vermeiren geldt ook in dit reglement de onduidelijkheid over de terminologie, gaat het hier nu over alle gebouwen of enkel over gebouwen met woonfunctie. Daarnaast wordt er in artikel 7 naar een verkeerde gemeenteraad verwezen, namelijk die van 2014 en niet die van 2019.

 

Schepen Roger Van Aperen legt uit dat leegstand omwille van een vreemde toestand betekent dat de panden betrokken zijn in een gerechtelijk verhaal waar de eigenaars zelf geen hand in hebben. Ook in functie van een ramp wil men genoeg tijd geven aan eigenaars om de panden te herstellen. De schepen geeft aan dat het artikel met de verwijzing naar de gemeenteraad zal aangepast worden.

 

De fractie CD&V onthoudt zich omdat het niet duidelijk is op welke gebouwen dit reglement van toepassing is.

 

 

BESLUIT

 

Bij 19 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Katrien Brosens, Faye Van Impe, Jos Martens, Herman Snoeys, Fons Jacobs, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Piet Van Bavel, Maarten Leemans, Pim Van der Linden, Ann Tilburgs, Gert Van den Bogaert en Ans Lochten) en 8 onthoudingen (Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Tinne Rombouts, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Joël Adams en Ilse Verachtert)

Enig artikel:

De gemeenteraad keurt het reglement leegstaande gebouwen met woonfunctie goed.

De gemeenteraadsbeslissing van 29/04/2019 houdende goedkeuring van het gemeentereglement inzake leegstaande gebouwen en woningen wordt met ingang van 1 mei 2020 opgeheven en vervangen door onderhavig reglement.

 

Onderhavig reglement treedt in voege op 1 mei 2020 en loopt tot en met 31 december 2025.

Het wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 286 en 287 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

 

 

INFOBLOK

 

Antwoorden op de gestelde vragen betreffende reglement leegstand vanuit de administratie, dit is dus niet ter sprake gekomen op de gemeenteraad:

Vraag: Wanneer een gebouw vernield of beschadigd is ten gevolge een plotse ramp: is een termijn van 3 jaar niet ruim lang?

We willen mensen de kans geven zowel financieel als qua tijd / plannen met de woning (afhankelijk van schade) aan de woning te werken.

Vraag: Indien de belastingplichtige de leegstand laat aanhouden omwille van een vreemde oorzaak die de belastingplichtige niet kan worden toegerekend: wat verstaat men hieronder?

Dit is een vrijstelling die steeds kan worden ingeroepen bij een bezwaar tegen een heffing. Een voorbeeld kan hier zijn dat er bij een erfenis een verdeling dient te gebeuren en dat deze blijft aanslepen. Via overleg komen er na jaren ook geen oplossingen uit de bus. Indien één van de eigenaars op een gegeven moment (eenzijdig) de procedure om uit onverdeeldheid te treden opstart bij de rechtbank, zou je kunnen stellen dat deze eigenaar alles in zijn machte heeft gedaan om de leegstand op te lossen, maar nu niets meer kan doen (aangezien de procedure voor de rechtbank eerst moet afgewacht worden).

Vraag: Voor raadslid Hilde Vermeiren geldt ook in dit reglement de onduidelijkheid over de terminologie, gaat het hier nu over alle gebouwen of enkel over gebouwen met woonfunctie.

Hieromtrent kan gesteld worden dat de term 'gebouw met woonfunctie' eigenlijk niet bestaat. De juiste terminologie is 'gebouwen en woningen', waarbij gebouwen alle panden betreffen die niet onder een woning vallen. Gebouwen (winkels) worden echter standaard opgenomen in elk reglement (ook al worden deze niet geïnventariseerd). Dit om in de toekomst de mogelijkheid open te laten om deze wel te inventariseren (bv. voor Vrijheid te Hoogstraten).

Wat betreft het verschil tussen de bedrijfsruimten en gebouwen:

Vlaanderen inventariseert inderdaad gebouwen op een opp. groter dan 5 aren aan (= bedrijfsruimten) - de gemeente kan echter wel gebouwen op een opp. kleiner dan 5 aren aanpakken (bv. krantenwinkel, café, kruidenierswinkel...). Dit laatste zijn de gebouwen waarvan sprake, zoals ook gedefinieerd in het reglement leegstand.

Vraag: Daarnaast wordt er in artikel 7 naar een verkeerde gemeenteraad verwezen, namelijk die van 2014 en niet die van 2019.

Het is de gemeenteraad van 29 april 2019 – zie bijlage reglement leegstand 2020 aangepast.

Publicatiedatum: 04/06/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 27 april 2020.

 

Goedkeuren van het heffingsreglement op leegstand.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

Stadsbestuur Hoogstraten geeft aan dat het wenselijk is om de beschikbare woningen optimaal te benutten. Hoogstraten wil langdurige leegstand van woningen en gebouwen voorkomen en bestrijden en daarom het heffingsreglement doorvoeren.
 

Juridische grond

 

          Artikelen 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          De grondwet, zoals gewijzigd, inzonderheid artikel 170, §4.

          Decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, zoals gewijzigd, (hierna Vlaamse Wooncode).

          Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd.

          decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, zoals gewijzigd, (hierna DGPB).

          Decreet van 14 oktober 2016 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen, inzonderheid artikel 52.

          Overwegende dat dit laatste decreet de decretale bepalingen i.v.m. de gemeentelijke leegstandsheffing in het DGPB opheft; Dat de gemeente nog steeds een leegstandsheffing kan innen op grond van de gemeentelijke fiscale autonomie; Dat het o.a. naar aanleiding van voormeld wijzigingsdecreet wel gepast voorkomt een belastingreglement in te stellen.

          Gelet op het door de Gemeenteraad van 23 maart 2020 vastgesteld reglement inzake het leegstandsregister van gebouwen en woningen.

          Gelet op de financiële toestand van de gemeente.

 

Argumentatie

 

Stadsbestuur Hoogstraten geeft aan dat het wenselijk is om de beschikbare woningen optimaal te benutten. Hoogstraten wil langdurige leegstand van woningen en gebouwen voorkomen en bestrijden en daarom het heffingsreglement doorvoeren. Rekening houdend met de vrijstellingen die aansluiten bij de noden en het beleid van de stad.

 

De berekening werd opgemaakt op basis van vergelijking van andere steden en gemeenten binnen het werkingsgebied. We hebben hier eerder gekozen voor een bedrag net onder het gemiddelde. Zie bijlage "leegstand-verwaarlozing_bedragen regio kwp.pfd.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Budget zal opgenomen worden in de budgetopmaak van 2021.

De financieel directeur heeft op 10/04/2020 visum verleend.

 

BESPREKING

 

 

Raadslid Maarten Leemans wil bij dit reglement een aantal opmerkingen herhalen. We lezen “de datum van overdracht wordt als aanvangspunt gebruikt”. Als vastgoed dus binnen de 12 maanden van zakelijk gerechtigde verandert, is er pas na 12 maanden een belasting verschuldigd, tenzij dit weer binnen 12 maanden van zakelijk gerechtigde verandert. Het lijkt ons dat een speculant de kost van een notariële akte wel wil betalen en een constructie kan opzetten om deze belasting te omzeilen. Raadslid Maarten Leemans gaat er vanuit dat leegstaande schuren en stallen, niet verbonden met een woonruimte, in het kader van dit heffingsreglement ook worden aanzien als ‘leegstaande gebouwen’. Er zijn er zo nogal wat in onze gemeente. En wat hier de zaak nog meer bezwaard: vele hebben een dak van asbesthoudende platen. Het raadslid roept het bestuur op om hiervan een aparte inventaris bij te houden met het oog op sanering en verwijdering. Algemeen genomen zijn volgens fractie Anders de bedragen van de belasting te laag om in een aantal gevallen snel een verbeterend effect op te leveren, zoals bij gebouwen die verworven zijn in het kader van een project dat in een verdere toekomst gepland is (speculatie/projectontwikkeling).

