MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

De bebouwde ruimte groeit sterk aan in Hoogstraten. Een groot aandeel van deze groei wordt ingevuld door de ontwikkeling van ruimte voor wonen.

 

De blijvende bevolkingstoename en verdere ruimtelijke verdichting leiden eveneens tot bijkomende kosten en investeringen voor het stadsbestuur. Deze omvatten onder meer:

        inspanningen om de bereikbaarheid, volume en kwaliteit van de groene en openbare ruimtes te verhogen;

        kosten voor afvalverwerking;

        inspanningen om kwaliteitsvolle kinderopvang en onderwijsvoorzieningen te behouden en uit te bouwen;

        inspanningen om te voorzien in voldoende, geschikte en gespreide vrijetijdsinfrastructuur en het ondersteunen van verenigingen;

        het organiseren en regisseren van een volwaardig zorgbeleid voor iedereen;

        inspanningen om de verkeersleefbaarheid te verhogen.

 

De financiële toestand van de gemeente vereist de heffing van verschillende belastingen. Daarbij streeft het stadsbestuur naar een rechtmatige verdeling van de belastingdruk.

 

De creatie van bijkomende woongelegenheden  is een motief dat redelijkerwijze kan verantwoorden dat een specifieke bijdrageplicht ten laste van de aanvragers ervan wordt ingevoerd.

 

Deze belasting geldt als een bijdrage in de bijkomende algemene openbare uitgaven als gevolg van de bijkomende woongelegenheden.

 

Juridische grond

 

        Artikelen 41, 162 en 170, §4 van de Grondwet.

        Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en meer specifiek de artikelen 2, 40, 41, 252, 286 t.e.m. 287 en 326 t.e.m. 335.

        Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.

        Omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit.

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Argumentatie

 

Hoogstraten heeft een grote aantrekkingskracht, wat zich vertaalt in een gestadige aangroei van de bevolking. Door de blijvende bevolkingstoename en stijgende verstedelijkingsdruk, wordt een bijkomende nood ervaren aan kwaliteitsvolle publieke ruimte en gemeenschapsvoorzieningen. Bovendien wil Hoogstraten een overaanbod vermijden van steeds dezelfde vormen van verdichting in de gemeente, die voornamelijk gerealiseerd wordt in de vorm van groepswoningbouw of meergezinswoningen en appartementen. Uit hoe meer wooneenheden dergelijke projecten bestaan, hoe meer de ruimtelijke realiteit afwijkt van het karakter en de gewenste schaalgrootte van de bestaande leefomgeving van Hoogstraten.

Daarnaast worstelt Hoogstraten met een mobiliteitsprobleem. Projecten van groepswoningen en appartementen verhogen onmiddellijk de druk op de lokale mobiliteit en leefbaarheid. Tevens is het zo dat voor de realisatie van projecten van een grotere omvang met meerdere wooneenheden tegelijk vaak waardevolle gebouwen, landschappelijke elementen of open ruimte verdwijnen, waardoor de verhardingsgraad toeneemt.

Om deze ongewenste evoluties tegen te gaan, wenst het stadsbestuur genoemde projecten niet te verbieden, maar wel te ontraden door de hogere maatschappelijke kost en druk die ze meebrengen voor de stad te vertalen in een belasting per wooneenheid dat in de vorm van groepswoningbouw, appartementen of meergezinswoning wordt gerealiseerd.

 

De bedragen zijn redelijk en, gelet op de financiële behoeften van de gemeente, zeker verantwoord.

 

Om deze evoluties op te vangen, wenst het stadsbestuur de hogere maatschappelijke kost en druk van  deze projecten voor de stad te vertalen in een belasting per wooneenheid die in de vorm van groepswoningbouw, appartementen en meergezinswoningen wordt gerealiseerd.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Is vandaag niet voorzien in het meerjarenplan.

Dient mee opgenomen te worden in eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan.

