MOTIVERING

 

Voorgeschiedenis en aanleiding

 

De geldigheidsduur van het gemeentelijke belastingreglement verstrijkt op 31 december 2019.

 

Juridische grond

 

          Artikelen 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012.

 

Argumentatie

 

De gemeente doet de nodige inspanningen om parkeerplaatsen te voorzien op het gemeentelijk openbaar domein. Mede door de toenemende realisaties van meergezinswoningen, handelspanden, kantoren, sociale voorzieningen enz. en de verhoging van de parkeerdruk op het openbaar domein die hierdoor ontstaat is het eveneens noodzakelijk om bouwheren voldoende parkeerplaatsen te laten voorzien op eigen privaat terrein. Het aantal parkeerplaatsen dient in verhouding te staan tot het aantal woongelegenheden. Voor andere functies dan wonen wordt het minimum aantal parkeerplaatsen bepaald in functie van de vloeroppervlakte.

Bij het ontbreken, niet aanleggen van parkeerplaatsen zal er een belasting geheven worden per ontbrekende parkeerplaats.

 

BELEIDS- EN FINANCIELE INFORMATIE

 

Valt onder actie "Doorlopend en recurrent beleid" van het meerjarenplan, met actienummer: 6/15/59/1, beleidsitem: Fiscale aangelegenheden met nummer 020-00 en algemeen rekeningnummer: Ontbreken van parkeerplaatsen met nummer 73730000.

In het meerjarenplan is er 0 EUR aan opbrengsten voorzien in elk jaar op deze sleutel.

 

BESLUIT

 

Bij 25 ja stemmen (Marc Van Aperen, Michel Jansen, Arnold Wittenberg, Roger Van Aperen, Faye Van Impe, Jos Martens, Mai Sterkens, Marc Haseldonckx, Ward Baets, Herman Snoeys, Tinne Rombouts, Fons Jacobs, Jos Matthé, Ann Fockaert, Marcel Verschueren, Dimitri Van Pelt, Jef Vissers, Joël Adams, Piet Van Bavel, Maarten Leemans, Pim Van der Linden, Ann Tilburgs, Gert Van den Bogaert, Ans Lochten en Ilse Verachtert)

Artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een belasting geheven op het ontbreken van voldoende parkeerplaatsen.

 

Artikel 2:

De belasting is verschuldigd door de houder van een stedenbouwkundige vergunning of zijn rechtsopvolger(s):

          die, op grond van deze vergunning, ontheven wordt van de verplichting of in de onmogelijkheid verkeert één of meer van de in de stedenbouwkundige vergunning voorgeschreven parkeerplaatsen aan te leggen.

          die één of meer van de in deze stedenbouwkundige vergunning verplicht aan te leggen parkeerplaatsen niet heeft aangelegd.

          die een andere bestemming geeft aan parkeerplaatsen, welke voor een stedenbouwkundige vergunning in aanmerking kwamen, voor de berekening van het aantal nodige parkeerplaatsen en indien de inrichting blijft bestaan waaraan deze parkeerplaatsen verbonden zijn.

 

Artikel 3:

De belasting is verschuldigd na de definitieve vaststelling van het aantal ontbrekende parkeerplaatsen zoals omschreven in de omgevingsvergunning. Deze definitieve vaststelling geschiedt conform de bepalingen van de omgevingsvergunning.

 

Artikel 4:

De belasting bedraagt:

          10.000 EUR per ontbrekende parkeerplaats.

 

Artikel 5:

De belasting is verschuldigd

          Voor de aanvang van de stedenbouwkundige vergunde handelingen waaraan de verschuldigde belasting werd gekoppeld;

          Op het ogenblik dat de bestemming van de aangelegde parkeerplaats gewijzigd wordt;

          Op het ogenblik dat vastgesteld wordt dat de in de verleende omgevingsvergunning voorziene parkeerplaats(en) niet werd(en) aangelegd en het gebouw reeds in gebruik genomen werd.

 

Artikel 6:

Indien de houder van de omgevingsvergunning of diens rechtsopvolger(s) na het betalen van de belasting op het perceel alsnog één of meerdere van de ontbrekende parkeerplaatsen aanlegt, is deze op geen enkele wijze in staat om het betaalde bedrag terug te vorderen van de stad.

 

Artikel 7:

De belasting wordt door middel van een kohier ingevorderd. Het kohier wordt opgemaakt en

uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 8:

De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure gebeuren volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 9:

Deze beslissing wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.

 

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.