 

Schepen Roger Van Aperen herhaalt dat de focus in eerste instantie zal liggen op leegstaande woningen, eventueel kan er in tweede instantie ook ingezet worden op andere leegstaande gebouwen. En dan kan er inderdaad een dergelijke inventaris opgemaakt worden.

 

 

Op vraag van raadslid Hilde Vermeiren worden de opmerkingen die ze bij haar tussenkomst bij het agendapunt 13 heeft aangehaald ook hier herhaald, evenals het antwoord van schepen Roger Van Aperen. De bespreking ervan vond plaats bij de behandeling van agendapunt 13.

 

Raadslid Hilde Vermeiren percipieert het heffingsreglement dat voorligt als een bijkomende belasting, enerzijds op verwaarlozing en anderzijds op leegstand. In april 2019 is dit een eerste keer besproken in de gemeenteraad, toen werd er aangegeven dat er eerst zou bekeken worden wat de status is in Hoogstraten en dat er gesensibiliseerd zou worden vooraleer we heffingen zouden opleggen. Volgens het raadslid kan er ook een cumulatie van de heffingen zijn op leegstand én verwaarlozing, waardoor het bedrag aardig zou kunnen oplopen. Raadslid Hilde Vermeiren vraagt zich af waarom dit niet eerst behandeld wordt in een commissie, bijvoorbeeld in de commissie ruimtelijke ordening, zodat er over doorgepraat kan worden.

 

Schepen Roger Van Aperen legt uit dat het de bedoeling is van dit reglement om de woningen die er slecht bij staan ofwel te laten renoveren ofwel uit het straatbeeld te doen verdwijnen. De schepen legt uit dat mensen hierover worden aangeschreven en dat ze een jaar de tijd krijgen om alles in orde te maken. Er zijn in Hoogstraten 168 dossiers wat betreft leegstand, 80 brieven werden verstuurd aan eigenaars van 51 panden en daaruit volgt dat 46 panden in het register van Hoogstraten werden opgenomen. Pas vanaf midden februari 2021 zal er een heffing worden opgelegd, en dan nog gelden er allerhande vrijstellingen. Voor schepen Roger Van Aperen is dit dus duidelijk geen belastingsheffing, maar wel een manier om te zorgen voor het eigen patrimonium van Hoogstraten en het straatbeeld proper te houden.

 

 

Raadslid Hilde Vermeiren wil weten of er op de lijst van leegstand wel panden zijn opgenomen.

Schepen Roger Van Aperen bevestigt dit en maakt ook duidelijk dat de eigenaars een brief hebben gekregen met een aankondiging van de maatregelen. De schepen vult aan met de vermelding dat we als gemeente helemaal niet alleen zijn in dit verhaal, zo goed als alle gemeenten binnen het werkingsgebied van IOK passen dit ook toe. Hoogstraten bleef als een van de weinig gemeenten nog achter.

 

Gemeenteraadslid Hilde Vermeiren herhaalt de bekommernis dat het reglement onduidelijk is over het aspect voor welke gebouwen het van toepassing is. Geldt dit enkel voor gebouwen met woonfunctie of ook voor ander gebouwen?

 

 

BESLUIT

 

Bij 19 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Katrien Brosens, Faye Van Impe, Jos Martens, Herman Snoeys, Fons Jacobs, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Piet Van Bavel, Maarten Leemans, Pim Van der Linden, Ann Tilburgs, Gert Van den Bogaert en Ans Lochten) en 8 onthoudingen (Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Tinne Rombouts, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Joël Adams en Ilse Verachtert)

Enig Artikel:

De gemeenteraad keurt het heffingsreglement voor leegstand van gebouwen met woonfunctie goed.

Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2021 en wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 285 t.e.m. 287 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

De heffingen worden doorgevoerd vanaf januari 2021 tot en met december 2024.

 

Heffingsreglement zoals onderstaand bepaald.

 

1. ALGEMENE BEPALINGEN

Definities

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

1)      Eengezinswoning: elk bebouwd onroerend goed dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van één gezin of één alleenstaande, waarin zich geen andere woningen bevinden.

2)      Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a)      een aangetekend schrijven

b)      een afgifte tegen ontvangstbewijs;

3)      Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.

4)      Kamer:  een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt.

5)      Leegstaand gebouw: een gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning of -melding, milieuvergunning of -melding , of uitgereikte omgevingsvergunning of meldingsakte als vermeld in artikel 6 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.
Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is.  Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
In afwijking hiervan wordt een nieuw gebouw als leegstaand beschouwd indien dat gebouw binnen 7 jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig het 1ste lid.

6)      Leegstaande woning: een woning die gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie. In afwijking hiervan wordt een nieuwe woning als leegstaand beschouwd indien de woning binnen 7 jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig het 1ste lid.

7)      Leegstandsregister: het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen en woningen, vermeld in art 2.2.6 DGPB;

8)      Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande.

9)      Zakelijk gerechtigde: de houder van één van volgende zakelijke rechten:

a)      de volle eigendom;

b)      het recht van opstal of van erfpacht;

c)      het vruchtgebruik.

 

2. LEEGSTANDSHEFFING

Belastbare grondslag

1)      Er wordt voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2024 een jaarlijkse gemeentebelasting, zijnde de leegstandsheffing, gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

2)      Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de leegstandsheffing verschuldigd op het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van 12 maanden vanaf de datum van de 1ste verjaardag van de opnamedatum.

3)      Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.

Belastingsplichtige

1)      Belastingplichtig is diegene die op het ogenblik van het verschuldigd worden van de leegstandsheffing zakelijk gerechtigde is van het leegstaande gebouw of de leegstaande woning.

2)      Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de zakelijk gerechtigde, vermeld in §1, op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt, de belastingplichtige voor de nieuwe belasting.

3)      Zo er meerdere belastingplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde belasting.

4)      In het geval van overdracht van het zakelijk recht moet de overdrager van het zakelijk recht de verkrijger, voorafgaand aan de overdracht, in kennis stellen dat de woning of het gebouw is opgenomen in het leegstandsregister.


Tevens moet hij per beveiligde zending een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen 2 maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:

          Naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel.

          Datum van de akte, naam en standplaats van de notaris.

          Nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw.

De overdrager van het zakelijk recht kan de instrumenterende ambtenaar vragen om dit in zijn plaats te doen.

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

 

Berekening van de leegstandsheffing

Het bedrag van de belasting wordt forfaitair vastgesteld op:

          1.250,00 euro voor een leegstaand gebouw;

          Voor een leegstaande woning:

          1.250,00 euro voor een eengezinswoning;

          250,00  euro voor een kamer ;

          1.250,00 euro voor elke andere woning dan deze vermeld onder a) en b).


Voor elke bijkomende nieuwe termijn van 12 maanden dat het gebouw of de woning in het leegstandsregister staat, wordt de belasting vermeerderd met:

          750,00 euro voor een leegstaand gebouw;

          Voor een leegstaande woning:

          750,00 euro voor een eengezinswoning;

          150,00 euro voor een kamer ;

          750,00 euro voor elke andere woning dan deze vermeld onder a) en b).

 

De belasting, zoals vastgesteld, kan maximaal 4 maal vermeerderd worden met bovenvermeld bedrag.

Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.

 

Vrijstellingen

Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld:

          De belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling; Deze vrijstelling dient jaarlijks opnieuw aangevraagd te worden en kan voor maximaal 2 opeenvolgende jaren toegekend worden.