Vanaf 2023 tem 2025 onder volgende sleutel : actie 6/15/59/1 Doorlopend en recurrent beleid, beleidsitem 020-00 Fiscale aangelegenheden op algemeen rekeningnummer 73799999 Andere belastingen op patrimonium.

Geraamde ontvangst belasting: 300.000 EUR/jaar.

 

De financieel directeur heeft op 24/11/2022 visum verleend.

 

BESPREKING

 

De bespreking van dit agendapunt kan beluisterd worden in de audio opnamen (deel 2) vanaf 00:12:40

 

https://c.connectedviews.com/01/SitePlayer/hoogstraten?session=117882

 

BESLUIT

 

Bij 15 ja stemmen (Marc Van Aperen, Roger Van Aperen, Arnold Wittenberg, Katrien Brosens, Faye Van Impe, Piet Van Bavel, Jef Vissers, Jos Martens, Herman Snoeys, Michel Jansen, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Pim Van der Linden, Gert Van den Bogaert en Ans Lochten) en 10 neen stemmen (Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Hilde Vermeiren, Dimitri Van Pelt, Joël Adams en Maarten Leemans)

Artikel 1:

Voor een termijn ingaande op 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025 wordt een  belasting geheven naar aanleiding van het afleveren van een omgevingsvergunning voor :

        het bouwen van een groepswoningbouwproject;

        het bouwen van meergezinswoningen;

        het verbouwen of herbouwen van een bestaand gebouw waarbij meer woongelegenheden worden gecreëerd dan in het oorspronkelijk vergund of vergund geachte gebouw.

 

Artikel 2:

Voor de toepassing van dit reglement moet worden verstaan onder:

        Meergezinswoning: een gebouw waarin meer dan één woning wordt onder gebracht. Een gebouw met één hoofdwooneenheid en één ondergeschikte wooneenheid in het kader van het zorgwonen, wordt niet gezien als een meergezinswoning.

        Groepswoningbouwproject: het gelijktijdig oprichten van meerdere woningen die een samenhangend geheel vormen door ruimtelijke of vormelijke eenheid en samenhang.

 

Artikel 3:

De belasting is verschuldigd door de titularis van de omgevingsvergunning.

De titularis van de omgevingsvergunning blijft steeds het volledige bedrag van de belasting verschuldigd, dit zelfs bij eventuele gehele of gedeeltelijke verkoop.

 

Artikel 4:

De belasting wordt berekend op basis van de omgevingsvergunning en bedraagt 2.500 euro per wooneenheid.

 

Artikel 5:

De belasting is verschuldigd zodra de beslissing waarbij de omgevingsvergunning werd verleend definitief is, zijnde een beslissing waartegen geen georganiseerd administratief beroep meer kan worden ingesteld (cfr. art. 2,4° omgevingsvergunningsdecreet). De belasting is verschuldigd voor de totaliteit van het projectgebied en kan niet opgedeeld of uitgesteld worden door fasering van het project.

 

Artikel 6:

Vrijstelling van deze belasting wordt verleend voor het herbouwen van meergezinswoningen of groepswoningbouwproject die door brand of een natuurramp werden vernield., voor zover de natuurramp als dusdanig werd erkend door de overheid. De vrijstelling geldt enkel voor de herbouw voor zover deze geen verhoging meebrengt van het aantal wooneenheden in het gebouw.

Zijn eveneens van de belasting vrijgesteld : de omgevingsvergunningen voor het bouwen, herbouwen en uitbreiden van meergezinswoningen of groepswoningbouwproject door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en de door haar erkende sociale huisvestingsmaatschappijen, evenals door het Vlaams Woningfonds, de sociale verhuurkantoren en het OCMW.

 

Artikel 7:

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 8:

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.

 

Artikel 9:

Het reglement wordt overeenkomstig de bepalingen van het decreet lokaal bestuur bekendgemaakt op de website van de gemeente en aan de toezichthoudende overheid bezorgd.