          De belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing; Deze vrijstelling dient jaarlijks opnieuw aangevraagd te worden en kan voor maximaal 2 opeenvolgende jaren na het opheffen van de gerechtelijke beslissing tot beperking van de handelsbekwaamheid toegekend worden.

          De belastingplichtige die maximaal 1 jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning

Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:

          Gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd         onteigeningsplan.

          Geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld.

          Vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 3 jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging.

          Onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 2 jaar volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik.

          Gerenoveerd wordt met of zonder stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen:

          Met stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen:
Blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor stabiliteitswerken, renovatiewerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van 3 jaar volgende op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning of de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.

Zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen:
Met dien verstande dat de belastingplichtige zelf een renovatiedossier samenstelt met foto’s, aankoopfacturen en documenten waaruit voldoende blijkt dat het gebouw of de woning in staat van renovatie is. Deze vrijstelling kan maximaal 3 opeenvolgende jaren toegekend worden.
Voorafgaand aan de toekenning van deze vrijstelling kan de gemeente een plaatsbezoek uitvoeren. Indien een plaatbezoek tot vaststelling van de voortgang van de werken wordt geweigerd of indien aan de administratie geen toegang wordt verleend tot het gebouw en/of de woning, dan wordt de toekenning van de vrijstelling automatisch geweigerd.
Bovenstaande vrijstellingen voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen kunnen gecombineerd worden, met dien verstande dat deze vrijstellingen, indien gecombineerd, ook maar maximaal 3 opeenvolgende jaren toegekend kunnen worden.
Bij overdracht van het zakelijk recht heeft de nieuwe belastingplichtige ook recht op een vrijstelling voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen, met dien verstande dat deze vrijstellingen, indien gecombineerd, ook maar maximaal 3 opeenvolgende jaren toegekend kunnen worden.

          Het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 18, §2, van de Vlaamse Wooncode.

          Het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode;

          Indien de belastingplichtige de leegstand laat aanhouden omwille van een vreemde oorzaak die de belastingplichtige niet kan worden toegerekend, wordt eveneens een vrijstelling verleend.

 

Inkohiering

 

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Betaling van de belasting

De belasting moet betaald worden binnen 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Bezwaar tegen de aanslag

          De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. 
Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de 3de werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt binnen 15 dagen na de indiening ervan een ontvangstmelding afgegeven.

          Het bezwaarschrift wordt behandeld in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Publicatiedatum: 04/06/2020
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Openbare zitting van GR van maandag 27 april 2020.

 

Gemeentelijke aanvullende reglementen op het wegverkeer – goedkeuring delegatie van de vaststellingsbevoegdheid.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

De gemeenteraad heeft het dossier op 26 augustus 2019 uitgesteld.

 

Het is wenselijk dat nieuwe aanvullende reglementen of wijzigingen van bestaande aanvullende reglementen snel kunnen uitgevoerd worden, teneinde ze in overeenstemming te brengen met de werkelijkheid.

 

Omzendbrief MOB/2009/1 vermeldt dat de gemeenteraad de bevoegdheid kan delegeren aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Dit besluit heeft de intentie om kleinere zaken, waar er geen speciale wijziging of noemenswaardige impact op de gebruikers is, sneller te kunnen uitvoeren bv.:

* borden die niet correct zijn, vervangen,

* borden weghalen, toevoegen,

* zebrapad leggen,

* parking voor mensen met een beperking aanleggen,

* .....(= geen definitief voltooide lijst).

 

Na contact met het departement mobiliteit en openbare werken werd duidelijk dat er best in het besluit van de gemeenteraad een lijst wordt opgenomen voor welke reglementen delegatie aan het schepencollege wordt gegeven.  Op die manier kan er tegemoet worden gekomen aan de vraag op de gemeenteraad om deze delegatie enkel te gebruiken in de kleinere dossiers zonder noemenswaardige impact.

 

In overleg met de mobiliteitsambtenaar wordt onderstaand lijstje voorgesteld:

 

-aanvullende reglementen betreffende het stilstaan en parkeren (E1 tot en met E11)

-aanvullende reglementen betreffende parkeerplaatsen voor personen met een beperking

-aanvullende reglementen betreffende wegmarkeringen die een parkeerverbod inhouden aangeduid met gele onderbroken strepen

-aanvullende reglementen betreffende wegmarkeringen die parkeervakken en stroken aanduiden

-aanvullende reglementen betreffende het plaatsen van gebodsborden D1 tot en met D13

-aanvullende reglementen betreffende wegmarkeringen die oversteekplaatsen aanduiden

-aanvullende reglementen voor situaties waar de borden niet correct zijn, maar waar niets verandert aan de verkeerssituatie van de gebruikers

-aanvullende reglementen voor het toevoegen of wijzigen van onderborden M

 

Alle andere aanvullende reglementen blijven de bevoegdheid van de gemeenteraad.

 

Delegatiebesluiten dienen overgemaakt te worden aan het Vlaams Huis voor Verkeersveiligheid.  Daarnaast moeten ze - net als elk ander gemeenteraadsbesluit - geregistreerd worden in het loket voor lokale besluiten.

 

Het college van burgemeester en schepenen besliste op 9 april 2020 om het dossier voor goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.

 

Juridische grond

 

          Artikel 40, 41 en 56 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968.

          Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.

          Artikelnummers 4 en 5 van het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing van verkeerstekens dat stelt dat de gemeente de aanvullende reglementen vaststelt op de gewest-provincie- en gemeentewegen die zich op haar grondgebied bevinden.

          Besluit van 23 januari 2009 van de Vlaamse regering betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens.

          Omzendbrief MOB/2009/1 van 3 april 2009 van de Vlaamse minister van mobiliteit betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer.

          De nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988.

          Artikel 5 van het voormeld decreet van 16 mei 2008 bepaalt dat de gemeenteraad de bevoegdheid tot het vaststellen van aanvullende reglementen op de wegen die zich op haar grondgebied bevinden, kan toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Argumentatie

 

Het is wenselijk dat nieuwe aanvullende reglementen of wijzigingen van bestaande aanvullende reglementen snel kunnen uitgevoerd worden, teneinde ze in overeenstemming te brengen met de werkelijkheid.

 

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd het dossier goed te keuren.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt niet onder een actie van het meerjarenplan en heeft geen financiële impact.

 

BESPREKING

 

Raadslid Fons Jacobs gaat zeker niet akkoord met dit voorstel. De fractie Anders wenst de bevoegdheden van de gemeenteraad niet verder uit te hollen. We begrijpen zeker wel dat her en der het gemakkelijker of sneller zou gaan als het college alles kan beslissen, maar de fractie Anders  wenst deze bevoegdheid toch verder voor te behouden voor de gemeenteraad.

 

De fractie CD&V gaat akkoord met deze aanpassingen, het voorstel dat hier voorligt geeft een heel ander beeld in vergelijking met het vorige dossier dat aan de gemeenteraad werd voorgelegd.

 

 

BESLUIT

 

Bij 24 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Katrien Brosens, Faye Van Impe, Jos Martens, Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Jef Vissers, Joël Adams, Piet Van Bavel, Pim Van der Linden, Ann Tilburgs, Gert Van den Bogaert, Ans Lochten en Ilse Verachtert) en 3 neen stemmen (Fons Jacobs, Dimitri Van Pelt en Maarten Leemans)

Artikel 1:

De gemeenteraad delegeert de bevoegdheid tot het vaststellen van gemeentelijke aanvullende politiereglementen over het wegverkeer op het grondgebied van de stad Hoogstraten aan het college van burgemeester en schepenen voor zaken waar er geen speciale wijziging of noemenswaardige impact op de gebruikers is.

 

Concreet geldt dit voor onderstaande reglementen:

-aanvullende reglementen betreffende het stilstaan en parkeren (E1 tot en met E11)

-aanvullende reglementen betreffende parkeerplaatsen voor personen met een beperking

-aanvullende reglementen betreffende wegmarkeringen die een parkeerverbod inhouden aangeduid met gele onderbroken strepen

-aanvullende reglementen betreffende wegmarkeringen die parkeervakken en stroken aanduiden

-aanvullende reglementen betreffende het plaatsen van gebodsborden D1 tot en met D13

-aanvullende reglementen betreffende wegmarkeringen die oversteekplaatsen aanduiden

-aanvullende reglementen voor situaties waar de borden niet correct zijn, maar waar niets verandert aan de verkeerssituatie van de gebruikers

-aanvullende reglementen voor het toevoegen of wijzigen van onderborden M

 

Artikel 2:

Alle andere aanvullende reglementen blijven de bevoegdheid van de gemeenteraad.

 

Artikel 3:

Dit delegatiebesluit wordt ter kennisgeving overgemaakt aan het Vlaams Huis voor de Verkeersveiligheid en geregistreerd in het loket voor lokale besturen.

 

Publicatiedatum: 04/06/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 27 april 2020.

 

Oprichting gemeentelijke landbouw- en tuinbouwadviesraad en goedkeuring van de statuten.

 

MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

Op 6 februari 2020 nam het schepencollege het besluit tot oprichting van de gemeentelijke landbouw- en tuinbouwadviesraad.

 

De bestaande landbouwadviesraad wordt als opgeheven beschouwd. De raad is sinds januari 2017 niet meer samengekomen en kan dus niet langer als een actieve adviesraad beschouwd worden.

Daarnaast wordt de werking en de samenstelling van de adviesraad verbreed.

 

Op 9 april 2020 werden de bijhorende statuten goedgekeurd.

 

Juridische grond

 

          Artikel 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Argumentatie

 

Om de gemeentelijke landbouw- en tuinbouwadviesraad van start te laten gaan moet de oprichting ervan goedgekeurd worden door de gemeenteraad, alsook de statuten die de doelstellingen en werkwijze van deze adviesraad beschrijven.

 

BESPREKING

 

Raadslid Dimitri Van Pelt vraagt zich af hoe men gekomen is tot de in art. 3 “samenstelling” met deze verschillende verenigingen. Waarom  wordt er gekozen voor KVLV en Landelijke Gilde (2 socio-culturele verenigingen) en Groene kring (allen nauw verbonden met de Boerenbond) en daar tegenover maar 1 persoon van ABS? Waarom wordt er geen vertegenwoordiger betrokken van VELT of Wervel? Hoe wordt die loonwerker of bio-boer verkozen? Zijn die georganiseerd op één of andere manier? Wie duidt de uiteindelijke afgevaardigde aan als er verschillende kandidaten zijn? Daarnaast wil het raadslid ook weten hoe de twee deskundigen worden aangeduid? Zouden die uit 1 van de voornoemde organisaties kunnen komen? Bovendien zien we geen afvaardiging van de politieke fracties in de samenstelling van deze raad. De fractie Anders meent dat ook de gemeenteraadsleden, zij het als waarnemend, niet-stemgerechtigd lid, aanwezig moeten kunnen zijn.

 

Ook raadslid Jos Matthé wil weten waarom er geen afvaardiging van de politieke fracties betrokken is in deze raad, er moet toch betrokkenheid vanuit de gemeenteraad kunnen gegarandeerd worden. Daarnaast stelt het raadslid vast dat ook AGRA, de gilde voor de vrouwen van land- en tuinbouw, en de bedrijfsgilde niet betrokken zijn. Nochtans is het gros van de Hoogstraatse land- en tuinbouwers lid van deze bedrijfsgilde en vertegenwoordigen zij het beste de bedrijfstak van de land- en tuinbouwers. Nu is enkel een bioboer opgenomen als land- en tuinbouwer. 

 

Schepen Katrien Brosens verklaart dat de statuten van de vroegere landbouwraad nogal uitgebreid waren maar dat die in de realiteit niet gevolgd werden en dus in de feiten veel beperkter werden toegepast. De schepen geeft aan dat ze een veel bredere kijk als vroeger wil hanteren op deze adviesraad en met deze samenstelling wil ze niet alleen een nieuwe schwung maar ook een efficiënte werkgroep in het leven roepen. Deze adviesraad richt zich tot een bepaalde doelgroep zoals de cultuur- en jeugdraad, ook daar is geen politieke afvaardiging in de adviesraad opgenomen. Daarvoor dienen volgens de schepen de commissies.  Uiteraard kunnen gemeenteraadsleden wel op de hoogte blijven door bijvoorbeeld op een commissie te rapporteren over deze adviesraad. De deskundigen zijn wel degelijk bedoeld om genoeg expertise in de landbouw- en tuinbouwadviesraad te halen. Eventueel kunnen deze plaatsen door AGRA en de bedrijfsgilde worden ingenomen, al geeft de schepen aan dat deze twee ook in de vorige samenstelling niet vertegenwoordigd waren.

 

Volgens burgemeester Marc Van Aperen is de doelgroep van de land- en tuinbouwers toch ook vertegenwoordigd in andere verenigingen. Het gaat in feiten toch over dezelfde groep van mensen. Hij vindt het belangrijk om de samenstelling zo evenwichtig mogelijk te houden.

 

Raadslid Jos Matthé antwoordt dat dat mogelijk wel zo is, maar dan moeten die verenigingen ook nog te overtuigen zijn om een land- of tuinbouwer af te vaardigen en dat is volgens het raadslid niet zo vanzelfsprekend.

Raadslid Dimitri Van Pelt herhaalt dat voor hem de politieke fracties moet kunnen deelnemen aan deze adviesraad. Hen weren zou slechts per uitzondering moeten worden toegepast. Daarnaast stelt hij voor om de twee socio-culturele verenigingen in de samenstelling te vervangen door de vakorganisaties uit de tuinbouw.

 

Het voorstel wordt ter stemming voorgelegd door de voorzitter.

De fracties CD&V en Anders kunnen niet akkoord gaan met deze samenstelling.

 

Schepen Katrien Brosens sluit af met een oproep naar KVLV om bij voorkeur een land- of tuinbouwer af te vaardigen naar deze adviesraad.

 

 

BESLUIT

 

Bij 16 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Katrien Brosens, Faye Van Impe, Jos Martens, Herman Snoeys, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Jef Vissers, Piet Van Bavel, Pim Van der Linden, Ann Tilburgs, Gert Van den Bogaert en Ans Lochten) en 11 neen stemmen (Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Dimitri Van Pelt, Joël Adams, Maarten Leemans en Ilse Verachtert)

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de oprichting goed van de gemeentelijke landbouw- en tuinbouwadviesraad.

Artikel 2:

De statuten van de gemeentelijke landbouw- en tuinbouwadviesraad worden als volgt goedgekeurd:

 

STATUTEN VAN DE GEMEENTELIJKE LANDBOUW- EN TUINBOUWADVIESRAAD

 

Art. 1 Oprichting en zetel

De gemeentelijke landbouw- en tuinbouwadviesraad wordt opgericht op 27 april 2020.

De gemeentelijke landbouw- en tuinbouwadviesraad heeft zijn zetel en secretariaat in het administratief centrum (Vrijheid 149 – 2320 Hoogstraten).

 

Art. 2 Doelstelling

De gemeentelijke landbouw- en tuinbouwadviesraad heeft een drieledige doelstelling gericht op het behoud van het landelijke karakter van Hoogstraten:

Adviseren:

- De gemeentelijke landbouw- en tuinbouwadviesraad is een belangrijk adviesorgaan bij het uitstippelen van het land- en tuinbouwbeleid door het stadsbestuur. De gemeentelijke landbouw- en tuinbouwadviesraad adviseert op vraag van het stadsbestuur.

- De gemeentelijke landbouw- en tuinbouwadviesraad kan ook initiatieven voorstellen die de land- en tuinbouw in Hoogstraten bevorderen.

Stimuleren:

- De gemeentelijke landbouw- en tuinbouwadviesraad ondersteunt, bevordert en organiseert initiatieven en projecten met betrekking tot land- en tuinbouw en het platteland.

- De gemeentelijke landbouw- en tuinbouwadviesraad werkt mee aan initiatieven die een positieve beeldvorming van land- en tuinbouw in al zijn facetten beogen.

Netwerken:

- De gemeentelijke landbouw- en tuinbouwadviesraad bevordert het overleg en de samenwerking op alle niveaus. Dit zowel tussen de land- en tuinbouworganisaties, als met andere actoren actief op het platteland.

 

Art. 3 Samenstelling

De gemeentelijke landbouw- en tuinbouwadviesraad is samengesteld uit stemgerechtigde leden, niet-stemgerechtigde leden en waarnemers.

Stemgerechtigde leden

Stemgerechtigde leden worden aangeduid door de belangengroeperingen en als volgt verdeeld:

Land- en tuinbouwsector:

oABS (1 persoon)

oLandelijke Gilde (1 persoon)

oKVLV (1 persoon)

oGroene Kring (1 persoon)

oCoöperatie Hoogstraten (1 persoon)

oProefcentrum (1 persoon)

oOnderwijsopleiding VITO (1 persoon)

oBio-boer (1 persoon)

Andere organisaties of sectoren:

oImker (1 persoon)

oNatuurpunt (1 persoon)

oWatering (1 persoon)

oWBE's (1 persoon)

oLoonwerkers (1 persoon)

Deskundigen (2 personen)

 

De stemgerechtigde leden mogen het mandaat van gemeenteraadslid niet uitoefenen.

 

Niet-stemgerechtigde leden

oSchepen van landbouw

oGemeentelijke ambtenaar belast met het secretariaat

.

Waarnemers

De gemeentelijke landbouw- en tuinbouwadviesraad kan beslissen om, in functie van het te behandelen onderwerp, een beroep te doen op deskundigen. Deze deskundigen komen specifieke onderwerpen toelichten, zodat de gemeentelijke landbouw- en tuinbouwadviesraad beter kan oordelen over de materie en een gemotiveerd advies of oordeel kan formuleren. Deze deskundigen zetelen als waarnemers en nemen derhalve deel aan de discussies, maar zij hebben geen stemrecht.

De leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen als waarnemers aanwezig zijn.

 

Stemgerechtigde en niet-stemgerechtigde leden kunnen een vervanger aanduiden.

 

Ten hoogste twee derde van de leden is van hetzelfde geslacht. Indien na een eerste oproep het quotum niet gehaald wordt, zal er een tweede oproep gebeuren. Indien het quotum ook na een tweede oproep niet wordt gehaald, wordt de gemeentelijke landbouw- en tuinbouwadviesraad samengesteld ongeacht het quotum.

 

Art. 4 Toetreding

De gemeentelijke landbouw- en tuinbouwadviesraad kan door elke legislatuur opnieuw geïnstalleerd worden. De verschillende groeperingen die in aanmerking komen voor lidmaatschap worden aangeschreven met de vraag om hun lidmaatschap aan te vragen en/of afvaardiging aan te duiden.

Deze aanvraag tot toetreding wordt gericht aan het college van burgemeester en schepenen welke de toetreding zal goedkeuren.

 

Na de installatie van de gemeentelijke landbouw- en tuinbouwadviesraad worden de aanvragen gericht aan de voorzit(s)ter van de raad. De aanvragen worden door de raad onderzocht en na stemming - bij gewone meerderheid - aanvaard of geweigerd. Vervolgens wordt de nieuwe samenstelling ter goedkeuring voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 5 Werking

Dagelijks bestuur

Er wordt een dagelijks bestuur samengesteld dat tenminste bestaat uit de voorzit(s)ter, de ondervoorzit(s)ter, de woordvoerders van de werkgroepen, de gemeentelijk ambtenaar belast met het secretariaat en de schepen van landbouw.

 

De stemgerechtigde leden van de Algemene Vergadering kiezen het Dagelijks Bestuur van de gemeentelijke landbouw- en tuinbouwadviesraad . Alle functies die zijn voorzien in het Dagelijks Bestuur worden individueel verkozen door, maar niet noodzakelijk uit, de stemgerechtigde leden. De stemming hieromtrent is geheim.

 

Per te begeven functie worden de kandidaturen geuit tijdens de Algemene Vergadering. Er wordt onmiddellijk overgegaan tot de stemming. Degene die het meeste aantal stemmen behaalt is verkozen. Bij gelijk aantal stemmen wordt de stemming overgedaan tussen de kandidaten met het meeste aantal stemmen. Indien via de stemprocedure niet uitgemaakt kan worden wie uiteindelijk verkozen is, is de oudste kandidaat van ambtswege verkozen.

 

Het Dagelijks Bestuur bereidt de samenkomst van de Algemene Vergadering voor.

Het Bestuur stelt de agenda op en houdt hierbij rekening met agendapunten aangebracht door de Algemene Vergadering.

Het Bestuur legt de datum van de samenkomst vast.

Het Bestuur nodigt in functie van de te behandelen agendapunten deskundigen (waarnemers) uit.

 

 

Interne werkgroepen

Er kunnen binnen en door de gemeentelijke landbouw- en tuinbouwadviesraad werkgroepen opgericht worden. Werkgroepen hebben een tijdelijke opdracht met als doel bepaalde onderwerpen voor te bereiden ter bespreking, ter uitvoering of ter goedkeuring. De werkgroepen moeten minimaal voor 50% bestaan uit leden van de gemeentelijke landbouw- en tuinbouwadviesraad .

 

In elke werkgroep wordt een woordvoerder aangeduid die de vergaderingen voorzit. De woordvoerder is lid van het Dagelijks Bestuur van de gemeentelijke landbouw- en tuinbouwadviesraad. De voorzit(s)ter en het secretariaat van de gemeentelijke landbouw- en tuinbouwadviesraad worden op de hoogte gebracht van de data en de agenda van de vergaderingen van de werkgroepen.

 

Alle voorstellen en ontworpen adviezen van een werkgroep worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Algemene Vergadering. Voor dringende aangelegenheden worden zij aan het Dagelijks Bestuur ter goedkeuring voorgelegd mits melding en/of bekrachtiging op de samenkomst van de eerstvolgende Algemene Vergadering.

 

 

Bijeenkomsten algemene vergadering

De algemene vergadering komt minstens twee maal per jaar samen.

De algemene vergadering wordt samengeroepen door de voorzitter. De uitnodiging geschiedt ten minste 7 kalenderdagen voor de bijeenkomst. De uitnodiging vermeldt de agenda.

 

Stemgerechtigde leden kunnen de voorzitter verzoeken de raad bijeen te roepen. Bij dit verzoek dient een voorstel van agenda te worden gevoegd. Indien het verzoek uitgaat van minder dan 1/3 van de stemgerechtigde leden, beslist het dagelijks bestuur of de raad bijeengeroepen zal worden . Indien het verzoek uitgaat van minstens 1/3 van de stemgerechtigde leden, is de voorzitter ertoe gehouden de raad samen te roepen en dit binnen de twee weken na ontvangst van het verzoek.

 

Agenda algemene vergadering

De Algemene Vergadering kan tijdens haar bijeenkomst bepalen binnen welke tijdspanne of tijdens welke periode zal worden samengekomen. Zij kan eveneens de voorlopige agenda opstellen van de volgende samenkomst.

Elk lid van de gemeentelijke landbouw- en tuinbouwadviesraad kan punten op de agenda plaatsen mits deze minstens 14 dagen voor de vergadering schriftelijk aan de voorzitter meegedeeld worden.

 

Onderwerpen die niet op de agenda vermeld staan, worden niet behandeld. Hiervan kan worden afgeweken indien minstens 1/2 van de aanwezige stemgerechtigde leden van oordeel is dat er dringende redenen zijn om agendapunten toe te voegen.

 

Als een bepaald punt wegens tijdsgebrek niet wordt afgehandeld, wordt het automatisch doorverwezen naar de agenda van de volgende vergadering en zal dan bij prioriteit worden behandeld.

 

Stemming

Bij het nemen van beslissingen zal men steeds streven naar een zo groot mogelijke consensus. Komt men tot geen consensus dan wordt er overgegaan tot een stemming.

 

Om geldig te kunnen beraadslagen en om geldig advies te verstrekken, moet 1/2 van de stemgerechtigde leden aanwezig zijn.

Indien dit aantal niet behaald wordt, kan er niet geldig beraadslaagd of geadviseerd worden. De aanwezige stemgerechtigde leden kunnen dan beslissen om opnieuw samen te komen binnen de veertien dagen of om de te adviseren agendapunten te verschuiven naar de volgende Algemene Vergadering. Agendapunten die opnieuw ter stemming of ter advisering voorliggen omdat het vereiste aanwezigheidsquotum aanvankelijk ontbrak, kunnen worden behandeld ongeacht het aantal aanwezige stemgerechtigde leden.

 

Voor wijzigingen van statuten is een aanwezigheid vereist van 2/3 van de stemgerechtigde leden. Als dit aantal niet wordt bereikt, dan komt de Algemene Vergadering opnieuw samen binnen de veertien dagen. De statuten en het huishoudelijk reglement kunnen dan worden goedgekeurd of aangepast, ongeacht het aantal aanwezige stemgerechtigde leden.

 

De Algemene Vergadering besluit of adviseert bij volstrekte meerderheid van stemmen. Als er wordt gestemd over personen of functies gebeurt dit geheim.

Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend.

 

De besluiten en de gemotiveerde adviezen van de Algemene Vergadering worden door de voorzitter en de secretaris schriftelijk meegedeeld aan het College van Burgemeester en Schepenen. Minderheidsnota’s worden aan de adviezen toegevoegd en maken onafscheidelijk deel uit van de adviezen.

 

 

Verslagen

Elk verslag omvat volgende onderdelen:

De namen van de aanwezige leden, van deze die zich om hun afwezigheid  verontschuldigen alsook van de niet gemelde afwezigen.

De besproken agendapunten.

De adviezen en beslissingen met inbegrip van eventuele naar voor gebrachte minderheidsstandpunten.

 

Het verslag wordt bij aanvang van de eerstvolgende vergadering neergelegd. Wanneer er geen opmerkingen zijn, is het verslag goedgekeurd

 

 

Art. 6 Duur van het mandaat

Het lidmaatschap van de gemeentelijke landbouw- en tuinbouwadviesraad loopt gelijk met de legislatuur van de gemeenteraad.

 

Het mandaat van de leden geldt tot bij de intrekking ervan door de belangengroepering.

De leden die 3 maal na elkaar zonder verontschuldiging afwezig blijven, worden als ontslagnemend beschouwd en worden vervangen door een plaatsvervanger. De vervanger oefent de functie uit voor de resterende duur van het mandaat.

De hernieuwingen van mandaten en vervangingen wegens ontslag worden vooraf door de betrokken organisatie of persoon schriftelijk meegedeeld aan de voorzit(s)ter.

 

Art. 7 Ondersteuning van de gemeentelijke landbouw- en tuinbouwadviesraad

De gemeente stimuleert de werking van de gemeentelijke landbouw- en tuinbouwadviesraad door voldoende administratieve, financiële, logistieke en educatieve ondersteuning te verlenen, binnen de perken van de gemeentelijke begroting.

 

 

INFOBLOK

 

Voordat de behandeling van de bijkomende agendapunten ingediend door de fractie Anders aan de orde is, vraagt de burgemeester het woord. Hij zal het antwoord van het college formuleren op de vraag om een task force op te richten voor de opmaak van een relanceplan voor Hoogstraten. Een voorstel dat tijdens de gemeenteraad van 14 april door de fracties CD&V en Anders werd aangebracht.

De burgemeester legt uit dat er een post-corona-werkgroep zal worden opgericht die op een snelle en efficiënte manier een alomvattend plan zal uitwerken om onze Hoogstraatse samenleving weer op volle snelheid te brengen na de geleidelijke afbouw van de coronamaatregelen. Tegen eind mei moet dit plan op tafel liggen. De hele Hoogstraatse samenleving wordt bij de totstandkoming van dit plan betroken via de diverse adviesraden en een klankbordgroep. Om dit werk vlot te laten verlopen is ervoor geopteerd de werkgroep niet te groot te maken en te laten bevolken door mensen die elkaar al kennen, die goed met elkaar kunnen samenwerken en die hun competenties reeds hebben bewezen. Het experiment met de superkern in de federale regering heeft bewezen dat het onverstandig is om teveel partijen en teveel strekkingen rond één tafel te brengen. Op dit moment moet efficiëntie voorop staan en moet de politiek wijken voor het belang van onze inwoners en onze bedrijven.

Volgens burgemeester Marc Van Aperen wordt de oppositie helemaal niet monddood gemaakt. Ze blijft onverkort over haar democratische rechten beschikken en kan aan het debat deelnemen via de gemeenteraad en via haar vertegenwoordigers in diverse adviesraden.

Het stadsbestuur werkt aan een verstandige en geleidelijke heropstart van de gemeentelijke dienstverlening. Uitgangspunten daarbij zijn enerzijds maximale veiligheid voor onze medewerkers en voor de inwoners die met onze ambtenaren in contact komen en anderzijds maximale efficiëntie om onze inwoners van dienst te zijn. Daarom werkt het stadsbestuur in overleg met de preventieadviseur een sluitend plan uit voor een stapsgewijze heropening van diverse stedelijke diensten.  Daarbij zijn de richtlijnen van de nationale veiligheidsraad richtinggevend om te bepalen welke diensten wanneer weer worden open gesteld. Laat ons niet vergeten dat onze medewerkers steeds de essentiële diensten zijn blijven verzekeren en bovendien een cruciale rol hebben gespeeld inzake de informatieverstrekking aan het publiek. Niets was hen teveel om onze inwoners gerust te stellen en in te lichten, daarvoor verdienen ze een zeer grote pluim.

De burgemeester geeft ook nog de krijtlijnen van de werkgroep mee zoals in het college afgsproken.

Leden werkgroep:

-Administratie: Katrien Van den Bossche, Daan Aerts, Patrick Verheyden

-Politiek: Faye Van Impe & Gert Van Den Bogaert (N-VA), Ann Tilburgs & Arnold               Wittenberg (HOOGSTRATEN LEEFT)

-Voorzitter: burgemeester Marc Van Aperen

Mandaat van de werkgroep:

-kader creëren

-input verzamelen, voorstellen aanbrengen en impact evalueren

-advies geven aan het schepencollege

-globaal plan opstellen

Voorwaarden:

-wederzijds respect

-domein-overschrijdend denken

-vertrouwen

-loyaal

-vertrouwelijkheid

-voldoende tijd spenderen

Timing:

-mei: voorstellen formuleren & evalueren

-juni: adviesraden consulteren

-22 juni – plan voorleggen aan de gemeenteraad

Klankbordgroep: vertegenwoordigers van de industrie, de middenstand, de horeca, de land- en tuinbouw, …

Publicatiedatum: 04/06/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 27 april 2020.

 

Toekennen van een premie aan zorgverleners die tijdens de corona-crisis actief zijn.

 

MOTIVERING

 

Bijkomend agendapunt voor de gemeenteraad van 27 april 2020 - fractie Anders.

 

Toekennen van een premie aan zorgverleners die tijdens de coronacrisis actief zijn 

 

Wij stellen voor om aan de zorgverleners die tijdens deze moeilijke corona actief waren, zijn en vermoedelijk nog een hele tijd actief zullen moeten blijven om hen (voorlopig voor de maanden maart, april en mei 2020) een maandelijkse premie toe te kennen van netto € 100 per maand. 

Elke avond een applaus ontvangen of op sociale media te lezen hoe goed je wel niet bezig bent, is hartverwarmend, maar neemt niet weg dat ook een financiële steun zeer welkom kan zijn. 

 

Voorstel: 

 

Art. 1: Aan de zorgverleners die verbonden zijn aan het OCMW, en die actief zijn op de werkvloer, gaande van verpleging, verzorging, poetsdienst, logistieke dienst, …een netto maandelijkse premie toe te kennen van € 100 per maand (voorlopig voor de maanden maart, april en mei 2020) gezien het deze mensen zijn die niet alleen constant op de werkvloer aanwezig waren, maar die ook het meeste gezondheidsrisico’s ondervinden en ongetwijfeld het meeste werkstress ervaren.

 

Art. 2: Deze premie van € 100 ook toe te kennen (voorlopig voor de maanden maart, april en mei 2020) aan alle bekende zorgverleners in Hoogstraten (dus ook deze die elders werkzaam als verpleegkundigen, zorgkundigen, thuishulpverleners - zowel verpleegkundigen, thuiszorgdiensten, poetsdiensten aan huis, maatschappelijk werkers, … ) en dit eventueel a rato van hun tewerkstellingsbreuk of gepresteerde uren tijdens deze maanden. Ook de brandweerlui, ambulancepersoneel, de politie, ... spelen een belangrijke rol in de beheersing van het coronaprobleem en dienen hiervoor ook financieel beloond te worden. 

 

BESPREKING

 

Gemeenteraadslid Fons Jacobs geeft aan dat de fractie Anders tijdens de gemeenteraad van 14 april 2020 geen gelegenheid kreeg van de meerderheidsfracties en de gemeenteraadsvoorzitter om de bedenkingen en bijkomende voorstellen als aanvulling bij het voorgestelde sociaal-economisch relanceplan van de CD&V-fractie toe te lichten. Maar omdat deze voorstellen volgens het gemeenteraadslid belangrijk genoeg zijn om deze opnieuw ter sprake te brengen werden ze als bijkomende agendapunten ingediend. Gemeenteraadslid Fons Jacobs had gehoopt om deze voorstellen te kunnen voorleggen in een taskforce zodat hier al een eerste bespreking over had kunnen gebeuren. Maar uit de uiteenzetting van de burgemeester werd duidelijk dat de oppositie niet betrokken zal worden in deze werkgroep. Raadslid Fons Jacobs is teleurgesteld en vindt deze aanpak weinig verbindend, terwijl dat toch het motto is van dit bestuur. Bovendien is verbinden in tijden van crisis meer belangrijk dan ooit. Als er geen kans is om deze voorstellen toe te lichten aan een werkgroep, dan is er geen andere weg dan dit aan de gemeenteraad ter goedkeuring voor te leggen.

Gemeenteraadslid Fons Jacobs licht het agendapunt inhoudelijk toe.

 

Raadslid Tinne Rombouts bedankt de burgemeester over deze stand van zaken met betrekking tot de oprichting van een task force, maar ze vindt het erg jammer dat dit gebruikt wordt om het bijkomende agendapunt van de fractie Anders naar de achtergrond te duwen. Bovendien is dit niet het antwoord dat het raadslid verwacht had, en al zeker niet van een burgmeester die de mond vol heeft van transparantie, verbinding en overleg. Ze is ongelofelijk teleurgesteld in deze aanpak. Vanuit de oppositie werd de hand gereikt om samen te werken in deze tijden van crisis maar die wordt gewoon verkracht. Daartegenover stelt de coalitie voor om slechts de twee meerderheidspartijen aan tafel te zetten en bovendien de administratie in te schakelen om het plan te schrijven. Raadslid Tinne Rombouts vraagt zich af of het bestuur niet zelfstandig genoeg is om hier vanuit de politiek een mening over te hebben. Bovendien worden hierdoor heel wat gemeenteraadsleden met kennis en ervaring aan de kant geschoven, terwijl die loyaal zouden kunnen samenwerken. Er zijn veel positieve voorstellen op tafel gelegd, die moeten met evenwicht kunnen bediscussieerd worden.

 

Burgemeester Marc Van Aperen kiest echter voor efficiëntie en een beperkte samenstelling van deze werkgroep, met de bedoeling om op korte termijn met een warm plan te komen. Dit doen we het beste met mensen die aan één zeel trekken.

 

Raadslid Fons Jacobs wil ook graag dat de burgers van Hoogstraten een goed plan krijgen, maar het is jammer dat de gemeenteraad daar niet bij betrokken zal worden.

 

Voor raadslid Tinne Rombouts is snelheid maken en in vertrouwen aan één zeel trekken geen reden om de oppositie niet te betrekken. Ze pleit er voor alle mensen te betrekken die hieraan willen meewerken. De fractie CD&V staat klaar met mensen die hier op een snelle en degelijke manier aan willen en kunnen meewerken. Het doel is om een plan te hebben voor burgers, ondernemers, het socio-culturele leven, … om na de corona-crisis een goede doorstart te kunnen nemen. Dit doel wordt nagestreefd, maar het wordt niet aanvaard door de coalitie.

 

Raadslid Ann Tilburgs geeft aan dat het het belangrijkste is om samen en verbindend te werken, we moeten er zijn voor de burgers.

 

De burgemeester garandeert dat alle voorstellen zullen worden bekeken, ook die van de oppositie. Hier werden immers goede ideeën gelanceerd.

 

Na deze discussie legt de voorzitter het voorstel van de fractie Anders ter stemming voor.

 

De fractie Anders gaat akkoord. De fractie CD&V gaat ook akkoord, omdat ze op geen enkele andere manier betrokken zullen worden in het afwegen van de voorstellen.

De fractie Hoogstraten Leeft licht toe dat ze niets tegen alle mooie voorstellen heeft maar steunt het college bij de oprichting van een werkgroep om daarin de verschillende voorstellen te bespreken. De fractie NV-A erkent dat zorgverleners een zware taak vervullen, maar sluit zich aan dat dit voorstel moet bekeken worden in de werkgroep.

 

De fracties Hoogstraten Leeft en NV-A gaan niet akkoord met dit voorstel.

 

BESLUIT

 

Bij 11 ja stemmen (Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Dimitri Van Pelt, Joël Adams, Maarten Leemans en Ilse Verachtert) en 16 neen stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Katrien Brosens, Faye Van Impe, Jos Martens, Herman Snoeys, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Jef Vissers, Piet Van Bavel, Pim Van der Linden, Ann Tilburgs, Gert Van den Bogaert en Ans Lochten)

Bijgevolg wordt dit voorstel verworpen.

 

Publicatiedatum: 04/06/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 27 april 2020.

 

Halveren van de zitpenningen voor de raadsleden en inhouding op de wedden van leden van het college van burgemeester en schepenen .

 

MOTIVERING

 

Bijkomend agendapunt voor de gemeenteraad van 27 april 2020 - fractie Anders

 

Halveren van de zitpenningen voor de raadsleden en inhouding op de wedden van leden van het college van burgemeester en schepenen.

 

Het is voor ons als bestuurders onvoldoende om dagelijks te applaudisseren of om hartverwarmende boodschappen te verkondigen via allerhande sociale media, het lijkt ook onze plicht om ook praktisch te tonen dat we bereid zijn onze persoonlijke financiële verantwoordelijkheid hierin op te nemen. 

 

Voorstel: 

 

Art. 1: De zitpenningen voor de gemeenteraadsleden en de OCMW-raadsleden, en voor de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst, zullen voor de maanden maart, april en mei 2020 gehalveerd worden voor de zittingen van de gemeenteraad, de OCMW-raad en de zitting van het bijzonder comité voor de sociale dienst.  De opbrengsten hiervan zullen aangewend worden ter financiering van de voorgestelde maatregelen zoals deze vandaag door de fractie Anders worden voorgesteld. 

 

Art .2: De weddes van de leden van het college van burgemeester en schepenen zullen voor de maanden maart, april en mei 2020 met 20 % verminderd worden. De opbrengsten hiervan zullen aangewend worden ter financiering van de voorgestelde maatregelen zoals deze vandaag door de fractie Anders worden voorgesteld. 

 

 

BESPREKING

 

Raadslid Fons Jacobs geeft een toelichting bij het bijkomende agendapunt.

 

De voorzitter legt dit voorstel ter stemming voor.

 

Voor de fractie Hoogstraten Leeft kan dit voorstel een eerlijke kans krijgen, maar hij verwijst het naar de werkgroep waar dit besproken kan worden.

De fractie CD&V bekijkt dit voorstel positief. Aangezien ze niet betrokken zal worden bij de werkgroep en dus niet mee over dit voorstel kan discussiëren, gaat de fractie CD&V akkoord. 

 

 

BESLUIT

 

Bij 11 ja stemmen (Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Dimitri Van Pelt, Joël Adams, Maarten Leemans en Ilse Verachtert) en 16 neen stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Katrien Brosens, Faye Van Impe, Jos Martens, Herman Snoeys, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Jef Vissers, Piet Van Bavel, Pim Van der Linden, Ann Tilburgs, Gert Van den Bogaert en Ans Lochten)

Bijgevolg wordt dit voorstel verworpen.

 

Publicatiedatum: 04/06/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 27 april 2020.

 

Mondelinge vraag - schepenwissel Hoogstraten Leeft

 

VRAAG

 

Raadslid Herman Snoeys kondigt aan dat schepen Jos Martens besloten heeft om een stapje terug te zetten en dat hij vervangen zal worden door raadslid Piet Van Bavel. Jos zal wel nog in de gemeenteraad blijven zetelen.

 

ANTWOORD

 

Raadslid Tinne Rombouts wil alvast schepen Jos Martens hartelijk danken voor de positieve inzet en samenwerking en wenst veel succes aan Piet Van Bavel. Ook raadslid Gert van den Bogaert en de fractie Anders sluiten zich daarbij aan.

 

Publicatiedatum: 04/06/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 27 april 2020.

 

Mondelinge vraag - bestrijding eikenprocessierups

 

VRAAG

 

Gemeenteraadslid Tinne Rombouts wil graag een vraag stellen over de aanpak van de eikenprocessierups. De laatste twee jaar gaat de problematiek in stijgende lijn, jammer genoeg zijn ook de huidige weersomstandigheden opnieuw gunstig waardoor er ook dit jaar allicht overlast te verwachten is. En dat net op het moment dat mensen allicht dicht bij huis hun vakantie zullen doorbrengen. Nog meer dan anders zullen de fietspaden, de domeinen en de bossen gebruikt worden door mensen die er komen recreëren. De haartjes van de processierups leveren veel problemen op voor de volksgezondheid en ook dierenleed. In een collegebesluit van februari kan raadslid Tinne Rombouts lezen dat er niet meer wordt overgegaan tot preventieve behandeling omdat die niet altijd effectief is. Er wordt voor gekozen om hoofdzakelijk in te zetten op het opzuigen van de rupsen wanneer die zich in het vierde stadium bevinden en er dus al volop haren zijn. Bovendien worden er keuzes gemaakt over bepaalde gebieden die wel of niet behandeld zullen worden. Gemeenteraadslid Tinne Rombouts pleit er voor om nu zo veel mogelijk voorbereidingen te treffen om zo veel mogelijk gebieden vrij te maken van de eikenprocessierups zodat mensen kunnen genieten van de terreinen. Gemeenteraadslid Tinne Rombouts spreekt haar bezorgdheid uit en vraagt om toch ook een preventieve behandeling te overwegen. Ze weet dat die minder effectief is, maar ze meent dat alles kan helpen. Nu wachten tot alle rupsen in volle glorie gaan uitkomen gaat volgens haar overlast met zich meebrengen.

 

ANTWOORD

 

Schepen Jos Martens legt uit dat er een aanbesteding is gedaan om de rupsen weg te zuigen. Hij kaart ook aan dat hij zeker nog gaat overleggen met ANB over wat ze in Wortel Kolonie aan maatregelen gaan treffen. Vorig jaar werden door de stad de eerste rij bomen behandeld, de rest werd echter door ANB niet behandeld. Dan heeft het natuurlijk niet veel zin.

 

Raadslid Tinne Rombouts vraagt zich af of dat betekent dat er gekozen wordt om in Wortel Kolonie wel preventief te gaan behandelen. Volgens haar betekent het Life+ - project dat er niet bestreden mag worden, omdat dat het onderzoek naar natuurlijke vijanden in gevaar brengt. 

 

Burgemeester Marc Van Aperen verduidelijkt dat er ingezet wordt op wegzuigen in combinatie met het stimuleren van natuurlijke vijanden. Daardoor wordt op langere termijn het aantal rupsen ook verminderd. Voor de burgemeester is dit ook een vorm van preventieve aanpak. Behandeling met pesticiden kon op sommige plaatsen ook maar was telkens erg afhankelijk van de weersomstandigheden.

 

Raadslid Tinne Rombouts begrijpt de keuze om ook natuurlijke vijanden te stimuleren. Dit zal inderdaad vooral op de langere termijn werken, maar voor het raadslid is de korte termijn toch ook erg belangrijk.

 

Raadslid Dimitri Van Pelt maakte onlangs een fietstochtje doorheen Hoogstraten en hij heeft daarbij op verschillende plaatsen langs de wegen (zowel in Meerle als in Meersel-Dreef) plastic folie gezien die aangebracht werd op de stam van bomen. Dit is toch ook een vorm van preventieve behandeling.  Werd dit dan niet door de stad aangebracht?

 

Volgens schepen Jos Martens is dat niet door de stad uitgevoerd maar hij zal dit navragen.

 

Raadslid Tinne Rombouts weet dat heel wat burgers op privéterrein ook hun verantwoordelijkheid nemen en bomen met plastic folie inpakken.

 

Publicatiedatum: 04/06/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 27 april 2020.

 

Mondelinge vraag - aankoop stoffen mondmaskers

 

VRAAG

 

Raadslid Tinne Rombouts heeft gelezen dat Hoogstraten ingetekend heeft op een samenaankoop van mondmaskers via IOK. Gaat dit om herbruikbare mondmaskers? Wat is de levertermijn en hoe gaat de verdeling concreet gebeuren. Moeten we ons op een andere manier voorbereiden om vanaf 4 mei onze burgers verder te helpen.

 

ANTWOORD

 

De burgemeester bevestigt dat deze samenaankoop inderdaad gaat over herbruikbare  stoffen mondmaskers. De levertermijn wordt nu ingeschat op twee weken, maar moet nog geconcretiseerd worden. De concrete verdeling moet nog uitgewerkt worden. Daarnaast is er via de kanalen van stad ook opgeroepen om zelf  mondmaskers te maken.

 

Publicatiedatum: 04/06/2020